De visie op preventie kende de voorbije jaren een focusverschuiving. In plaats van rechtstreeks in te zetten op het verminderen van risicofactoren, pleit men om beschermende factoren te verhogen.
Iedereen kan potentieel voordeel halen uit gezondere attitudes en gezond gedrag in relatie tot je lichaam, je zelfbeeld, en je sociale verantwoordelijkheden.
Als je hierin sterk staat, ben je beter bestand om ‘risicofactoren’ te bufferen. Binnen deze visie staat psychische en fysieke gezondheid centraal, in plaats van een focus op afwijkend gewicht.
Zowel bij preventie als bij de behandeling van eetproblemen en gewichtsproblemen neemt (herstel van) een gezonde leefstijl een centrale rol in. Een gezonde leefstijl helpt je namelijk om (terug) te kunnen doen wat je graag doet. Iedereen heeft baat bij gezonde leefgewoonten. In het kader van algemene gezondheidsbevordering en ziektepreventie wordt dus ook ingezet op leefstijl.
Een gezonde leefstijl omvat verschillende componenten. Klassiek denken we aan voeding en beweging, en (bij jongeren en volwassenen) aan de thema’s tabak, alcohol, drugs en medicatie, maar ook slaaphygiëne, zelfzorg en emotieregulatie spelen een rol.
De verschillende elementen van een gezonde leefstijl kan je samenvatten met het acroniem A.L.L.E.S.:
Factoren die een rol spelen in het ontstaan van eetproblemen en gewichtsproblemen, kan je bundelen onder vijf grote groeithema’s. Binnen elk groeithema zijn er factoren die risico’s kunnen vormen om de groeitaak tot een goed einde te brengen, en beschermende factoren die ‘bufferen’ tegen problemen. De thema’s zijn:
Preventiewerkers kunnen deze groeithema’s als leidraad gebruiken om factoren te selecteren die voor een grote groep mensen versterkend kunnen werken. Selecteer domeinen die je kan bevragen in een screeningsgesprek, of om preventie op maat uit te werken bij (een groep) die specifieke risicofactoren vertonen.
Zorgverleners kunnen de thema’s gebruiken om zicht te krijgen op factoren die het ontstaan en voortbestaan van een eetprobleem of gewichtsprobleem bij hun cliënt hebben beïnvloed, om zo deze factoren mee te nemen in het uitwerken van zorg op maat.
Bij preventie van eetproblemen en gewichtsproblemen kan je inzetten op verschillende thema’s. Hoe breng je deze groeithema’s aan? En op welke manieren kan je iemand motiveren om gedrag te veranderen? Mensen leren en groeien pas wanneer drie psychologische basisnoden zijn ingevuld: autonomie, verbondenheid en competentie.
Meer over de zelfdeterminatietheorie en andere motivatiekaders.
Eetproblemen en gewichtsproblemen ontstaan niet van vandaag op morgen. Er gaat een ontwikkelingstraject aan vooraf met factoren die het ontstaan van het probleem in de hand werken (risicofactoren), of er net tegen beschermen (beschermende factoren). Er is steeds een wisselwerking tussen factoren in de persoon zelf, en factoren in de omgeving(en) waarin iemand leeft. Sommige factoren liggen vast, andere factoren zijn veranderbaar. De factoren die we kunnen veranderen, zijn het meest interessant, omdat preventiewerkers en hulpverleners daarmee aan de slag kunnen.
Wil je enkele acties of een volledig beleidsplan uitwerken? Houd dan rekening met de basisprincipes voor de preventie van eetproblemen en gewichtsproblemen. Ze zijn belangrijk om te komen tot een doordachte aanpak.
Een belangrijke regel binnen preventiewerk is: zorg dat je niemand schade berokkent. Iedereen wordt blootgesteld aan dezelfde boodschappen, dus ook aan jouw goed bedoelde preventiewerk en bijhorende preventieboodschappen. Daarom is het belangrijk dat ze zowel de beoogde doelgroep als de algemene populatie vooruithelpen en niemand er nadeel van ondervindt.
Wanneer een preventieve actie zich te eng richt op het verminderen van een specifiek risico, en geen rekening houdt met andere aspecten van de persoon, kan deze onbedoeld andere riscofactoren verhogen. Het gevaar is dan dat korte termijneffecten op één domein, gepaard gaan met gezondheidsschade op langere termijn. Leg de focus daarom niet op gewicht, maar zet een gezonde leefstijl in de verf. Door de focus op het gewicht te leggen kunnen mensen lichaamsontevredenheid en negatieve emoties ontwikkelen, wat zowel voor overgewicht als eetstoornissen risicofactoren zijn. Ook het informeren of waarschuwen rond eetstoornissen en de gevaarlijke methoden om gewicht te verliezen die hierbij horen, wordt afgeraden. Het kan net op ideeën brengen. Bovendien geven deze boodschappen niet aan wat je dan wél kan doen.
Voorbeeld
Als een preventieve actie rond overgewicht de boodschap geeft dat er ‘goede’ en ‘slechte’ voeding bestaat, dat vet slecht is, of dat personen met overgewicht moeten afvallen, kan dat leiden tot een negatief zelf- en lichaamsbeeld, zwart-wit denken over voeding (“gezond” versus “ongezond”) of aanzetten tot ongezonde dieetpraktijken, zoals streng lijngedrag. Van deze manieren van denken en handelen weten we dat ze overgewicht in stand kunnen houden of eetstoornissen kunnen ontlokken. Daarnaast lezen niet alleen mensen met overgewicht deze boodschappen, ook mensen zonder overgewicht kunnen zo het gevoel krijgen dat ze moeten afvallen of anders gaan eten.
Goede preventieboodschappen verminderen tegelijk het risico op gewichtsproblemen én eetstoornissen. Eetproblemen en gewichtsproblemen delen namelijk een aantal onderliggende risicofactoren. Voorbeelden hiervan zijn een laag zelfbeeld, een negatieve lichaamsbeleving, moeite met het reguleren van emoties, of problemen in sociale relaties. Zowel mensen met over- en ondergewicht zijn vatbaar voor ongezonde methodes om hun gewicht te doen dalen, zoals zeer strikt lijnen. Dit kan leiden tot een eetstoornis, en kan op lange termijn ook overgewicht in de hand werken.
Voorbeeld
Bij de preventie van overgewicht en obesitas is het dus belangrijk om te voorkomen dat er verstoord eetgedrag ontstaat. Wanneer de focus ligt op overgewicht, met bijhorende boodschappen dat wie overgewicht heeft moet afvallen, lokt dit verstoord eetgedrag, een negatief lichaamsbeeld en gewichtsproblemen uit bij beide groepen. Wanneer je preventiewerk enkel gericht is op eetstoornissen en de focus op de symptomen en gevaren hiervan ligt, kan dit eveneens verstoord eetgedrag uitlokken.
Hoe kan je dat doen? Kies voor een versterkende insteek, met een focus op wat beschermt. Zo help je iedereen vooruit. Leg de focus niet op over- of ondergewicht, maar zet in op een gezonde leefstijl.
Communiceer zorgzaam. Wat je zegt rond de thema’s voeding, eten, uiterlijk, heeft een effect op hoe mensen zich voelen. Praten over eten en gewicht dient doordacht te gebeuren om stigmatisering van eetproblemen en gewichtsproblemen te vermijden. Uit onderzoek blijkt dat stigmatiserende boodschappen overgewicht in stand houden, eetstoornissen kunnen uitlokken en bijkomende negatieve effecten hebben op het welzijn, zoals een negatief lichaamsbeeld. Dat wil je natuurlijk net niét als effect van je preventiewerk. Stigmatisering bij eetproblemen en gewichtsproblemen heeft veel te maken met ideeën rond persoonlijke verantwoordelijkheid: een eetstoornis wordt dan gezien als een bewuste keuze of als een gebrek aan weerbaarheid tegen het slankheidsideaal, overgewicht als het gevolg van een gebrek aan wilskracht om ‘gezond’ te leven. Gewicht is echter in veel mindere mate controleerbaar dan velen denke en eetstoornissen zijn ernstige psychische stoornissen.
Bovendien zegt iemands gewicht weinig over de gezondheid van die persoon. Leefstijl factoren geven veel meer informatie over de gezondheid en het welbevinden van een persoon: de eetcompetenties en het eetgedrag, voldoende slaap, emoties kunnen reguleren, positief lichaams- en zelfbeeld. Zo zijn er heel wat mensen die gezond eten, voldoende bewegen en slapen, maar wat slanker of voller zijn dan gemiddeld. Terwijl andere personen misschien wel een gemiddeld gewicht hebben, maar metabool ongezond zijn door ongezonde voeding, roken, enzovoort.
Meer informatie over communicatie en stigma
Zet in op beschermende factoren die iedereen deugd doen en mensen weerbaar maken. Focus dus niet op onder- of overgewicht, emotionele problemen of eetproblemen, maar zet in op het uitbouwen van goede eetcompetenties en gezond beweeggedrag, een positief zelfbeeld en lichaamsbeleving, goede emotieregulatie, voldoende slaap, verbondenheid, en mediaweerbaarheid (bv. omgaan met boodschappen rond slankheidsideaal). Als deze groeithema’s goed ontwikkeld zijn, beschermen ze tegen het ontwikkelen van eetproblemen, gewichtsproblemen én andere psychische problemen. Bij jongeren zijn deze groeithema’s extra belangrijk. Ze horen bij het groot worden. Inzetten op groeithema’s richt zich op het normaliseren van het groot worden en de uitdagingen die hierbij komen kijken.
Ondersteun aan de hand van motivatiekaders.
Achtergrondinformatie
In het verleden werd de preventie van eetproblemen en gewichtsproblemen probleemgericht aangepakt vanuit het idee ‘een gewaarschuwd iemand, is er twee waard’. Deze strategie wordt afgeraden, omdat ze schadelijke neveneffecten kan hebben (zie principe 1) en bovendien niet aangeeft wat iemand wél kan doen.
Een gezonde leefstijl is dé motor om te groeien en helpt mensen om te doen waar ze deugd van hebben. Inzetten op een gezonde leefstijl in al zijn facetten, promoot een ruimer beeld van gezondheid, dan puur het uiterlijke. Deze insteek benadrukt positieve vaardigheden die mensen kunnen aanleren. Wat goed loopt, krijgt ook aandacht. Inzetten op versterkende factoren zorgt dat iedereen voordeel kan halen uit je boodschappen. Zo is het bijvoorbeeld ook voor mensen die minder risico lopen op overgewicht belangrijk om voldoende te bewegen en te slapen.
Je vindt handvatten in de aanpak per setting bij onze materialen.
Wat wel doen
Wat niet doen
De A.L.L.E.S. kapstok
Werken rond een gezonde leefstijl is dé manier om in te zetten op bevordering (versterken), preventie (problemen voorkomen) en zorg rond eetproblemen en gewichtsproblemen.
Vertrek vanuit de vijf pijlers voor een gezonde leefstijl. Met A.L.L.E.S. als kapstok creëer je een aanpak in lijn met wetenschappelijke richtlijnen.
Voordelen van een gezonde leefstijl voor je preventiewerk:
Voordelen van een gezonde leefstijl voor je doelgroep:
Werken op het continuüm van preventie tot zorg.
Preventie richt zich in de eerste plaats op het voorkomen van problemen door te versterken wat beschermt en bijkomend risicofactoren te verminderen. Maar ook door vroegtijdig signalen op te pikken en laagdrempelige hulp in te schakelen, draag je bij aan het voorkomen van een ernstiger eetprobleem of gewichtsprobleem. De aanpak van eetproblemen en gewichtsproblemen gebeurt daarom het best op een continuüm van bevordering (versterken), preventie (problemen voorkomen), vroegdetectie (signalen tijdig opmerken), vroeginterventie (vroeg ingrijpen) en zorg.
Datum laatste aanpassing: 11 september 2023