Neutraal en niet-stigmatiserend handelen 

Jongeren staan pas open voor groei wanneer we ze correct, zonder vooroordelen, behandelen. Zeker wat eten en gewicht betreft zijn die vooroordelen alomtegenwoordig, ook bij diëtisten en andere hulpverleners.

Van iemand met een afwijkend gewicht denken we vrijwel automatisch dat ze erg ongezond leven, dit ongezond leven hun eigen schuld of verantwoordelijkheid is, en ze vooral ongemotiveerd zijn om wel gezond te leven. Niet alleen ontstaan zo vicieuze cirkels, maar het is ook een barrière voor behandeling. Wanneer hulpverleners de verantwoordelijkheid en “de schuld” volledig bij de jongere leggen, zullen ze al gauw op enkel maar meer problemen stuiten. Bekijk de jongere als een mens in volle groei. Niet als iemand die het probleem of de hapering “is”, maar als iemand die een probleem of hapering “heeft”, en daar ook weer uit kan geraken wanneer die maar genoeg hulp van de omgeving krijgt.


Diëtisten zijn niet gevrijwaard van strenge waarden en normen over wat het is om gezond te zijn en er goed uit te zien. Het maatschappelijk slankheidsideaal heeft op iedereen een impact. Bovendien weten diëtisten bij uitstek wat gezondheid inhoudt. Dit kan ervoor zorgen dat ze naar perfectie streven en de druk te ver opdrijven. Als we verwachten dat de jongere mild is voor zichzelf, moeten we dat zelf natuurlijk ook voor de jongere zijn.

  • Probeer moeilijkheden te zien als leerkansen. Bepaalde gedragingen kunnen vooral pogingen zijn om om te gaan met de problematiek die speelt.
  • Kijk ook naar wat er al goed loopt. Zelden loopt echt alles mis, er zijn ook domeinen waar het goed loopt. De jongere heeft talenten, krachten en sterktes die kunnen helpen om verder te groeien.
  • Gewicht mag niet de focus of de motivator zijn. Focus in plaats daarvan op een gezonde en evenwichtige levensstijl. Het gedrag en de gezondheid veranderen is belangrijker dan het cijfer op de weegschaal aanpassen aangezien dat cijfer niet bepaalt hoe gelukkig of gezond je bent.
  • Je moet voor je lichaam zorgen, in plaats van het onder druk te zetten. Stimuleer zelfzorg (“wat heeft je lichaam nodig?”).
  • Adviseer geen diëten om lichaamsvorm te veranderen.
  • Antwoord niet bevestigend als de jongere over diens lichaam of gewicht klaagt.


Veel begint bij de taal die we hanteren. Vermijd daarom taal die focust op uiterlijk en gewicht (dun en dik). Koppel er ook zeker geen waarden of idealen aan (bv. slank en mooi, dik en lelijk of lui). Spreek van een probleem dat ze hebben, niet hoe problematisch ze zijn (bv. “je bent anorectisch” versus “je ervaart de druk om te vermageren en je lichaam te veranderen”).