Eetproblemen en eetstoornissen

Uit deze groeithema’s blijkt dus dat het natuurlijk ontwikkelingsproces adolescenten onzeker kan maken en daardoor hun gedrag kan bepalen. Het is ook duidelijk waarom net in deze fase vaak eet- en gewichtsproblemen opduiken, omdat ze zo aan deze groeithema’s vasthangen. 

Sommige jongeren haperen ergens doorheen hun groeiproces. Sommige jongeren ontwikkelen een eetprobleem, maar wanneer dit ernstige vormen aanneemt en nefaste gevolgen krijgt, spreken we zelfs van een eetstoornis. Het is belangrijk het verschil te kennen, omdat eetstoornissen niet geschikt zijn om in de eerstelijnsdiëtetiek een plaats te geven.

Eetprobleem: een eetprobleem is een verstoring van gezond eetgedrag, waardoor eten niet meer ontspannen of natuurlijk verloopt. Het kan op zichzelf staan, maar ook kaderen binnen een eetstoornis. Voorbeelden zijn te veel of te weinig eten, te vaak eten, te eenzijdig, te snel of te traag eten. 

Eetstoornis: een eetstoornis bevat niet alleen een eetprobleem (en dus verstoord eetgedrag), maar ook problemen op andere levensdomeinen, zoals fysiek (o.a. te laag gewicht, ziekte), sociaal (o.a. conflicten, beperkte of moeilijke relaties), en psychologisch (o.a. negatieve gedachten of negatief zelfbeeld). Om te kunnen spreken van een eetstoornis, moet aan een aantal vooraf bepaalde criteria (zoals in de DSM5, zie verder) worden voldaan.

Het is niet ongewoon dat jongeren zich soms niet goed in hun vel voelen en niet tevreden zijn met hun uiterlijk of hun gewicht. Eetproblemen en eetstoornissen bevinden zich op een continuüm. Dit wil zeggen dat men zichzelf kan bevinden op een meer of minder extreme positie en hier ook in kan schuiven naargelang de tijd of bepaalde gebeurtenissen. Hoe meer fysieke, sociale en psychologische gevolgen het eetprobleem met zich meebrengt, hoe ernstiger het dus wordt en hoe meer men opschuift richting een eetstoornis. 

Welke eetproblemen?

Eten gebeurt niet in een ontspannen sfeer wanneer jongeren moeite hebben met de vier eetcompetenties (“4G’s”) zoals hierboven beschreven. Er ontstaan dan “haperingen”. Deze haperingen kunnen zich voordoen op verschillende competenties tegelijk, wat het probleem alleen maar versterkt.