Elke diëtist die werkzaam is in de hulpverlening kan te maken krijgen met gedrag dat doet denken aan eet-problemen of eetstoornissen. Ook diëtisten in de eerste lijn. Het is niet altijd evident om daarmee aan de slag te gaan. Je zal moeten inschatten of er hulp nodig is, en zo ja, welke hulp nodig is en je zal moeten beslissen of je moet doorverwijzen.
Eetproblemen kunnen overgaan in eetstoornissen. Om ervoor te zorgen dat iedereen het over hetzelfde heeft wanneer men spreekt over bepaalde stoornissen, gebruiken we vaak diagnostische criteria. Er zijn verschillende richtlijnen, maar de meest gebruikte zijn te vinden in de DSM (Diagnostic and Statistic Manual of Mental Disorders). De DSM-5 (APA, 2013) is een manual die wereldwijd wordt gebruikt en zes concrete eet- en voedingsstoornissen beschrijft: pica, ruminatiestoornis, vermijdend restrictieve voedselinnamestoornis (ARFID), anorexia nervosa (AN) waaronder restrictief type (AN-R) en eetbuien/purgerende type (AN-BP), boulimia nervosa (BN) en de eetbuistoornis (binge eating disorder, BED). Hoewel alle bovenstaande stoornissen op elk moment in het leven kunnen gediagnosticeerd worden, komen sommige stoornissen vaak op jonge leeftijd voor (pica, ruminatiestoornis, ARFID), terwijl andere meer tijdens de adolescentie en jongvolwassenheid ontstaan (AN, BN, BED). We lichten AN, BN, en BED verder toe. We belichten ook ARFID, want kinderen groeien hier meestal niet zomaar uit en dragen dit soms mee tot in de adolescentie. We bespreken ook kort een relatief nieuw profiel, namelijk van Orthorexia Nervosa (ON).
Anorexia Nervosa (AN)
DSM-5 definieert AN aan de hand van de volgende criteria (vrije Nederlandse vertaling)
Symptomen
A. Beperking van de energie-inname volgens behoefte wat leidt tot een opmerkelijk laag lichaamsgewicht gezien de lengte, leeftijd, sekse, ontwikkelingstraject en lichamelijke gezondheid. Een opmerkelijk laag gewicht wordt gedefinieerd als een gewicht dat lager is dan wat minimaal normaal is, of bij kinderen en adolescenten lager dan wat minimaal verwacht mag worden.
B. Intense angst om aan te komen en om dik te worden, of aanhoudend gedrag om toename van gewicht te voorkomen, zelfs bij een opmerkelijk laag gewicht.
C. Verstoring van de manier waarop het lichaamsgewicht of het figuur wordt ervaren, het gewicht of het figuur heeft een onevenredig grote invloed op de zelfwaardering, of een aanhoudend gebrek aan inzicht in hoe ernstig het lage lichaamsgewicht wel niet is.
Subtypes
AN-BP = Eetbui-purgerend type, waarbij er eetbuien (en dus controleverlies) en purgeergedrag (compensatiegedrag, zoals bv. zelfopgewekt braken) aanwezig zijn
AN-R = Restrictieve type, waarbij er geen eetbuien of purgeergedrag aanwezig zijn. Het ondergewicht wordt vooral gecreëerd en onderhouden door lijnen, vasten en overmatige lichaamsbeweging.
Ernst
De ernst van AN wordt in de DSM-5 bepaald door de BMI (kg/m²) voor volwassenen, voor kinderen en adolescenten wordt een aangepaste BMI aangeraden die rekening houdt met leeftijd en geslacht en het BMI afzet tegenover normgegevens.
Lees hier meer over antropometrie bij kinderen en jongeren.
Boulimia Nervosa (BN)
DSM-5 definieert BN aan de hand van de volgende criteria (vrije Nederlandse vertaling)
Symptomen
A. Eetbuien door controleverlies:
a. Eten in een afgebakende periode (bijvoorbeeld 2 uur) van een hoeveelheid voeding die beslist groter is dan wat de meeste mensen zouden eten gedurende dezelfde tijd onder dezelfde omstandigheden.
b. Een gevoel van gebrek aan controle over het eten gedurende die episode (bijvoorbeeld een gevoel dat men niet kan stoppen met eten; geen controle heeft over wat of hoeveel men eet).
B. Terugkerend ongepast compensatiegedrag om gewichtstoename te voorkomen, zoals zelf opgewekt braken, misbruik van laxeermiddelen, diuretica of andere medicatie, vasten, of excessief bewegen.
C. De eetbui en het ongepaste compensatiegedrag kwamen allebei gemiddeld (minstens) één keer per week voor in de laatste drie maanden.
D. De zelfwaardering wordt onevenredig sterk beïnvloed door het figuur en gewicht
E. De verstoring vindt niet alleen plaats gedurende episodes van Anorexia Nervosa
Ernst
De ernst wordt in de DSM-5 bepaald door de frequentie van het compensatiegedrag.
Eetbuistoornis (Binge Eating Disorder, BED)
DSM-5 definieert BED aan de hand van de volgende criteria (vrije Nederlandse vertaling)
Symptomen
A. Eetbuien door controleverlies:
Eten in een afgebakende periode (bijvoorbeeld 2 uur) van een hoeveelheid voeding die beslist groter is dan wat de meeste mensen zouden eten gedurende dezelfde tijd onder dezelfde omstandigheden.
Een gevoel van gebrek aan controle over het eten gedurende die episode (bijvoorbeeld een gevoel dat men niet kan stoppen met eten; geen controle heeft over wat of hoeveel men eet).
B. Een eetbui wordt gekenmerkt door de volgende kenmerken:
Veel sneller eten dan gebruikelijk
Eten tot men zich onaangenaam vol voelt
Een grote hoeveelheid eten terwijl men lichamelijk geen honger heeft
Alleen eten omdat men zich schaamt over hoeveel men eet e. Na afloop zich walgelijk, depressief of schuldig voelen
C. Het hebben van eetbuien gaat gepaard met sterke gevoelens van stress
D. De eetbui vindt (minstens) gemiddeld 1 keer per week plaats gedurende drie maanden
E. De eetbui wordt niet gevolgd door terugkerend ongepast compenserend gedrag (bijvoorbeeld zelf opgewerkt braken, vasten, extreem veel bewegen) en gebeurt niet exclusief gedurende de periode van Anorexia Nervosa, Boulimia Nervosa of een Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis.
Ernst
De ernst wordt in de DSM-5 bepaald door het aantal eetbuien.
Avoidant Restrictive Food Intake Disorder (ARFID)
ARFID, of de vermijdend restrictieve voedselinnamestoornis, is een relatief nieuwe stoornis die in de DSM-5 voor het eerst werd opgenomen. De DSM-5 definieert ARFID aan de hand van de volgende criteria (vrije Nederlandse vertaling)
ARFID, of de vermijdend restrictieve voedselinnamestoornis, is een relatief nieuwe stoornis die in de DSM-5 voor het eerst werd opgenomen. De DSM-5 definieert ARFID aan de hand van de volgende criteria (vrije Nederlandse vertaling)
Symptomen
A. Een eet- of voedingsstoornis (bv. geen interesse in eten of voeding, vermijden van bepaalde voeding op basis van de sensorische kenmerken, of zorgen over de negatieve gevolgen van eten) waarbij men herhaaldelijk faalt om aan de nodige voedings- en/of energiebehoeften te voldoen, en die gekenmerkt wordt door één of meerdere van de volgende aspecten:
a. Significant gewichtsverlies (of falen om de verwachte gewichtstoename te bereiken, stagnerende groei)
b. Significante voedingstekorten
c. Afhankelijkheid van sondevoeding of voedingssupplementen
d. Duidelijke impact op psychosociaal functioneren
B. Niet verklaard door een gebrek aan toegankelijkheid van voedsel of een cultureel gebruik
C. Niet exclusief tijdens Anorexia of Bulimia Nervosa en geen bewijs van een verstoring in hoe men het lichaam of gewicht ervaart D. Niet veroorzaakt door een gelijktijdige medische conditie of een andere mentale stoornis.
Ernst
De ernst wordt in de DSM-5 niet bepaald.
Extra: Orthorexia Nervosa (ON)
Tegenwoordig merken diëtisten in hun praktijk een nieuw soort profiel op, waarbij er niet expliciet wordt gefocust op lichaamsgewicht- en vorm, maar eerder op de gezondheid van het lichaam. Sinds 2013 wordt steeds meer de term “orthorexia nervosa” gebruikt om naar deze nieuwe variant te verwijzen. Het wordt bedoeld als een eetstoornis, maar wordt voorlopig niet officieel zo erkend. Er is nog veel debat over of het een stoornis is of niet. Ook over de specifieke diagnostische criteria is men het nog niet volledig eens. Toch is het de moeite waard om te vermelden omdat het in de klinische praktijk steeds vaker voorkomt.
Symptomen
De belangrijkste experten binnen het ON-domein, die tevens ook zetelen in de Orthorexia Nervosa Taskforce (ON-TF), publiceerden, in onderlinge consensus, in 2019 twee kernkenmerken van ON (vrije Nederlandse vertaling):
A. Een obsessieve focus op diëten, via gezond eten, omdat men gelooft dat dit een optimaal welzijn teweeg brengt. Er zijn rigide dieetregels en men is herhaaldelijk en op een hardnekkige manier bezig met voeding, en/of compulsieve gedragingen.
B. Er is consequent en klinisch significant lijden (“impairment”), zoals bijvoorbeeld op medisch of psychologisch vlak of andere levensdomeinen
Ernst
Het is voorlopig nog niet mogelijk om eenduidige richtlijnen te geven over de ernstniveaus van ON. Er kan worden gebruik gemaakt van ON-vragenlijsten en de bijbehorende drempelwaarden, zoals bijvoorbeeld de Dusseldorf Orthorexia Schaal (DOS, Barthels et al., 2015).
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze website verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.