Normaal gewicht

Kwantitatief is een gewicht normaal te noemen zolang het niet te sterk afwijkt van de verwachte normen met in achtneming van geslacht en leeftijd. Om te beoordelen of een bepaald gewicht “normaal” is, moet het in verhouding staan tot de lengte. Deze verhouding wordt uitgedrukt in termen van “Body Mass Index” (BMI).

BMI = gewicht (kg) / (lengte (m) x lengte (m)) = … kg/m²

Voor volwassenen (vanaf 18 jaar) hanteert de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de volgende afkapwaarden:

BMI < 16ernstig ondergewicht
BMI 16-18,5ondergewicht
BMI 18,5 – 25normaal gewicht
BMI 25-30overgewicht
BMI >= 30obesitas

Deze volwassen grenswaarden mogen niet worden toegepast voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Bij kinderen en jongeren moet men gebruik maken van leeftijds- en geslachtsspecifieke referentiecurven van de BMI.

We moeten er wel rekening mee houden dat verschillende factoren het gewicht kunnen beïnvloeden, zoals botstructuur en spiermassa, zodat een relatief hoge BMI niet automatisch betekent dat men te zwaar zou zijn. Anderzijds is een eerder tengere lichaamsbouw door aanleg mogelijk, waardoor een lage BMI niet automatisch problematisch ondergewicht betekent. Een BMI geeft ook geen aanduiding over het vetgehalte of de vetverdeling.

Men spreekt van een normaal gewicht bij een BMI tussen 18,5 en 25.

Gezond gewicht

Een normaal gewicht is echter niet per definitie gezond wanneer het op een risicovolle manier behaald wordt. Het is ook belangrijk om, naast het berekenen van de BMI, te screenen naar gewichtsgerelateerde risicofactoren. Opsporen van een onderliggend psychisch lijden, een functionele beperking, een eetstoornis,… zijn uitermate belangrijk om een gewichtsprobleem in een ruimere context te plaatsen.