Wat kan je als sportorganisatie doen?

Preventie

Als sportorganisatie kan je inzetten op preventie van eet- en gewichtsproblemen door te versterken wat beschermt én bijkomend risicofactoren te verminderen.

De algemene basisprincipes voor de preventie van eet- en gewichtsproblemen lees je hier.
Hieronder zoomen we in op enkele specifieke thema’s waar je als sportorganisatie op kan inzetten.

Versterken

Preventie van eet- en gewichtsproblemen vertrekt vanuit een versterkende insteek, gericht op beschermende factoren. De focus ligt daarom op het creëren van een ondersteunende omgeving, waarbij aandacht is voor thema’s die alle sporters steviger in hun schoenen zetten. Versterken doe je ook door een omgeving te creëren waar op doordachte wijze gecommuniceerd wordt rond de thema’s voeding, uiterlijk, eten en gewicht. Zo kom je tot een sportomgeving die niet alleen het lichaam versterkt, maar ook mentaal welzijn en veerkracht bevordert. En dat is ook waardevol voor je sportorganisatie. Want veerkrachtige jonge sporters, ontwikkelen zich tot sterke volwassen sporters die duurzame sportprestaties kunnen neerzetten.

Hieronder staan de belangrijkste beschermende factoren. Klik op het balkje om te lezen waar je als sportorganisatie op moet letten en wat je kan doen om te versterken:

Versterk via doordachte communicatie arrow

De boodschappen die je geeft (wat je zegt) én de wijze waarop je communiceert (hoe je iets zegt) bepalen mee de sfeer die in de sportorganisatie leeft. Doordacht communiceren vormt daarom de rode draad doorheen alle acties die je vanuit het beleid kan nemen ter preventie van eet- en gewichtsproblemen.

Onthoud rond communicatie deze twee kernprincipes:

1) Pleit binnen je sportorganisatie voor gezondheid en welzijn, niet voor uiterlijk of gewicht.
Als sportorganisatie stimuleer je mensen om voldoende te bewegen, maar nog al te vaak wordt er vanuit de omkadering én door sporters foutief de link gelegd tussen meer bewegen, gewichtsverlies en gezondheid.
Gezondheid is echter veel ruimer dan enkel beweging, voeding en gewicht. Ook sociale, emotionele, en fysieke aspecten dragen bij tot onze gezondheid. Bovendien is de focus in preventie de voorbije jaren verschoven van een probleemgerichte insteek, naar een focus op beschermende factoren. Daarom wordt er bij gezondheidsbevordering niet meer gesproken in termen van gewicht, maar in termen van een gezonde leefstijl.
Neem daarom de volgende aspecten mee in je boodschappen:

» In beweging staat plezierbeleving centraal, geen gewichtsverlies.
» Focus op de voordelen van een gezonde leefstijl, niet op de risico’s van ongezond gedrag.
» Communiceer dat gewicht niet synoniem staat voor een (on)gezonde leefstijl.
» Leg in boodschappen uit dat gezondheid ruimer is dan voeding en gewicht. Leg de nadruk niet enkel op voldoende fysieke activiteit en gezonde voeding, maar ook op het bevorderen van zelfwaardering, sociaal contact en tevredenheid met het lichaam.
» Corrigeer het idee dat een lichaam ‘maakbaar’ is en dat iedereen dezelfde maten kan bereiken (als je maar voldoende sport). Het is onjuist.
» Vermijd taal die impliciet of expliciet antivetboodschappen geeft.

2) Gebruik niet-stigmatiserende communicatie rond gewicht, uiterlijk en mentale gezondheid
Stigma’s rond uiterlijk, gewicht, lichaamsvormen of mentale gezondheid creëren een onveilige sfeer voor je sporters. Ze hebben een negatieve impact op het zelfbeeld en welbevinden, en vormen hierdoor een risicofactor voor eetproblemen. Bovendien toont onderzoek aan dat sporters onzekerheden en problemen niet aangeven, wanneer er in de sportomgeving een negatieve houding is ten opzichte van moeilijkheden of het zoeken van hulp. Het is dus cruciaal om een toegankelijke omgeving te creëren. Alleen dan zullen sporters sneller aangeven wanneer ze problemen ervaren en vermijd je escalatie.

» Actie: Ga na welke ideeën en attitudes rond eten en gewicht er leven bij het bestuur en de medewerkers.
Je kan hiervoor gebruik maken van de actie-reactie tool uit het project ‘gezond eten in de sportclub’. Aan de hand van een fotospel ga je na welke reacties er zijn op situaties rond voeding en gewicht in de club. Die reacties zijn dikwijls het gevolg van vaak voorkomende attitudes en meningen over eten en gewicht die zelden worden uitgesproken, maar die toch duidelijk opmerkingen tussen clubleden in de hand werken. Je vindt bij de toelichting meteen ook inspiratie voor versterkende boodschappen.


·         Verdiepende materialen:

– Communiceren rond gewicht met sporters (fiche)
– Tips voor niet-stigmatiserend communiceren (fiche hulpverleners)
– Gezond eten in de sportclub (project)

·        Ondersteuning bij je communicatie
Eetexpert biedt advies aan bij beleidswerk en communicatie. Contacteer ons via secretariaat@eetexpert.be.

Zet in op een groeigerichte visie arrow

Sporters die op hoog niveau trainen, brengen veel tijd door in de sportclub. Jonge sporters die op hoog niveau trainen, groeien zelfs op samen met de sportclub. Je kan hierdoor niet omheen het ruimere ontwikkelingsproces van je sporters, want naast de stappen die ze als sporter nemen, groeien ze ook als persoon. Het model rond ontwikkelingsgericht trainen biedt een leidraad om sporters te ondersteunen en te stimuleren, rekening houdend met hun leeftijd, ontwikkelingsfase en de getraindheid. Net zoals dit model inspireert bij het trainen van fysieke vaardigheden, vormt het ook de basis voor het versterken van eetgedrag.

Focus op een gezonde levensstijl arrow

Focussen op een gezonde leefstijl bevordert een ruimer beeld van gezondheid, dan puur het uiterlijke. Gewicht alleen zegt namelijk onvoldoende over iemands gezondheid. Levensstijl factoren geven veel meer informatie over iemands gezondheidsstatus en welbevinden. Door in je sportclub de focus te verschuiven naar een gezonde levensstijl in alle facetten, vermijd je een eenzijdige focus op gewicht bij je sporters. Je geeft aan dat om gezond te leven ze kunnen inzetten op:

  • Afwisselend eten, met stevige eetvaardigheden.
  • Leuk bewegen, met aandacht voor wat goed doet voor je lichaam. Niet te weinig, maar ook niet te veel.
  • Lief zijn voor jezelf en je lichaam
  • Emoties reguleren
  • Slapen

Voordelen van een focus op gezonde leefstijl:
– Door te benadrukken dat gezondheidswinst op elke gewicht bereikt kan worden, ga je stigmatisering rond gewicht tegen.
– Je zet tegelijk in op het voorkomen van gewichtsproblemen én eetstoornissen. Boodschappen rond gewichtsverlies, stimuleren namelijk een negatief lichaamsbeeld en worden ook opgepikt door mensen met een eetprobleem of eetstoornis.

– Een gezonde leefstijl bevat positieve vaardigheden die mensen kunnen aanleren. Ze helpen daarom iedereen vooruit. Focus daarom ook doelbewust niet te veel op onder- of overgewicht, emotionele problemen of eetproblemen, maar kies in je aanpak voor wat mensen kunnen doen.

 

Fiche: Een gezonde leefstijl voor sporters

Lichaamsbeeld versterken arrow

Wist je dat een positief lichaamsbeeld één van dé beschermende factoren is tegen de ontwikkeling van eetstoornissen? Het versterken van een positief lichaamsbeeld vormt internationaal reeds de basis voor de meest effectieve preventieprogramma’s bij sporters.

Wat is een lichaamsbeeld?
Je lichaamsbeeld bevat zowel positieve als negatieve evaluaties over je eigen lichaam. Deze evaluaties sturen je perceptie, attitude, emoties, cognities en gedrag:
• Hoe ervaar je je lichaam?
• Wat geloof je over je lichaam?
• Hoe voel je je bij je lichaam?
• Hoe denk je over je lichaam?
• Hoe gedraag je je naar je lichaam toe?

Je leest er meer over in deze fiche: Lief zijn voor je lichaam

Hoe kijken sporters naar hun lichaam?
Bij sporters moet je een onderscheid maken tussen het lichaamsbeeld dat ze hebben als sporter en hun ‘sociaal lichaamsbeeld’ (de Bruin, 2010). Het lichaamsbeeld als sporter, betreft het interne beeld, de ideeën en evaluatieve connotatie die een sporter heeft over zijn of haar lichaam in functie van de sport en de prestaties. Het sociale lichaamsbeeld, verwijst naar de evaluaties die een sporter heeft over het lichaam in het dagelijkse functioneren. Deze opdeling helpt ons begrijpen hoe sporters enerzijds een positief lichaamsbeeld kunnen hebben en over het algemeen niet meer lichaamsontevredenheid hebben dan niet-sporters (Claes et al. 2014), maar in het kader van hun sport toch ontevreden kunnen zijn over hun lichaam.

Whereas controls believe that “thin is beautiful”, athletes seem more convinced or persuaded that “thin is going to win”.
Het lichaam heeft binnen de sportomgeving een belangrijke plaats. Ongeacht of het gaat over teamsporten of individuele sporten; esthetisch of niet-esthetische sporten, het lichaam is het werkinstrument van een sporter en wordt hierdoor stevig gemonitord. In het bijzonder vormt de puberteit een risicoperiode in de ontwikkeling van een negatief lichaamsbeeld. Het lichaam ontwikkelt in die periode sterk, met grote veranderingen in de lichaamssamenstelling als gevolg. Het lichaam van een sporter komt in deze periode vaak nog meer onder de aandacht en krijgt nog meer feedback te verwerken. De manier waarop deze feedback wordt gegeven, is cruciaal. Kies daarom voor doordachte communicatie;

Wat kan je vanuit het beleid doen om een positief lichaamsbeeld te versterken?
* Leg de nadruk op het belang van een gezond lichaam om te kunnen presteren i.p.v. lichaamsgewicht en -vormen. Dit verkleint de neiging bij sporters om hun gewicht de schuld te geven van eventuele slechte prestaties.
* Informeer sporters en coaches over het doel en de mogelijke risico’s verbonden aan lichaamsmanipulatie en –metingen​. Simpelweg ontevreden zijn over het gewicht van een sporter is niet voldoende.
* Gebruik rolmodellen met verschillende lichaamsvormen en – gewicht en met een positief lichaamsbeeld.
* Herbekijk sportkledij en (wedstrijd) uniformen. Kledij moet niet alleen bewegingsvrijheid toelaten, maar zowel fysiek als mentaal comfortabel aanvoelen.
* Wees zelf kritisch t.o.v. stereotypen. Ontkracht ze.
* Zet in op mediaweerbaarheid en geletterdheid​.
* Ga doordacht om met weeg- en meetmomenten.

Eetvaardigheden versterken arrow

Bij ‘eten’ denken we bijna automatisch aan wat een sporter moet eten om voldoende energie binnen te hebben. Daarvoor heeft een sporter kennis nodig over toereikende voeding. Maar om goed en evenwichtig te kunnen eten, heeft een sporter ook eetvaardigheden nodig. Deze vaardigheden worden samengevat onder het begrip Eetcompetentie (Satter, 2007).

 

In de preventie van eetproblemen en eetstoornissen is het versterken van eetvaardigheden een belangrijke pijler. Als organisatie kan je hieraan bijdragen door voldoende informatie te voorzien over toereikende voeding en goede eetvaardigheden.

Vorming organiseren?

Zoek naar een sportdiëtist (Gezond sporten) of vraag een vorming rond eetgedrag via secretariaat@eetexpert.be (Eetexpert).

Een beleidsplan rond voeding?
In het project gezond eten in de sportclub van Eetexpert en het Vlaams Instituut Gezond Leven vind je een handig stappenplan om te werken aan gezond eetgedrag in de ruime zin, zoals het verruimen van het voedingsaanbod in je kantine en het versterken van de eetvaardigheden van je sporters.

Verdiepende info: Ondersteunen rond voeding en goede eetvaardigheden
Info: Toereikende voeding (Gezond Sporten)
Fiche: Wat is evenwichtig eetgedrag?
Fiche: Gezond eetgedrag in de sportclub

Emotieregulatie versterken arrow

Angst voor een oefening, intens geluk bij winst, verdriet na verlies, boosheid bij betwisting door een scheidsrechter… Ook bij sporten, horen emoties. Weten hoe je kan omgaan met problemen en negatieve emoties beschermt tegen het ontwikkelen van een eetprobleem.

Fiche: Omgaan met emoties


Voorkomen

Eetproblemen en eetstoornissen kan je helpen voorkomen door in je sportorganisatie risicofactoren onder de loep te nemen en aan te pakken. Hieronder lees je per risico domein waar je op moet letten.

Meten en wegen arrow

Het beoordelen van de lichaamssamenstelling is erg ingeburgerd in de sport, maar de vraag is of dit altijd even noodzakelijk is en of het de gezondheid en het welzijn van de sporter garandeert. Meer en meer stemmen gaan op om het wegen en meten drastisch te verminderen. Lichaamsanalyses houden namelijk ook risico’s in. Zo kan het ten koste gaan van een positief lichaamsbeeld en vaak voorkomende mythes rond gewicht en prestatie in de hand werken. Doordacht omgaan met weeg- en meetmethoden is belangrijk, aangezien een positief lichaamsbeeld net één van de beschermende factoren is die een sporter in staat stelt veerkrachtiger te zijn tegen het ontwikkelen van eetproblemen. Sta daarom stil bij eventuele meet- en weegactiviteiten in de club. Wat is hun doel?

Wanneer er toch een meet- of weegmoment plaatsvindt, hou dan zeker rekening met onderstaande punten.

BASIS PRINCIPES:

  • First do no harm. De mentale en fysieke gezondheid van een sporter staat steeds voorop en krijgt voorrang op het verbeteren van prestaties.
  • Wees spaarzaam. Motiveer elke beoordeling van de lichaamssamenstelling en vermijd routinematig wegen om te wegen. De gegevens die uit de beoordeling worden verkregen, moeten worden gebruikt om trainings- en/of voedingsinterventies te beoordelen of te informeren.
  • Hou altijd rekening met leeftijd, ontwikkelingsniveau en competitie niveau.
  • Elke sporter blijft baas over zijn of haar lichaam. De sporter en eventueel ouders/voogd worden ten alle tijde betrokken bij het keuzeproces om al dan niet een lichaamsanalyse te doen via inspraak en geïnformeerde toestemming.
  • Lichaamsmetingen mogen nooit afgedwongen worden. Wees waakzaam voor verborgen negatieve of straffende gevolgen bij weigering.
  • Elke sporter heeft recht op vertrouwelijkheid. Beoordelingen gebeuren vertrouwelijk en nooit in groep.
  • Metingen worden uitgevoerd en geïnterpreteerd door gediplomeerde en opgeleide personen (bv. ISAK huidplooimeting, Dexa) Deze maken idealiter deel uit van het interprofessionele team.

VERTROUWELIJKHEID:

• Alle gegevens met betrekking tot de beoordeling van de lichaamssamenstelling (beoordeling, feedback, opslag van gegevens) moeten worden behandeld als vertrouwelijke medische informatie.

• De sporter moet worden geïnformeerd rond waar en voor hoe lang informatie wordt opgeslagen, en wie toegang heeft.

• Een sporter heeft het recht om te kiezen of toegang te weigeren tot hun lichaamssamenstellingsbeoordelingsgegevens

• Gegevens over de lichaamssamenstelling mogen niet worden weergegeven in een gemeenschappelijke ruimte

• Individuele beoordelingsgegevens over de lichaamssamenstelling mogen niet in groepsverband worden besproken

ZORGPUNTEN:

  • Wees extra waakzaam wanneer je sporter een geschiedenis heeft van eetproblemen of momenteel problemen ervaart. Stem af met het (para)medische team (sportdiëtist, psycholoog en/of arts).
  • Indien naar aanleiding van de lichaamsgewichtbeoordeling een wijziging in de lichaamssamenstelling wordt gesuggereerd, moet de atleet hier ook de nodige deskundige ondersteuning in kunnen krijgen.

Bron: AIS, Body composition Assessment

Wedstrijdregels arrow

Rekening houdend met de geïdentificeerde risicofactoren en de standpunten rond het versterken van sporters, ontstaat er een pleidooi voor een bewustwording rond sport-eigen risico’s en het kritisch bekijken van bestaande regelgevingen en wedstrijdreglementen. ​Het kan nodig zijn om te lobbyen voor regelwijzigingen bij praktijken met een verhoogd risico op DE of ED.

Uitval of einde sportcarrière arrow

Wanneer de structuur van de training wegvalt door ziekte of door het beëindigen van de sportcarrière, verliest een sporter een groot deel van zijn vertrouwde routine. Deze gaf tot dan toe een houvast, een vertrouwde omgeving en voor veel sporters ook een uitlaatklep. Het wegvallen van dit aspect in het leven, brengt uitdagingen mee op vlak van identiteitsontwikkeling: Wie ben ik naast sporter? Wat doe ik nog graag? Wat doe ik met al deze vrije tijd?
Wanneer de intensieve trainingen wegvallen, veranderen ook de noden van het lichaam. Een sporter moet een nieuw evenwicht vinden in de eetvaardigheden: Wat is Genoeg?
Als gevolg van deze veranderingen, verandert het lichaam ook vaak. Dit brengt uitdagingen mee op vlak van lichaamsbeeld.

 

Een sporter die na uitval door een blessure of ziekte, terug in het ritme van de trainingen komt, ervaart vaak druk om snel terug in topvorm te zijn. Hierdoor gaan sommige sporters reeds tijdens het herstelproces en/of bij terugkeer naar de sport zichzelf een te streng dieet opleggen. Het risico bestaat dat ze hierdoor te weinig voedingsstoffen binnen krijgen en ze in een vicieuze cirkel terechtkomen door een te lage energiebeschikbaarheid.

Mythes en stereotypen arrow

Lees meer over de mythes in de fiches voor sporters

Lage energiebeschikbaarheid arrow

Energiebeschikbaarheid (EA= de hoeveelheid energie die beschikbaar is om de gezonde werking van het lichaam te ondersteunen, nadat de energie voor lichaamsbeweging werd afgetrokken van de energie-inname via de voeding.​

Lage energiebeschikbaarheid (LEA) = Het gebrek aan energie om normale lichaamsfuncties van brandstof te voorzien, vanwege een onevenwicht tussen de totale energie- inname via voeding en de energie verbruikt door training.
Langdurig lage energiebeschikbaarheid kan leiden tot RED-S of een eetstoornis.

Wees extra alert bij de (op)groeiende sporter. Ontwikkelingssprongen maken een sporter vatbaarder voor LEA.

Herkennen en verwijzen bij signalen

Sporters hebben een verhoogd risico op het vertonen van symptomen van een eetprobleem in vergelijking met de niet-sportende bevolking. De sportomgeving heeft namelijk een aantal specifieke risicofactoren, die in mindere mate tot niet aanwezig zijn buiten deze context. Ook lijkt er een overlap te bestaan tussen kenmerken van wat gezien wordt als een ‘goede sporter’ en de risicofactoren voor een eetstoornis.  Het herkennen en aanpakken van risicofactoren is een belangrijk onderdeel in de preventie van eetproblemen.

Sporters zullen veel sneller aangeven dat ze problemen ervaren, wanneer er een positieve houding is van coaches, teamleden, leeftijdsgenoten en context ten opzichte van het spreken over mentale moeilijkheden en het zoeken naar hulp. Creëer daarom een niet stigmatiserende omgeving, waarin geestelijke gezondheidszorg een kernonderdeel is van training en zelfzorg.

Onthoud alvast deze drie overkoepelende good practices:

  1. Vergroot kennis over de prevalentie, risicofactoren, alarmsignalen en gevolgen.
    Beperkte kennis over eetstoornissen en terughoudendheid om te bevragen, remt namelijk de detectie ervan.
  2. Ontkracht mythes die de signalen verdoezelen.
  3. Voorzie een laagdrempelig en veilig aanspreekpunt bij problemen. Maak dit bekend bij je sporters en trainers.

Eetproblemen in de sportDownload

Verwijzen

Er wordt geadviseerd om een sporter voor gespecialiseerde medische en psychologische behandeling door te verwijzen naar een organisatie buiten de sportorganisatie of andere prestatieomgeving​. Het omkaderende interprofessionele basisteam binnen de organisatie blijft verantwoordelijk voor de continuïteit in de omkadering van de sporter.
Als organisatie kan je protocollen opstellen om sporters toe te leiden naar hulp en om continuïteit van zorg te garanderen. De uitbouw van een samenwerkingsnetwerk van hulpverleners die de rol van het interprofessioneel team kunnen vervullen of ondersteunen, is cruciaal ter ondersteuning van je sporters.

Stel een interprofessioneel team samen

De aanwezigheid van mensen met expertise in eetproblemen binnen het ondersteunend kader, vermindert de kans dat een sporter een eetprobleem of eetstoornis zal ontwikkelen (AIS, 2020). Deze mensen kunnen standaard deel uitmaken van het team, maar ook een netwerk van externe professionals biedt reeds ondersteuning en draagt bij aan de preventie van eetproblemen. Een interprofessioneel team speelt een cruciale rol bij de inschatting en opvolging van sporters bij eerste signalen.

Een interprofessioneel team bestaat minimaal uit een arts, psycholoog, sportdiëtist én moet zich indien nodig laten bijstaan door andere specialisten, zoals een gynaecoloog, endocrinoloog, psychiater. Het is bevorderend wanneer het interprofessionele team zowel klinische kennis heeft, als vertrouwd is met sport-specifieke kenmerken van het (top)sportleven om acceptabele strategieën te kunnen onderscheiden van problematische.​

Zoek gespecialiseerde zorgverleners via Gezond Sporten of via de verwijslijn van Eetexpert.

Vorming en ondersteuning

Vorming is de beste evidence-based methode voor primaire preventie van eetproblemen. Sporters, coaches, ondersteunend personeel en juryleden krijgen het best een uitgebreid opleidingsprogramma, met regelmatige opfriscursussen (AIS, 2020)

Contacteer ons via secretariaat@eetexpert.be voor ondersteuning bij je beleid of een vorming op maat rond één of meerdere van deze thema’s:

  • (de normale ontwikkeling van) eetgedrag en eetvaardigheden
  • doordacht en niet-stigmatiserend communiceren over voeding, eten, gewicht en uiterlijk
  • preventie van eetproblemen en eetstoornissen
  • herkennen en reageren op haperingen in eetgedrag of bij eet- en gewichtsproblemen
  • opstellen van standpunten en richtlijnen rond preventie, vroegdetectie en verwijzen naar hulp

Stappenplan gezond eten in de sportclub

In het project gezond eten in de sportclub van Eetexpert en het Vlaams Instituut Gezond Leven vind je een handig stappenplan om te werken aan een gezonde sportcontext, met gezond eetgedrag in de ruime zin. Het stappenplan neemt je op weg zowel bij het verruimen van het voedingsaanbod in je kantine, als bij het versterken van je sporters in hun eetgedrag.

Wil jij je sportclub nog helpen groeien? Wil je ook inzetten op andere gezondheidsthema’s?
Neem dan een kijkje in de Toolkit voor Sportclubs. Deze biedt een verzameling van praktisch inzetbare instrumenten, nuttige informatie en inspiratie om sportclubs te ondersteunen én gezonder te maken.