Heeft iemand die weinig lust maar niet wil afvallen, ook een eetstoornis? arrow

Iemand die weinig lust maar niet wil afvallen, kan een eetstoornis hebben. Maar dit is niet altijd zo.  
Als iemand eenzijdig of weinig eet, kan dat verschillende oorzaken hebben: 

  • Slikangst
  • Angst om nieuw of onbekend voedsel te proeven
  • Negatieve ervaringen met bepaald voedsel
  • Sterke overtuiging dat bepaald voedsel ongezond voor je is

De voedselvermijding kan de groei en gezondheid onder druk zetten, en kan psychosociale gevolgen hebben (bv. depressieve gevoelens, niet meer deel kunnen nemen aan bepaalde sociale activiteiten). Dan kan de diagnose ‘vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis’ (een eetstoornis) van toepassing zijn. 

Hoe kan ik vermijden dat mijn kind teveel snoept? arrow

Jonge kinderen eten enkel als ze honger hebben. Als het kind ouder wordt, verandert dit. Ze worden meer en meer verleid om te eten als ze iets lekkers zien of ruiken, ook al is hun buikje vol. In onze moderne maatschappij worden we voortdurend blootgesteld aan lekkere snacks. We kunnen proberen onze kinderen hiervoor af te schermen, maar het is op lange termijn zinvoller als ze leren omgaan met deze verleidingen. Snoep, chips, frisdrank,… verbieden maakt deze voedingsmiddelen alleen maar aantrekkelijker. Je kan kinderen leren dat deze extraatjes horen bij speciale gelegenheden en dat we ze niet in overvloed moeten eten. Het helpt ook om de calorierijke snacks uit het zicht te bewaren, en niet te veel verschillende soorten in huis te halen. We houden namelijk van afwisseling, en we eten meer als we veel verschillende voedingsmiddelen aangeboden krijgen. En dit geldt ook voor ons snoepgoed (bedenk maar eens hoeveel verschillende soorten chocolade er op de markt zijn). Als er maar één soort snoepje in huis is, gaan kinderen hier minder van eten.

Hoe kan ik proeven en evenwichtig eetgedrag bij mijn kind stimuleren? arrow

Een grote valkuil is druk zetten op een kind dat niet wil proeven. Het kind kan zelfs een afkeer ontwikkelen voor dat eten. Anderen met smaak hetzelfde zien eten, een gezellige tafelsfeer, een complimentje krijgen bij het proeven, een leuke presentatie,… werkt veel beter. En beetje bij beetje breidt het smaakpallet van het kind zich uit. Een beloning geven om te proeven is doorgaans niet nodig, en belonen met een dessert wordt afgeraden. Het effect is namelijk dat kinderen het dessert nóg lekkerder gaan vinden, en het nieuwe voedsel net mínder graag lusten. Een dessert kan wel deel uitmaken van de maaltijd, maar wordt beter niet gebruikt in het kader van beloning of straf.  

Het leeuwendeel van de kinderen (en volwassenen) eet onvoldoende groenten en fruit. Fruit is nog iets populairder dan groenten dankzij de zoetere smaak, maar trucjes om kinderen grotere porties groenten en fruit te helpen eten zonder hen onder druk te zetten zijn geen overbodige luxe. Verschillende soorten tegelijk aanbieden, waardoor het kind zowel variatie als keuze heeft, stimuleert grotere porties. Een bord soep of kom rauwkost aanbieden als voorgerecht of tussendoortje, apart van andere voedingsmiddelen die ze liever eten en vóór de maag gevuld is, is ook een handig trucje.

Hoe help ik mijn kind om veel smaken lekker te vinden? arrow

De eerste anderhalf à twee levensjaren aanvaardt een kind vrij gemakkelijk nieuwe smaken. Eén à twee keer proeven, en het volgende hapje wordt met plezier onthaald.

Dit verandert rond 2-jarige leeftijd. Voedsel dat voordien zonder problemen werd gegeten, stuit nu op een ‘nee’.  En dit heeft niet enkel met de koppigheidsfase te maken. De peuter is neofoob of bang om voedsel te proeven dat hij niet herkent. Zijn herkenning is gebaseerd op een strak keurslijf van hoe een voedingsmiddel er volgens hem hoort uit te zien. Vervelend voor ouders die hun kind een evenwichtige en gevarieerde maaltijd willen aanbieden, maar tegelijk ook heel ‘slim’. Het kind kan op deze leeftijd namelijk zelfstandig rondlopen en zo zelf de wereld te verkennen, en door de hoge neofobie loopt de onderzoekende peuter minder risico om iets giftigs te eten. Dit neemt natuurlijk niet weg dat een veilige omgeving nog steeds onmisbaar is.  In deze fase zal het kind de ‘nieuwe’ smaak pas na vele keren proeven ook lekker vinden. Hierbij is het héél belangrijk dat het kind niet misselijk wordt na het proeven, want dan leert het kind dat het voedsel niet veilig is. Het kind leert voedsel best kennen in zijn normale of basisbereiding, niet zoeter of vetter (bv. door suiker of een roomsaus toe te voegen). Anders wordt het nadien veel moeilijker om de basissmaak te leren eten.     

Hoeveel eten heeft mijn kind nodig?    arrow

Een baby groeit heel sterk in het eerste levensjaar. Na het eerste levensjaar komen kinderen nog ongeveer 2 à 3 kg per jaar bij. De energiebehoefte van het jonge kind (peuter/kleuter) is dus kleiner dan deze van de baby, en dit kan bezorgdheid oproepen bij ouders dat het kind te weinig eet. Het is heel belangrijk om in gedachten te houden dat ouders en kinderen een gedeelde verantwoordelijkheid hebben rond eten: de ouder beslist welk voedsel wordt aangeboden, maar het kind beslist hoeveel het eet. Baby’s en jonge kinderen hebben namelijk een goed afgestemd regulatiesysteem: ze eten uit honger en stoppen met eten als ze voldoende energie hebben opgenomen. De fles leegdrinken of het bord leegeten hoeft dus niet. Heeft het kind nog honger? De ouder beslist met welke voedingsmiddelen het kind zijn buikje kan vullen. Vanaf peuterleeftijd leert het kind ook dat het niet meer op elk moment van de dag kan eten. Het buikje wordt gevuld tijdens eetmomenten, en kan dan enkele uren rusten. Een regelmatig eetpatroon bestaat uit 3 hoofdmaaltijden en 2 à 3 tussendoortjes.  Jongeren hebben dan weer meer honger door hun groeispurt. Bij hen bewaar je best het regelmatig eetpatroon, maar de porties mogen toenemen. 

Hoe communiceer ik over eten en gewicht met mijn kind, om te vermijden dat hij of zij een negatief lichaamsbeeld ontwikkelt?  arrow

Bouwen aan een gezonde houding ten opzichte van eetgedrag en gewicht start al heel vroeg; kleuters hebben reeds een voorkeur voor slanke lichamen boven mollige lichamen, en het verlangen om zelf slank te zijn zou ontstaan vanaf 6 jaar.  

Er zijn verschillende zaken die je kan doen doorheen de verschillende levensfasen: 

  • Ondersteun de normale ontwikkeling van eetgedrag en een ontspannen houding ten opzichte van eetmomenten, o.m. door uit een tafelstrijd te blijven. Meer info en tips vind je in deze infofiche Groeiwijzer samenvatting. 
  • Geef informatie over de verschillende functies van ons lichaam, wat ons lichaam allemaal voor ons doet. 
  • Geef geen kritische opmerkingen over gewicht; niet dat van je kind, maar ook niet dat van anderen. 
  • Sta zelf model voor een positieve houding ten opzichte van je lichaam, en blijf weg van modediëten. 

Je vindt deze en heel wat meer tips in onze materialen: 

In elke klas zitten jongeren van alle maatjes. Hoe pak ik lesinhouden rond eten en gewicht aan in het onderwijs?  arrow

Blijf bij boodschappen die herkenbaar zijn voor élke jongere en hun groei ondersteunen. De elementen van een gezonde leefstijl zijn hierbij de kern, en bevatten ook aandacht voor lichaamswaardering. Help hen ook kritisch kijken naar hoe onze maatschappij bepaalde maten linkt aan succes en gezondheid. We hebben heel wat materialen om je hierin te ondersteunen, zowel met algemene boodschappen rond versterkend werken, als specifieke lespakketten rond bv. lichaamswaardering.  

Je vindt de materialen voor onderwijs op onze pagina met materialen

Waarom focussen op gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten? arrow

Bij preventie en behandeling van eetstoornissen en gewichtsproblemen ligt de focus op een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten. We vatten ontspannen omgaan met eten samen met de term ‘eetcompetentie’.  

  • Ontspannen eten
  • Voldoende eten
  • Gevarieerd eten
  • Luisteren naar honger en verzadigingssignalen

Dus waarom de nadruk op eetcompetenties en een gezonde leefstijl? Wat is er mis met een focus op afvallen? Het risico bestaat dat mensen met overgewicht een negatief lichaamsbeeld ontwikkelen. En ongezonde methodes gebruiken om hun gewicht te verminderen. Dit kan het risico op verstoord eetgedrag verhogen (bv. eetbuien). 
 
Bijvoorbeeld, iemand start de dag vol motivatie om minder (of niet) te eten. Zin in eten en honger bouwt op doorheen de dag. Na een drukke werkdag komt deze persoon uitgehongerd thuis. Drukte en stress zorgen voor minder zelfcontrole later op de dag, dit is volledig normaal. Alle remmen gaan los, al het eten moet op. Daarna volgen negatieve gevoelens, alsof deze persoon sterker had moeten zijn. Maar uiteraard heeft het lichaam voedsel en zelfzorg nodig om goed te kunnen functioneren. Een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten vormt de basis voor een goede gezondheid. 
Bovendien tonen studies aan dat streng lijngedrag (voedingsmiddelen van het menu schrappen, weinig eten, maaltijden overslaan) niet effectief is op lange termijn. Wie snel afvalt, komt ook snel terug bij. Inderdaad, het jojo-effect bestaat. Velen wegen uiteindelijk méér dan voor de afvalpoging. Zo blijft de vicieuze cirkel draaien. 
 
Gewicht is minder controleerbaar dan we willen geloven. Maar een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten is een vaardigheid die mensen kunnen aanleren. Daarom kiezen we voor een aanpak die op lange termijn zorgt voor een goede gezondheid, op mentaal en lichamelijk vlak. Deze aanpak kan ook, in een rustig tempo, enkele kilo’s verschil geven op de weegschaal. Maar ook zonder gewichtsverlies kunnen de meeste mensen zo een betere gezondheid bereiken.  
 
Meer info  
Risico’s van lijnen  
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES – overzicht 
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES – Afwisselend eten 

Is perfectionisme de oorzaak van eetstoornissen? arrow

Personen die perfectionistisch zijn, kunnen kwetsbaarder zijn om een eetstoornis te ontwikkelen. Toch zit deze link complex in elkaar. Je kan een vrij gezonde vorm en dosis perfectionisme hebben, maar ook een ongezonde vorm van perfectionisme.  


Maar wat is perfectionisme, en wanneer wordt het schadelijk? Iemand die perfectionistisch is, stelt hoge doelen voor zichzelf. Op zich is dit geen slechte eigenschap. Want duidelijke doelen opstellen voor jezelf kan motiverend werken.  


Maar wanneer je zelfbeeld afhankelijk is van je succes, kan je in de problemen komen. Dan ga je jezelf kritisch beoordelen als je je doel niet bereikt. Of zelfs wanneer je dat doel niet ‘perfect’ hebt bereikt. Zo kan je angst krijgen om fouten te maken en constant twijfelen of je wel genoeg doet om je hoge doelen te bereiken. 


We spreken van positief perfectionisme wanneer het gericht is op het bereiken van doelen en daarvoor beloond te worden. Dit gedrag is gemotiveerd door prestatiegerichtheid. 
En we spreken van negatief perfectionisme als het bedoeld is om verwachte negatieve situaties te vermijden. Dit is gedrag vanuit faalangst en angst om negatief beoordeeld te worden.  
In het onderzoek is nog te weinig onderscheid gemaakt tussen deze vormen van perfectionisme en hun mogelijk verband met de ontwikkeling van eetstoornissen.  
 
Meer info  
Risico- en beschermende factoren bij eetstoornissen 

Kunnen personen met een goed zelfbeeld ook vatbaar zijn voor eetstoornissen? arrow

Een positief zelfbeeld is een beschermende factor voor het ontwikkelen van een eetstoornis. Dit betekent dat een positief zelfbeeld de invloed van risicofactoren kan verminderen.   
Maar net zoals er niet één oorzaak is, is er ook niet één grote beschermende factor die iedereen kan beschermen. Andere beschermende factoren zijn onder andere mediaweerbaarheid en goede sociale relaties.   
 
Meer info  
Risico- en beschermende factoren bij eetstoornissen