Wanneer is behandeling ambulant mogelijk?

De beslissing met betrekking tot de haalbaarheid van een ambulante behandeling, wordt genomen op basis van

het stepped care model

je risicotaxatie

EOSS

Het Stepped Care Model

Mede vanuit het stepped care model wordt (gespecialiseerde) ambulante behandeling verkozen boven een residentiële behandeling: er wordt bij voorkeur gekozen voor de minst ingrijpende vorm van hulp voor cliënt, zo dicht mogelijk bij het gewone leef-, leer- of werkmilieu [87] [8]. Een cliënt met een eetstoornis komt bij voorkeur eerst voor behandeling in een ambulante setting vooraleer hulp gezocht wordt in een residentiële setting en wordt best nadien ook weer ambulant opgevolgd.

Risicotaxatie

Gezien de complexiteit van de problematiek en de inherente somatische component is het niet altijd evident om weten of een cliënt met een eetstoornis (nog) steeds ambulant kan behandeld worden dan wel of tijdelijk een intensievere behandeling noodzakelijk is. Om een inschatting te maken wanneer bij eetstoornissen een psychiatrische en/of medische opnamefase aangewezen is, worden volgende aspecten mee in rekening gebracht (risicotaxatie) [2]:

  •  BMI <15
  • Snel gewichtsverlies
  • Zweten, trillen, verwardheid
  • Automutilatie, suïciderisico
  • Ongecontroleerd purgeren, extreme beweegactiviteit
  • Overschrijden draagkracht systeem
  • Geen evolutie na 3 maanden ambulante zorg

De beoordeling gebeurt op basis van de evolutie en combinatie van de verschillende factoren.  Een arts dient betrokken te zijn voor de opvolging van de medische indicatoren, zoals hartslag, lichaamstemperatuur, bloeddruk, kalium, natrium,…

Daarnaast is het ook belangrijk om het algemeen psychosociaal functioneren te beoordelen. Indien dit zo ernstig verstoord is dat de ontwikkeling van de cliënt helemaal stagneert, is dat een indicatie voor opname, ook los van fysieke risico’s. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een 16-jarige die reeds een significante periode niet meer naar school gaat, geen hobby’s heeft, geen sociale contacten heeft en met een depressief beeld thuis zit.

Bij een BMI van minder dan 13 of bij een gewichtsverlies van meer dan 1 kg/week of meer dan 30% gewichtsverlies op 6 maanden tijd of ernstige medische complicaties is een urgente medische opname aangewezen, met input vanuit psychiatrie, tot medische stabiliteit hersteld is [88, 89, 8].

EOSS

Een inschatting van het algemeen gezondheidsrisico staat ook voorop in het geval van obesitas. Het Edmonton Obesity Staging System (EOSS), [90, 91] is een recent en belangrijk klinisch hulpmiddel bij de inschatting van de ernst bij overgewicht en obesitas. De EOSS koppelt zorgtoewijzing aan het ruimere ‘gezondheidsrisico’ in plaats van enkel het medisch risico en de BMI stadiëring. Aan- of afwezigheid van risicofactoren op medische vlak, mentaal vlak (bv. aanwezigheid van eetbuistoornis, ADHD, depressie…) en functionaliteit komen hierbij aan bod, bij patiënten met een BMI vanaf 30. Hierbij worden vijf stadia onderscheiden die niet alleen verwijzen naar gradatie in ernst, maar ook een bijhorende indicatie voor het type behandeling aangeven.  De EOSS is in die zin ook een handig klinisch instrument binnen een CGG-context om de inschatting te maken naar waar de cliënt best wordt doorverwezen voor de behandeling van het gewichtsprobleem, alsook hoe en wanneer het CGG best wel betrokken is in de behandeling.

Uitbreidingsmateriaal

  • Meer over risicotaxatie door arts: klik hier
  • Multidisciplinaire eetstoornisklinieken in Vlaanderen:
  • Tekst rond zorgtoewijzing obesitas vanuit eerstelijn: klik hier
  • Meer over EOSS: klik hier.
  • Informatie over zelfhulp en referenties van zelfhulpboeken: klik hier.