ABC

Ongeacht waar de jongere in vastloopt, er zijn drie universele basisbehoeften waar iedereen nood aan heeft. Jongeren helpen groeien betekent dus ook tegemoetkomen aan deze basisbehoeften.

Autonomie

Zichzelf mogen zijn en zelf (mee) beslissingen kunnen nemen in de begeleiding. Jongeren moeten de kapiteinsrol over hun eigen leven kunnen blijven behouden. Dit betekent niet dat het een “laisser-faire” is waarbij je de jongere zijn gang laat gaan. Je mag nog steeds regels opstellen, maar het is belangrijk te benadrukken waarom die regels er zijn zodat ze “toestemmen”.

  • Wat is het probleem volgens de jongere?
  • Wat vindt die van de begeleiding?
  • Wat verwacht de jongere van de begeleiding?
  • Hoe denkt de jongere dat het moet aangepakt worden?
  • Wanneer heeft de jongere diens doelen bereikt?
  • Hoe ziet het einddoel er voor de jongere uit?
  • Waar wil die mee aan de slag en hoe?
  • Wanneer wil de jongere de doelen bereikt hebben?

Betrokkenheid

Jongeren kan je pas helpen groeien als ze voelen dat je betrokken en begaan met hen bent. De nood aan betrokkenheid is het gevoel krijgen dat je om anderen kan geven en dat anderen geven om jou. Dat doe je niet alleen door interesse te tonen in de leefwereld van de jongere, maar ook door hen als persoon onvoorwaardelijk te accepteren. Dat betekent niet dat je alles wat ze doen moet goedkeuren. Dat betekent wel dat je een onderscheid kan maken tussen wie ze zijn en wat ze doen. We aanvaarden wie ze zijn, enkel zo kunnen ze bij jou terecht wanneer ze fouten maken of wanneer het moeilijk gaat.

Competentie

Jongeren zullen pas veranderingen kunnen doorvoeren, wanneer ze het gevoel hebben dat ze daartoe in staat zijn. Wanneer ze van in het begin al denken dat ze zullen falen, is de kans ook groter dat dat ook echt gebeurt. Als ze zich daarentegen competent voelen, werkt dat vooral stimulerend.

  • Geef duidelijk aan wanneer je wat verwacht van de jongere
  • Wat heeft de jongere zelf al geprobeerd?
  • Wat liep al goed?
  • Heeft de jongere zelf oplossingen?
  • Deel nieuw gedrag op in kleinere, haalbaardere stappen
  • Wat is nodig voordat we verder gaan?
  • Wie kan helpen om de volgende stappen te zetten?
  • Wat kan de jongere zelf doen?
  • Benadruk de krachten, talenten en capaciteiten