Eetstoornissen gaan vaak gepaard met andere psychiatrische aandoeningen. Bij 70-80% van de mensen met een eetstoornis is een comorbide stoornis aanwezig (bij mannen en vrouwen). De voornaamste comorbide aandoeningen zijn angst- en stemmingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en stoornissen in het gebruik van middelen. Het tegelijk aanwezig zijn van andere psychiatrische stoornissen is gelinkt aan ernstigere eetstoornispathologie en bijhorend psychisch lijden. 

Bij comorbiditeit kan het gaan over: (a) de eetstoornis volgt op de andere stoornis, (b) de eetstoornis gaat aan de andere stoornis vooraf, of (c) de eetstoornis en de andere stoornis zijn ongeveer simultaan gestart. 

Verstoord eetgedrag (en negatief affect) komt ook bij diverse psychologische/emotionele en psychiatrische problemen voor. Vaak wordt er aan het eetprobleem te weinig aandacht geschonken omdat men het een bijkomstig probleem acht en het slechts als een ‘secundair symptoom’ beschouwt. Toch kan het verstoorde eetgedrag tot een ‘echte’ eetstoornis ontwikkelen (verstoord eetpatroon en negatief affect zijn beide belangrijkste risicofactoren voor de ontwikkeling van een eetstoornis.  

Het is dus niet altijd eenvoudig om vast te stellen of er sprake is van comorbiditeit, de aanwezigheid van twee psychiatrische stoornissen, dan wel of alle symptomen verklaard kunnen worden door één van de twee aandoeningen. De relatie tussen verstoord eetgedrag en psychische symptomen is vaak  bidirectioneel, wat (differentiaal)diagnose bemoeilijkt.   

Meer concrete informatie over de comorbiditeit tussen psychiatrische aandoeningen en eetstoornissen kan je vinden in het stappenplan Eetproblemen en eetstoornissen voor psychologen en CGG.