Werken rond eetproblemen en gewichtsproblemen in het CLB

Als CLB-medewerker kan je verschillende rollen vervullen binnen preventie en zorg voor kinderen en jongeren met (risico op) eet- en gewichtsproblemen. Je wordt ingeschakeld in de systematische consulten vanuit het CLB, als verpleegkundige of arts, je ondersteunt leerkrachten of scholen bij specifieke bezorgdheden van leerlingen of schoolbeleid, en je bent een aanspreekpunt voor ouders. Deze website wil je in deze verschillende rollen ondersteunen.

Basiskennis

Alle basiskennis over eetproblemen, eetstoornissen en gewichtsproblemen kan je vinden in het stappenplan basiskennis eetstoornissen en gewichtsproblemen. Er is ook een stappenplan basiskennis specifiek bij kinderen.

Stappenplan basiskennis eetstoornissen en gewichtsproblemen

Hier vind je het algemene stappenplan met basiskennis rond eetstoornissen en gewichtsproblemen.

Stappenplan

Stappenplan basiskennis eetstoornissen en gewichtsproblemen kinderen

Hier vind je het algemene stappenplan met basiskennis rond eetstoornissen en gewichtsproblemen.

Stappenplan

Preventie op school 

Binnen preventie van eetstoornissen wordt ingezet op groeithema’s en beschermende factoren, die elk kind sterker maken. Specifiek voor het onderwijs is er de infofiche ‘Praten over eten en gewicht – onderwijs’. Daarnaast is er ook het stappenplan preventie van eetproblemen en gewichtsproblemen, waarbij verschillende groeithema’s aan bod komen, en waar je lespakketten vindt voor leerkrachten. De verschillende materialen en inzichten vind je ook op onze infopagina rond preventie.  

Een kernpunt van preventiebeleid is de communicatie en invulling rond de bouwstenen van een gezonde leefstijl. Dit sluit ook ruimer aan bij niet-stigmatiserende communicatie rond eten en gewicht. 

Systematische consulten 

Als CLB-medewerker word je ingeschakeld in de systematische consulten. Je volgt het gewicht, groei en de gezondheid van de leerling op, en bouwt zo ook mee aan hun vertrouwen in de gezondheidszorg. In je gesprekken met ouders en leerlingen heb je een rol binnen preventie en vroegdetectie van eetproblemen, eetstoornissen en gewichtsproblemen, en een belangrijke verwijsfunctie. Handige handvaten hierbij zijn onze fiches “Gesprek rond de weegschaal” voor kleuters, kinderen en jongeren. Specifiek voor jou is er ook het stappenplan eetproblemen en gewichtsproblemen voor CLB dat samenhangt met de Standaard Gewicht. Ook infofiches om o.m. signalen van (beginnende) eetstoornis op te merken en rond motivatie zijn voor CLB-medewerkers interessant.   

Check ook de materialen voor huisarts, kinderarts, en verpleegkundige voor mogelijke aanvullende materialen per beroep.  

Aanspreekpunt  

Kleine en grote vragen rond eten en gewicht, als hulpverlener in de eerste lijn ben je een aanspreekpunt. Goede kennis rond de normale ontwikkeling van eetgedrag en groeithema’s, risicofactoren voor eetproblemen en gewichtsproblemen, en vroegdetectiesignalen, zijn belangrijke bouwstenen om waar gepast te normaliseren, en waar nodig problemen tijdig te detecteren.  

De tekst voor leerlingbegeleiders geeft heel wat basiskennis en handvatten bij beginnende problemen. In het boek Groeiwijzer en bijhorende infofiche vind je informatie rond de normale ontwikkeling van eetgedrag. En ook het stappenplan eetproblemen en eetstoornissen voor eerstelijn bevat heel wat nuttige info om versterkend te werken bij beginnende eetproblemen. 

Specifiek voor ouders zijn er heel wat fiches met psycho-educatie en handvatten in de communicatie rond eten en gewicht. Ouders van jongeren met een eetstoornis kan je verwijzen naar de toolbox eetstoornissen voor ouders.  

Samenwerking en verwijzing

Als CLB-medewerker hou je een nauwe band met de huisarts. Je hebt een belangrijke signaal- en verwijsfunctie bij problemen en je motiveert om de stap te zetten naar hulp. Om deze stap te ondersteunen kan je beroep doen op onze verwijslijn eetproblemen. Raadpleeg de verwijstool voor verwijsadressen van gespecialiseerde zorgverleners in je regio. Je vindt ook heel wat info en vorming rond motiverende gesprekvoering.   

Datum laatste aanpassing: 11 september 2023

Materialen

Materialen waarmee je aan de slag kunt als CLB-medewerker.

Stappenplan eetproblemen en gewichtsproblemen – CLB

Stappenplan rond preventie en vroegdetectie van eetstoornissen en gewichtsproblemen binnen het CLB.

Stappenplan

– 1.0 MB

Infofiche gesprek rond de weegschaal jongeren – CLB

Groeiconsult jongeren in het CLB.

Infofiche

– 117 KB

Infofiche gesprek rond de weegschaal kinderen – CLB

Groeiconsult kinderen lagere school in het CLB.

Infofiche

– 103 KB

Infofiche gesprek rond de weegschaal kleuters – CLB

Groeiconsult kleuters in het CLB.

Infofiche

– 96 KB

Infofiche praten over eten en gewicht – onderwijs

Communicatie over gewicht en eetgedrag voor schoolteams.

Infofiche

– 345 KB

Vraag en antwoord

Heeft een eetstoornis invloed op je concentratie? arrow

Bij langdurige anorexia nervosa met laag gewicht en ondervoeding kunnen neuropsychologische veranderingen optreden. Hoewel verder onderzoek nodig is rond wijzigingen in de hersenactiviteit, klagen patiënten met anorexia nervosa vaak over aandachts- en geheugenproblemen. Verder kan men vaak moeilijk omgaan met onzekerheden, is er een overmatige focus op details en weinig flexibiliteit in denken en doen. Je hersenen hebben ook voeding nodig, dus is een herstel van gezonde voeding en gewicht hier de aangewezen aanpak. 

Wat zijn de kenmerken van een eetstoornis?  arrow

Een eetstoornis heeft verschillende componenten. Verstoord eetgedrag staat centraal, maar er is ook impact op lichamelijk en psychosociaal welzijn. Meestal is er een negatief lichaamsbeeld, een wens om slank te zijn en is gewicht erg belangrijk in de manier waarop je naar jezelf kijkt. Personen met een eetstoornis kunnen zich meer en meer gaan terugtrekken van sociale activiteiten.  Ook kan er door het eetprobleem een gewichtsprobleem ontstaan (overgewicht en ondergewicht zijn mogelijk). Daarnaast kunnen er medische problemen optreden door ondervoeding, purgeergedrag en/of eetbuien.  
 
Meer info  
Info rond eetproblemen en eetstoornissen 
 

Is preventief informatie geven over eetstoornissen effectief om ze te voorkomen? arrow

Interventies die enkel focussen op de gevaren van eetstoornissen hebben geen preventief effect. Bovendien zijn er heel wat bezorgdheden rond deze aanpak: informeren over de kenmerken van eetstoornissen kan kwetsbare jongeren ‘op ideeën brengen’ en het kan verstoord gedrag normaliseren. Ook is de adolescentie een periode waarin aandacht zoeken een normaal ontwikkelingsthema is. Dit maakt het heel belangrijk om niet enkel probleemgedrag onder de aandacht te brengen, maar vooral te focussen op gezonde groeithema’s. Hoewel er tot heden weinig rechtstreeks bewijs is dat informatie geven over de risico’s van eetstoornissen schadelijke effecten heeft, moet er toch heel voorzichtig omgesprongen worden met het informeren van jongeren rond gevaarlijke methoden om gewicht te verliezen. Onderzoek toont ook dat preventieprogramma’s die psycho-educatie rond eetstoornissen bevatten, minder effectief zijn.

Wat dan wel?
Zet in op een gezonde leefstijl.

Is preventief informatie geven over de gevaren van overgewicht effectief om gewichtsproblemen te voorkomen? arrow

Interventies die enkel focussen op de risico’s van overgewicht kunnen schadelijke effecten hebben.  Ze zijn stigmatiserend, kunnen lichaamsontevredenheid uitlokken, en kunnen aanzetten tot ongezonde gewichtscontrolestrategieën. Te eenzijdige focus op gewicht is bij de preventie (en aanpak) van overgewicht en obesitas te vermijden. Het bevorderen van een gezonde leefstijl, met inbegrip van gezond en evenwichtig eten, plezierige fysieke activiteiten op maat en een gezond lichaamsbeeld zijn te verkiezen uitgangspunten. Gezond eetgedrag is veel ruimer dan de ‘juiste’ voedingsmiddelen eten, het gaat over een regelmatig eetpatroon waarbij gevarieerd wordt gegeten binnen verhoudingen die in lijn zijn met de voedingsaanbevelingen (bv. van de voedingsdriehoek). Hierbij bestaat een ontspannen houding tegenover eten en bewegen (zie eetcompetentie).  Het halen van de doelstellingen op vlak van gewicht aan de hand van ongezonde methoden moet ten zeerste worden ontmoedigd (bv. maaltijden overslaan, restrictieve diëten op vlak van calorieën of het weglaten van bepaalde voedingsgroepen, extreem bewegen…). (zie pagina de risico’s van lijnen). 

Hoe communiceer je dan wel best rond eten en gewicht?
Je vindt info en handvatten op de infopagina rond Stigmatisering en communicatie

Hoe kan ik vermijden dat ik stigmatiseer als hulpverlener? arrow

Interventies bij hulpverleners die inzetten op empathie en kennisverhoging rond (diversiteit in) oorzaken en (beperkte) “controleerbaarheid” van gewicht, hebben een gunstige impact op destigmatisering  Verder kan de EOSS(-P) kan hulpverleners ondersteunen in het kijken naar en praten over obesitas. Daarnaast zijn heel wat handvatten voor de-stigmatisering van eet- en gewichtsproblemen (en psychische problemen) te vinden in technieken binnen motiverende gesprekvoering: de patiënt benaderen als persoon in al zijn facetten en niet als “stoornis”; toestemming vragen om het gewicht te bespreken; negatieve termen zoals “dik” en “mager” vermijden; aansluiten bij de nood aan autonomie, verbondenheid en competentie van de patiënt. 

De bevinding dat stigmatisering prevalent is onder hulpverleners, zelfs onder zij die veel ervaring hebben met de doelgroep, roept ons allen op om onze eigen mogelijke vooroordelen onder de loep te nemen. Stigmatisering zit ook in “kleine” dingen: modemagazines met enkel slanke modellen en stoelen met smalle armleuningen in de wachtkamer, weeg- of onderzoeksmateriaal dat niet afgestemd is op personen met obesitas, minder tijd besteden aan de consultatie, en minder alternatieve hypotheses onderzoeken bij gezondheidsklachten van personen met een gewichtsprobleem. Kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken in de zorgkwaliteit.   

Enkele handvatten om een steunende, niet-beoordelende omgeving te scheppen: 

  • Pas de gespreksprincipes toe van motiverende gespreksvoering 
  • Bedenk dat patiënten negatieve ervaringen ten opzichte van hun gewicht gehad kunnen hebben bij andere hulpverleners en benader patiënten tactvol. 
  • Erken de complexe etiologie van obesitas en communiceer dit met collega’s en patiënten om het stereotype te vermijden dat obesitas te wijten is aan een gebrek aan wilskracht. 
  • Exploreer alle oorzaken van de overgewicht, niet enkel eet- en beweeggedrag. 
  • Erken dat veel patiënten al herhaaldelijk geprobeerd hebben om af te vallen. 
  • Benadruk gedragsveranderingen eerder dan enkel het getal op de weegschaal. 
  • Erken de moeilijkheid van het doorvoeren van leefstijlveranderingen. 
  • Erken dat kleine veranderingen in gewicht (5 à 10%) kunnen resulteren in significante gezondheidsvoordelen. 
  • Creëer een steunende omgeving bijvoorbeeld door gepaste stoelen (stevig, zonder armleuning) en materiaal te voorzien in de praktijkruimte. 

Check ook de infofiche Niet-stigmatiserend praten over eten en gewicht voor hulpverleners.

Waarom lopen personen met autisme verhoogd risico op eetproblemen en –eetstoornissen? arrow

Eetproblemen bij kinderen met ASS zijn vaak gelinkt aan een strak prototype rond hoe voedsel eruit moet zien, of aan atypische prikkelgevoeligheid, inclusief voedselprikkels zoals geur, smaak en textuur van voedsel. Heel wat kinderen met ASS vertonen dan ook een verhoogde neofobie en zijn erg selectief of kieskeurig in het voedsel dat ze aanvaarden.   

ASS (en ASS-trekken) worden ook gelinkt aan anorexia nervosa. ASS komt vaker voor bij (volwassen) patiënten met eetstoornissen. ASS lijkt een rol te spelen in therapieresistentie. Een comorbiditeit die al op jongere leeftijd aanwezig is, zorgt ervoor dat de eetstoornis blijft bestaan, waardoor bij volwassen patiënten een beduidend hogere prevalentie van ASS wordt gevonden bij patiënten met AN. ASS wordt dan ook gelinkt aan langdurige eetstoornissen.

Geeft BMI een goede indicatie van de gezondheid van een cliënt? arrow

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt er een relatie tussen BMI en gezondheid. Deze relatie is niet perfect, dat wil zeggen dat deze relatie niet noodzakelijk geldt voor elk individu afzonderlijk. Ander onderzoek suggereert bijvoorbeeld dat een gezonde leefstijl onafhankelijk van BMI een belangrijke indicator is voor gezondheid. Dat wil zeggen dat mensen met een gezonde leefstijl maar een hogere BMI gezonder zijn dan je enkel op basis van hun BMI zou verwachten. Je kan dus op basis van de BMI van je patiënt niet onmiddellijk iets zeggen over diens gezondheid en zal daarvoor bijkomende informatie moeten verzamelen.

Wat is er zo eigen aan het werken met personen met een eetstoornis? arrow

In het stappenplan voor je discipline gaan we dieper in op deze vraag.

Voor de diëtist: stappenplan Eetstoornissen voor diëtisten vind je antwoord op deze vraag.
Voor de psycholoog/orthopedagoog: stappenplan Eetproblemen en eetstoornissen voor psychologen en CGG

Wat kan ik doen voor ouders van een jongere met een eetstoornis? arrow

Je kan ouders best zoveel mogelijk betrekken in de behandeling. Ze kunnen heel veel doen als natuurlijk steunwerk bij herstel. Maar ze voelen vaak onmacht en vragen richting en hulp: Je kan ouders toeleiden naar ons specifiek Informatiepakket eetstoornissen voor ouders en de Toolbox eetstoornissen voor ouders. Op verschillende plaatsen in Vlaanderen starten momenteel groepen voor ouders van jongeren met een eetstoornis.

Wat is typisch per leeftijdsfase i.v.m. eetgedrag?  arrow

Het boek Groeiwijzer en bijhorende infofiche met samenvatting geeft handvaten voor elke leeftijdsgroep. 

  • Peuters en kleuters mag je ‘verleiden’ om te proeven: Zij hebben vaak angst voor nieuw, vreemd eten. Je kan ze helpen door eten herhaald aan te bieden en uit te nodigen om van alles te proeven. Meestal hebben kleuters een goed ingebouwd kompas, ze kunnen goed hun eigen energiebehoeften reguleren en aanvoelen of ze (nog) honger hebben.  
  • Lagereschoolkinderen mag je goede gewoonten leren: zij hebben al wat minder angst voor ‘nieuw’ eten, maar eten vaker vanuit externe prikkels (bv. eten dat lekker ruikt of er lekker uitziet). Het is de leeftijd om goede eetgewoonten te leren, bouw ontbijt in als iets vanzelfsprekends en leer hun dat er tussen de maaltijden (en vaste tussendoortjes) niet wordt gegeten.  
  • Jongeren komen in een sterke groeifase. Het is voor hen een uitdaging om hun veranderende energiebehoefte te leren kennen. Ook hun lichaam verandert sterk van vorm. Help ze om mild en zorgend te zijn voor hun lichaam, verwijs ze naar wat hun lichaam allemaal voor hen doet.  

Tip: Hou rekening met de levensfase waarin iemand zich bevindt vooraleer je rode vlaggen hijst. 

Meer info vind je op de infopagina Eetgedrag in ontwikkeling

Waarom stellen we gezondheidswinst voorop als behandeldoel bij overgewicht, eerder dan gewichtsverlies? arrow

Meer factoren dan het huidig eet- en beweeggedrag hebben een invloed op iemands gewicht. Een persoon met overgewicht kan een gezonde leefstijl hebben (net zoals een persoon zonder overgewicht een ongezonde leefstijl kan hebben).  De “maakbaarheid” van ons gewicht is beperkter dan de maatschappij ons doet geloven. Als we advies geven zonder een grondige inschatting van de factoren die een rol spelen in het ontstaan en behoud van overgewicht bij een individu, kunnen we gedrag uitlokken dat contraproductief werkt (bv. streng lijngedrag). Een gezonde leefstijl brengt een verbetering met zich mee in metabole gezondheid, ook als de behandeling niet resulteert in gewichtsverlies. 

Meer info vind je in het stappenplannen per discipline:

In elke klas zitten jongeren van alle maatjes. Hoe pak ik lesinhouden rond eten en gewicht aan in het onderwijs?  arrow

Blijf bij boodschappen die herkenbaar zijn voor élke jongere en hun groei ondersteunen. De elementen van een gezonde leefstijl zijn hierbij de kern, en bevatten ook aandacht voor lichaamswaardering. Help hen ook kritisch kijken naar hoe onze maatschappij bepaalde maten linkt aan succes en gezondheid. We hebben heel wat materialen om je hierin te ondersteunen, zowel met algemene boodschappen rond versterkend werken, als specifieke lespakketten rond bv. lichaamswaardering.  

Je vindt de materialen voor onderwijs op onze pagina met materialen

Waarom focussen op gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten? arrow

Bij preventie en behandeling van eetstoornissen en gewichtsproblemen ligt de focus op een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten. We vatten ontspannen omgaan met eten samen met de term ‘eetcompetentie’.  

  • Genoeg
  • Geregeld
  • Genieten
  • Gevarieerd

Dus waarom de nadruk op eetcompetenties en een gezonde leefstijl? Wat is er mis met een focus op afvallen? Het risico bestaat dat mensen met overgewicht een negatief lichaamsbeeld ontwikkelen. En ongezonde methodes gebruiken om hun gewicht te verminderen. Dit kan het risico op verstoord eetgedrag verhogen (bv. eetbuien). 
 
Bijvoorbeeld, iemand start de dag vol motivatie om minder (of niet) te eten. Zin in eten en honger bouwt op doorheen de dag. Na een drukke werkdag komt deze persoon uitgehongerd thuis. Drukte en stress zorgen voor minder zelfcontrole later op de dag, dit is volledig normaal. Alle remmen gaan los, al het eten moet op. Daarna volgen negatieve gevoelens, alsof deze persoon sterker had moeten zijn. Maar uiteraard heeft het lichaam voedsel en zelfzorg nodig om goed te kunnen functioneren. Een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten vormt de basis voor een goede gezondheid. 
Bovendien tonen studies aan dat streng lijngedrag (voedingsmiddelen van het menu schrappen, weinig eten, maaltijden overslaan) niet effectief is op lange termijn. Wie snel afvalt, komt ook snel terug bij. Inderdaad, het jojo-effect bestaat. Velen wegen uiteindelijk méér dan voor de afvalpoging. Zo blijft de vicieuze cirkel draaien. 


Gewicht is minder controleerbaar dan we willen geloven. Maar een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten is een vaardigheid die mensen kunnen aanleren. Daarom kiezen we voor een aanpak die op lange termijn zorgt voor een goede gezondheid, op mentaal en lichamelijk vlak. Deze aanpak kan ook, in een rustig tempo, enkele kilo’s verschil geven op de weegschaal. Maar ook zonder gewichtsverlies kunnen de meeste mensen zo een betere gezondheid bereiken.  
 
Meer info  
Risico’s van lijnen  
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES – overzicht 
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES – Afwisselend eten 

Wat zijn handvatten voor de behandeling van overgewicht bij personen met een mentale beperking? arrow

Overgewicht bij personen met een mentale beperking komt vaker voor. Maar het onderzoek naar factoren en behandeling is beperkt.  Je kan dezelfde basis gebruiken voor behandeling als bij de algemene populatie. Focus dus op eetgedrag, beweging en gedragstherapie. Verder kan je het taalgebruik aanpassen aan het begripsniveau van de persoon met een beperking. Concrete gedragsdoelen stem je af op de context waarin de persoon leeft. 
 
Maak de inhoud van de behandeling concreet en visueel. Help de persoon met een beperking om een duidelijke structuur op te bouwen. Zo kan je maaltijden voorspelbaar maken en eetmomenten inplannen tussen de dagelijkse activiteiten. 
De inhoud van de behandeling komt dus overeen met die voor de algemene populatie. Daarom kan je inspiratie vinden in de algemene protocollen rond behandeling van overgewicht.  


Tips om iets eenvoudig en concreet te maken kan je bijvoorbeeld vinden in protocollen voor kinderen (bv. protocollen van Caroline Braet). En via Sclera kan je zelf visualisaties en pictogrammen maken.  
 
Meer info
Indien er ook sprake is van een autismespectrumstoornis 

Wie loopt risico om overgewicht te ontwikkelen? arrow

Er zijn verschillende factoren die het risico op overgewicht bepalen. 

  • Genetische verschillen
  • Medische aandoeningen
  • Medicatiegebruik
  • Leefstijl

Een gezonde leefstijl is meer dan ‘gezonde’ voeding eten en veel bewegen. Het gaat ook over op regelmatige tijdstippen eten, minder lang stilzitten, voldoende slapen, rust en ontspanning inbouwen, ons goed voelen in ons eigen lichaam, onze omgang met alcohol en medicatie… Bovendien zijn extremen nooit goed: té gezond, té actief…. Ontspannen omgaan met eten en bewegen is ook belangrijk om gezond te blijven.  
 
Ook zijn er heel wat omstandigheden die het moeilijk kunnen maken om een gezonde leefstijl op te bouwen of vast te houden. Zo bepaalt onze eetstijl mee ons eetgedrag: Sommige personen voelen zich vaak angstig of verdrietig en zoeken troost in eten. Anderen voelen meer verleiding door lekkere smaken en geuren die op ons afgestuurd worden, zoals in de winkel, via reclame, op feestjes, …  
 
Soms proberen mensen krampachtig op hun voeding te letten, en krijgen net daardoor verstoord eetgedrag en een hoger gewicht.  
 
Meer en meer wijst men ook op het belang van de context waarin we leven: sommige personen leven in gezinnen waar dringende bezorgdheden de overhand halen op doelen rond leefstijl, bijvoorbeeld in gezinnen waar er veel stress is, door persoonlijke of economische omstandigheden.  Ook onze fysieke leefomgeving kan het makkelijker maken om gezond te leven of net moeilijker. Woon je bijvoorbeeld in een groene omgeving waar je naar hartelust kan wandelen en veilig kan fietsen, of in een drukke stad? 
 

Wat is de relatie tussen eetstoornissen en gewichtsproblemen enerzijds en ontwikkelingsstoornissen anderzijds?  arrow

Tussen ASS en eetstoornissen en gewichtsproblemen zijn verschillende gedeelde risicofactoren, zoals bv. een selectief eetpatroon en slaapproblemen. Daarnaast speelt ook medicatie een grote rol. De medicatie die gebruikt wordt om het gedrag van kinderen met autisme te reguleren (antipsychotica zoals Risperdal, Dipiperon), en bepaalde genetische afwijkingen die gepaard kunnen gaan met autisme, blijken een kwetsbaarheid te zijn voor overgewicht. ASS blijkt ook vaak gelinkt te zijn, via therapieresistentie, aan langdurige eetstoornissen.  

Ook ADHD blijkt een verhoogd risico te vormen op de ontwikkeling en instandhouding van eetstoornissen en gewichtsproblemen. Zo kunnen impulsiviteit en onoplettendheid zich uiten in eetbuien of een onregelmatig eetpatroon (bv. Maaltijden overslaan door gebrek aan planning). Maar ADHD lijkt ook vaak gepaard te gaan met een verstoord slaapritme, wat op zijn beurt de regulatie van eetlust verstoort. Daarnaast bestaat er ook een hoge comorbiditeit tussen ADHD en stoornissen van het purgerende type, waarbij de impulsiviteit een rol blijkt te spelen in het compensatiegedrag.  

Meer informatie kan gevonden worden in het stappenplan Eetproblemen en eetstoornissen voor psychologen en CGG.  

Waarom moeten we aandacht besteden aan obesitas bij kinderen? arrow

Behandeling van obesitas bij kinderen is belangrijk. Zowel voor de gezondheid en het welzijn van het kind nu, als voor de gezondheid van de volwassene later. 
 
Obesitas behandelen betekent niet dat het kind ‘op dieet’ gaat. Maar wel dat we de oorzaken van obesitas in kaart brengen. En dat we kind en gezin ondersteunen in het opbouwen en behouden van een gezonde leefstijl. Daarnaast is een goede opvolging van groei en gezondheid essentieel. 
 
Kinderen met obesitas zijn kwetsbaarder. Ze zijn vaak sneller moe, blijven soms achter bij sport en spel, en ondervinden vaker pesterijen door leeftijdsgenoten. Dit heeft een grote impact op het zelfbeeld en welbevinden.  Daarnaast lopen kinderen met obesitas meer risico om een eetstoornis te ontwikkelen. Factoren die hierbij meespelen zijn een focus op gewicht en uiterlijk, wat kan leiden tot zelfstigma en stigma vanuit de omgeving.  


Bij de preventie en aanpak van obesitas is het dus belangrijk om versterkend te werken om het risico op eetstoornissen en andere psychische problemen te verminderen.   
 
Meer info  
Overgewicht bij kinderen

Is perfectionisme de oorzaak van eetstoornissen? arrow

Personen die perfectionistisch zijn, kunnen kwetsbaarder zijn om een eetstoornis te ontwikkelen. Toch zit deze link complex in elkaar. Je kan een vrij gezonde vorm en dosis perfectionisme hebben, maar ook een ongezonde vorm van perfectionisme.  


Maar wat is perfectionisme, en wanneer wordt het schadelijk? Iemand die perfectionistisch is, stelt hoge doelen voor zichzelf. Op zich is dit geen slechte eigenschap. Want duidelijke doelen opstellen voor jezelf kan motiverend werken.  


Maar wanneer je zelfbeeld afhankelijk is van je succes, kan je in de problemen komen. Dan ga je jezelf kritisch beoordelen als je je doel niet bereikt. Of zelfs wanneer je dat doel niet ‘perfect’ hebt bereikt. Zo kan je angst krijgen om fouten te maken en constant twijfelen of je wel genoeg doet om je hoge doelen te bereiken. 


We spreken van positief perfectionisme wanneer het gericht is op het bereiken van doelen en daarvoor beloond te worden. Dit gedrag is gemotiveerd door prestatiegerichtheid. 
En we spreken van negatief perfectionisme als het bedoeld is om verwachte negatieve situaties te vermijden. Dit is gedrag vanuit faalangst en angst om negatief beoordeeld te worden.  
In het onderzoek is nog te weinig onderscheid gemaakt tussen deze vormen van perfectionisme en hun mogelijk verband met de ontwikkeling van eetstoornissen.  
 
Meer info  
Risico- en beschermende factoren bij eetstoornissen 

Welke eetstoornissen bestaan er en hoe vaak komen ze voor? arrow

Er zijn drie categorieën van eetstoornissen volgens de klassieke opdeling: 

  • Anorexia nervosa (AN)  
  • Boulimia nervosa (BN)   
  • Eetbuistoornis (BED of binge eating disorder)  

Bestaan er nog eetstoornissen? 
Ja, er zijn ook andere diagnoses voor eetstoornissen en eetproblemen. Vermijdende-restrictieve voedselinname stoornis (ARFID), bijvoorbeeld. Dit zijn mensen die eenzijdig eten of weinig lusten, waardoor ze in de problemen komen. Ook is er bijvoorbeeld de andere gespecificeerde eetstoornis, zoals purgeerstoornis.  
 
In België ontwikkelt ongeveer 1% van de volwassenen ooit anorexia nervosa, 1% boulimia nervosa en 1,5% een eetbuistoornis. De eetbuistoornis komt dus het vaakst voor. De leeftijd waarop de eetstoornis meestal begint, verschilt per categorie. AN ontwikkelt zich meestal in de vroege adolescentie, BN in de late adolescentie, en BED in de jong volwassenheid.  
 
Meer info  
Eetproblemen en eetstoornissen
Gewichtsproblemen
Cijferpagina

Vormingen

Relevante vormingen voor CLB-medewerkers.

Gesprekken aan de weegschaal in het CLB 

Basispakket alle disciplines: eetstoornissen

Hulplijn

Ben je als CLB-medewerker op zoek naar doorverwijsadressen? Als zorgverlener kan je de verwijstool voor gespecialiseerde zorg bij eet- en gewichtsproblemen raadplegen. Zit je met een vraag of ben je op zoek naar advies? Neem gerust contact op met ons.

Verwijslijn eetproblemen

Ben je op zoek naar hulp voor een eetprobleem? Maak je je zorgen? Contacteer ons vrijblijvend voor zorgverleners in je buurt op de verwijslijn eetproblemen.

secretariaat@eetexpert.be of 0480 60 64 20

Verwijstool voor zorgverleners

Als zorgverlener kan je de verwijstool voor gespecialiseerde zorg bij eet- en gewichtsproblemen raadplegen. Neem contact op met ons of de provinciale zorgpunten eetstoornissen voor advies en ondersteuning bij behandeling of doorverwijzing.

Advieslijn voor preventie, beleid en pers

Contacteer ons voor advies bij beleidswerk, wetenschappelijk onderzoek, zorgorganisatie, communicatie of persvragen. Laat je inspireren door onze handige toolbox voor mediamakers.