Van baby, tot kleuter, tot adolescent, tot volwassene, tot…. groeien doen we ons hele leven! Doorheen het leven worden we geconfronteerd met uitdagingen waarmee we aan de slag moeten en die ons toelaten om te leren en door te groeien. Als we klein zijn gaan we op een jaar tijd van een hulpeloze baby naar een rondstappende peuter, we leren papjes eten, kruipen, stappen en mogelijk hier en daar al een woordje uitspreken. Met ouder worden, worden we met andere uitdagingen geconfronteerd: leren lezen en schrijven, vrienden maken, een eigen identiteit vormen, een evenwichtige partnerrelatie opbouwen, enz.
Jongeren zullen op velerlei verschillende manieren groeien tijdens de adolescentie. Er is fysieke groei o.a. door een stevige groeispurt, er is sociale groei waarbij men zich losmaakt van de ouders en meer aansluiting zoekt bij vrienden, er is psychologische groei met de ontwikkeling van een evenwichtig zelfbeeld en identiteit en er is de emotionele groei: het omgaan met nieuwe en intense emoties.
Groeien is vaak spannend, jongeren worden uitgedaagd om antwoorden te vinden op de snelle verandering van hun lichaam, intensere emoties, zichzelf vinden en een andere verhouding ten opzichte van hun ouders. Elk van deze groeithema’s is bovendien nauw gerelateerd aan eten en gewicht. Een groeispurt vraagt bijvoorbeeld extra energie en een verandering van eetgewoonten dat kan jongeren en hun ouders onzeker maken. De plotse felle lichaamsverandering onder invloed van hormonen kan er voor zorgen dat jongeren onzeker worden over hun lichaam en hoe het eruit zien. In die zin is het dus niet gek dat eetproblemen en stoornissen typisch in de adolescentie ontstaan.
Tussen de leeftijd van 10 tot 15 jaar maken de meeste jongeren een groeispurt door. Onder de invloed van hormonen verandert hun uiterlijk en dat geeft hen soms wat spanning: meisjes worden ronder met vet op heupen, billen en borsten. Zij kunnen zich zorgen maken dat ze toch niet “te dik” zullen worden. Bij jongens daalt het vetpercentage, zij kunnen zich zorgen maken dat ze niet breed of gespierd genoeg zijn. Onder invloed van die groeispurt hebben jongeren tijdelijk ook meer energie nodig waardoor ze ook een grotere eetlust hebben. Dit kan voor verwarring zorgen: is het echt ok dat ik zoveel eet elke maaltijd? Het is belangrijk dat zij hun eetlust kunnen toelaten en zelf leren afstemmen op de hoeveelheid energie die ze nodig hebben.
Deze groeispurt heeft ook invloed op hun lichaamsbeleving. Op korte tijd gaat hun lichaam er ineens anders uitzien en daar moeten velen aan wennen. Hun lichaam is niet meer waar ze aan gewoon waren, maar ziet er ook anders uit dan de schoonheidsidealen die stevig gepromoot worden. Accepteren dat hun lichaam daar van afwijkt en dat toch graag zien is een uitdaging voor velen.
In de adolescentie wordt de leefwereld van jongeren groter: ze gaan naar de middelbare school in een ander dorp of stad, ze krijgen een smartphone waarmee ze in contact kunnen komen met de wijde wereld, en vrienden worden steeds belangrijker. Het is ook een periode waarin tieners zoeken naar een ander contact met ouders. Ook dat kan voor veel spanning en stress zorgen.
Meer zelfstandigheid verwerven, leren omgaan met leeftijdsgenoten en hun meningen, leren omgaan met wat er hen vanuit het internet en sociale media bereikt. Het is soms flink uitdagend. Thema’s als eten en gewicht kunnen opspelen: leeftijdsgenoten en sociale media kunnen teveel nadruk leggen op het belang van uiterlijk en de illusie geven dat “er goed uitzien” het allerbelangrijkste is. Daarnaast kan de informatie die ze uit de wijde wereld oppikken hen de verkeerde richting uit sturen op vlak van eten en bewegen: bepaalde voedingsmiddelen skippen, een strikt dieet of beweegschema volgen. Experimenteren is daarbij geen probleem maar een risicothema.
Ons zelfbeeld en identiteit begint al te ontwikkelen in de lagere school. In de puberteit en adolescentie wordt dit thema steeds belangrijker. Jongeren bouwen een zelfbeeld op door zich te vergelijken met anderen. Meningen van leeftijdsgenoten worden daarbij heel belangrijk. Niet gemakkelijk in een periode waarin de fysieke en psychologische veranderingen jongeren onzeker kunnen maken Vaak vergelijken ze zich dan ook selectief en zien ze enkel de successen van de ander en het falen bij henzelf. Een eigen identiteit uitbouwen doen jongeren door te exploreren en zich in meerdere of mindere mate te binden aan deze keuzes. Ze springen van de ene vriendengroep naar de andere: van fashionista tot klimaatactivist. Het is belangrijk dat ze dat kunnen doen om zo te ontdekken wat zij leuk en belangrijk vinden. Het laat hen toe om te verkennen wie ze kunnen en willen zijn en welk pad ze uitwillen. Een gezond zelfbeeld en identiteit bestaat uit verschillende thema’s en domeinen: ‘ik hou van sport’, ‘ik vind er goed uitzien belangrijk”, “ik ben graag in de natuur”.
Om met de bijhorende druk en spanningen om te gaan zoeken sommige jongeren naar meer houvast. Ze hangen hun identiteit bijvoorbeeld op aan 1 aspect (bijvoorbeeld hun uiterlijk en/of hun gewicht: “als ik mooi ben, komt alles goed”). Het ene domein krijgt dan zoveel aandacht dat er weinig ruimte is om andere domeinen te verkennen. Bovendien zorgt de focus op slechts 1 domein niet voor een stabiel zelfbeeld. Wanneer men tekortschiet op dit domein is er niets waar men verder op kan terugvallen om een evenwichtig zelfbeeld te bewaren. Het leidt er mogelijk toe dat men nog meer rigide wordt om het domein vast te houden waardoor men er nog minder toekomt om andere domeinen te verkennen.
Bij een sterke focus op uiterlijk en gewicht kan de jongere overdreven belang gaan hechten aan voedings-, dieet- en beweegregels in een poging om zijn/haar lichaam te veranderen.
Onder de invloed van hormonale veranderingen ontwikkelen ook de meer emotionele regio’s van ons brein in de puberteit. Maar ze weten niet altijd hoe ze met die emoties moeten omgaan. Dat ontwikkelt zich wat later als het meer rationele brein zich ontwikkelt. Dat kan hen opnieuw erg onzeker maken.
Sommige jongeren gaan al eens in keukenkasten snuffelen om met een koekje of een snoepje de emotie weg te snoepen. Dit is niet problematisch zolang het niet de enige manier is waarop jongeren met emoties leren omgaan en jongeren ook evenwichtige strategieën leren kennen en inzetten.