Bij langdurige anorexia nervosa met laag gewicht en ondervoeding kunnen neuropsychologische veranderingen optreden. Hoewel verder onderzoek nodig is rond wijzigingen in de hersenactiviteit, klagen patiënten met anorexia nervosa vaak over aandachts- en geheugenproblemen. Verder kan men vaak moeilijk omgaan met onzekerheden, is er een overmatige focus op details en weinig flexibiliteit in denken en doen. Je hersenen hebben ook voeding nodig, dus is een herstel van gezonde voeding en gewicht hier de aangewezen aanpak.
Iemand die weinig lust maar niet wil afvallen, kan een eetstoornis hebben. Maar dit is niet altijd zo.
Als iemand eenzijdig of weinig eet, kan dat verschillende oorzaken hebben:
- slikangst
- angst om nieuw of onbekend voedsel te proeven
- negatieve ervaringen met bepaald voedsel
- sterke overtuiging dat bepaald voedsel ongezond voor je is
De voedselvermijding kan de groei en gezondheid onder druk zetten, en kan psychosociale gevolgen hebben (bv. depressieve gevoelens, niet meer deel kunnen nemen aan bepaalde sociale activiteiten). Dan kan de diagnose 'vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis' (een eetstoornis) van toepassing zijn.
Het ontkennen van angst om dikker te worden, sluit de diagnose ‘anorexia nervosa’ niet uit.
Veel patiënten weten dat 'angst voor dik worden' een kenmerk van de diagnose is. Daarom gaan zij deze angst soms ontkennen: "ik wil wel verdikken, ik vind me lelijk zo, maar toch lukt het me niet". Dit kan dus een vorm van vermijdingsgedrag zijn. Soms verwijzen ze naar vage klachten van spijsvertering of abnormale stofwisseling.
Vaak blijkt dat die angst er wel degelijk is, zodra ze wat toenemen in gewicht. In de DSM-5 wordt verduidelijkt dat de angst om in gewicht toe te nemen niet expliciet aanwezig hoeft te zijn, maar ook kan blijken uit bv. gedrag dat gewichtstoename verhindert.
Donshaartjes (lanugo) komen vooral voor bij een langdurig en extreem ondergewicht. Het is het type donshaar dat ook gezien wordt bij te vroeg geboren baby’s. Het heeft mogelijk de functie om warmte vast te houden. Door het grotere lichaamsoppervlak bij een ernstig ondergewicht gaat warmte bij anorexia nervosa sneller verloren dan normaal. Een mannelijk patroon van lichaamsbeharing bij vrouwen (hirsutisme) wordt vooral gezien bij een ernstig ondergewicht. Dit hangt waarschijnlijk samen met een relatief teveel aan mannelijke geslachtshormonen ten opzichte van vrouwelijke geslachtshormonen, die sterk in concentratie verminderd zijn door de eetstoornis.
De gelijkenissen zijn talrijker dan de verschillen. Compensatiegedrag bij mannen uit zich vaker in extreem sporten. Lichaamsontevredenheid bij mannen gaat vaak over gespierder willen zijn, en dat vertaalt zich ook in de symptomen van de eetstoornis. Maar dezelfde diagnoses komen voor bij mannen en vrouwen, en dezelfde risicofactoren spelen een rol. In verhouding is er veel meer wetenschappelijk onderzoek naar eetstoornissen bij meisjes en vrouwen (een steekproef van een studie bestaat vaak enkel of grotendeels uit meisjes), waardoor vergelijkingsmateriaal beperkt is. Er is nood aan meer onderzoek bij jongens en mannen, en dit kan misschien in de toekomst verschillen blootleggen die we nu nog niet kennen.
Daarbij zijn er ook geslachtsverschillen per eetstoornis. Zo komen AN en BN ongeveer 10 keer vaker voor bij meisjes. Maar de eetbuistoornis komt ongeveer dubbel zo vaak voor bij meisjes als bij jongens. Het geslachtsverschil is bij de eetbuistoornis dus minder groot.
Ook zien we bij kinderen met een eetprobleem (bv. AN met een vroege aanvangsleeftijd) niet zo’n opvallend verschil tussen jongens en meisjes.
Meer info
Een eetstoornis heeft verschillende componenten. Verstoord eetgedrag staat centraal, maar er is ook impact op lichamelijk en psychosociaal welzijn. Meestal is er een negatief lichaamsbeeld, een wens om slank te zijn en is gewicht erg belangrijk in de manier waarop je naar jezelf kijkt. Personen met een eetstoornis kunnen zich meer en meer gaan terugtrekken van sociale activiteiten. Ook kan er door het eetprobleem een gewichtsprobleem ontstaan (overgewicht en ondergewicht zijn mogelijk). Daarnaast kunnen er medische problemen optreden door ondervoeding, purgeergedrag en/of eetbuien.
Meer info
Welke eetstoornissen bestaan er? Er zijn drie categorieën van eetstoornissen volgens de klassieke opdeling:
- Anorexia nervosa (AN)
- Boulimia nervosa (BN)
- Eetbuistoornis (BED of binge eating disorder)
Bestaan er nog eetstoornissen? Ja, er zijn ook andere diagnoses voor eetstoornissen en eetproblemen. Vermijdende-restrictieve voedselinname stoornis (ARFID), bijvoorbeeld. Dit zijn mensen die eenzijdig eten of weinig lusten, waardoor ze in de problemen komen. Ook is er bijvoorbeeld de andere gespecificeerde eetstoornis, zoals purgeerstoornis.
In België ontwikkelt ongeveer 1% van de volwassenen ooit anorexia nervosa, 1% boulimia nervosa en 1,5% een eetbuistoornis. De eetbuistoornis komt dus het vaakst voor.
De leeftijd waarop de eetstoornis meestal begint, verschilt per categorie. AN ontwikkelt zich meestal in de vroege adolescentie, BN in de late adolescentie, en BED in de jong volwassenheid.