Plaats van het somatisch luik

Waar ben je als CGG-medewerker van op de hoogte en wat dient opgevolgd te worden door een gespecialiseerde arts/huisarts/kinderarts?

Waar kan je zelf op letten in de sessie?

Het medisch/somatisch luik is inherent verbonden aan de behandeling van cliënten met een eetstoornis. In ‘Nodige expertkennis/Somatisch luik’  hebben we meer in detail besproken wat de somatische gevolgen zijn van ondergewicht, compensatiegedrag en eetbuien. Opvolging door een (huis- of gespecialiseerde) arts is dan ook een noodzakelijk onderdeel van de behandeling van een cliënt met een eetstoornis. Voor artsen hebben we apart ondersteuningsmateriaal hierrond.

In het volgend onderdeel komt aan bod hoe lichamelijke factoren bepalen of een behandeling (nog langer) ambulant kan gebeuren dan wel of een tijdelijke opname aangewezen is. Regelmatig leeft toch de bezorgdheid of het wel (medisch) veilig is om een cliënt met een eetstoornis ambulant te behandelen. Wat zijn dan de belangrijkste factoren om mee rekening te houden tijdens de behandeling?

Waar ben je als CGG-medewerker van op de hoogte en wat dient opgevolgd te worden door een gespecialiseerde arts/huisarts/kinderarts?

Door braken, laxeren en gebruik van diuretica ontstaan stoornissen in de elektrolytenhuishouding, in het bijzonder een tekort aan kalium en magnesium. Kaliumtekort bevat het risico op acute hartstilstand. Magnesiumtekort kan leiden tot verwardheid, spierzwakte, spierkrampen en hartritmestoornissen. Bij vermoeden van regelmatig braken, gebruik van diuretica en laxeren is regelmatige opvolging door een arts vereist.

Gewicht en gewichtsevolutie: het is belangrijk om heldere afspraken te maken met de cliënt (en de ouders van de cliënt) wie het gewicht opvolgt: huisarts, kinderarts, diëtist,… of te kiezen om dit door het CGG te laten gebeuren. Het gewicht dient opgevolgd te worden in functie van de somatische gevolgen ten gevolge van onder- en ook overgewicht. Het is ook een van de factoren die mee een rol speelt in de inschatting of ambulante behandeling (nog langer) mogelijks is.

Ondervoeding kan aanleiding geven tot hypoglycemieuitdroging en cardiovasculaire aandoeningen.

Sommige patiënten drinken te weinig water, anderen drinken erg veel water om hun gewicht te manipuleren voor een weegmoment. Hierdoor kan het natriumgehalte in het bloed gevaarlijk laag worden.

Waar kan je zelf op letten in de sessie?

Signalen van braken

  • Wondjes op de rug van de hand
  • Ontstekingen tandvlees, tong, mond
  • Hese stem
  • Duizeligheid en flauwvallen door uitdroging (uitdroging kan ook door misbruik laxeermiddelen en diuretica)

Bespreek de risico’s van purgeergedrag met de patiënt en moedig hem/haar aan contact op met de (huis)arts zodat kalium opgevolgd kan worden

Symptomen van hypoglycemie

  • Zweten
  • Beven
  • Geeuwen
  • Plots hevig hongergevoel
  • Verwardheid
  • Duizeligheid
  • Hoofdpijn

Stop eventuele fysieke activiteit en geef snel oplosbare suikers (bv. suikerhoudende frisdrank, gesuikerde melk) en een boterham

Symptomen van uitdroging  

  • Droge mond
  • Duizeligheid en flauwvallen

Geef een zoute drank bv. (instant)soep