Hoe kan de eerstelijnsdiëtist invoegen om groei-ondersteunend te handelen?

Om concreet met jongeren aan de slag te gaan, kan het INNOVATE kader helpen. Het vat de aanpak voor de eerstelijnsdiëtist samen. Het is een acroniem voor:

Invoegen

Niet stigmatiseren

Negotiëren

Onderzoeken

Verduidelijken

Actie bepalen

Timen en plannen

Evalueren

(I)nvoegen: connectie maken met persoon i.p.v. probleem

De eerste, en meteen ook een van de belangrijkste stappen, is invoegen. Je maakt echt contact met de jongere, vooraleer je op het probleem focust. Je probeert de jongere te lere kennen in al zijn facetten.

  • Waar is de jongere mee bezig?
  • Wat is het verhaal van de jongere?
  • Waar hecht de jongere belang aan? Welke doelen en dromen heeft de jongere?
  • Waar is de jongere goed in?

(N)iet stigmatiseren: bewuste communicatie

  • Probeer moeilijkheden te zien als leerkansen. Wat de jongere doet, is vooral een poging geweest om om te gaan met problemen of om die problemen te kunnen oplossen.
  • Kijk ook naar wat er al goed loopt. Zelden loopt echt alles mis, er zijn ook domeinen waar het goed loopt. De jongere heeft talenten, krachten en sterktes die kunnen helpen om verder te groeien.
  • Gewicht is niet de focus noch de motivator, een gezonde en evenwichtige levensstijl wel. Het gedrag en gezondheid veranderen is belangrijker dan het cijfer op de weegschaal aanpassen.
  • Gewicht en lichaamsvorm hoeven niet te bepalen hoe gelukkig of hoe gezond men is.
  • Je moet voor je lichaam zorgen, in plaats van het onder druk te zetten. Stimuleer zelfzorg (“wat heeft je lichaam nodig?”).
  • Adviseer geen diëten om lichaamsvorm te veranderen.
  • Antwoord niet bevestigend als de jongere over diens lichaam of gewicht klaagt.

(N)egotiëren: wat komt er op de agenda?

De jongere kan pas groeien als die zelf achter verandering staat. Daarom is het belangrijk dat je samen ver-kent wat de hulpvraag van de jongere echt is. Je bepaalt samen de agenda.

Gidsen

Dat betekent niet dat je geen informatie mag geven over waar je kansen ziet tot verandering en groei. Het betekent wel dat je eerst vraagt aan de jongere waar die naartoe wil. Ook wanneer je informatie geeft, toets je dit best af en vraag je dus hoe de jongere daar tegenover staat. Een goede gids kent de meest interessante paden en wegen, maar dringt deze niet op.

Motivatie

Sommige jongeren staan meer open voor verandering en kan je makkelijker gidsen. Andere jongeren zijn nog niet klaar om stappen vooruit te zetten. Uit angst, of omdat ze er maar weinig vertrouwen hebben dat zij echt kunnen groeien. In deze fase is het dan ook cruciaal om de motivatie van de jongere te verkennen: hoe bereid is de jongere om te veranderen? Hoe klaar is de jongere?

ABC

Om goed te kunnen groeien en ontwikkelen, moeten eerst 3 basisbehoeften voldaan zijn.

Deze basisbehoeften hebben we allemaal, zeker jongeren, en zijn universeel. Jongeren helpen groeien, betekent ook tegemoetkomen aan deze basisbehoeften.

Autonomie

Mee mogen beslissen in begeleidingsproces

  • Wat is het probleem volgens X?
  • Wat vindt X van begeleiding?
  • Wat verwacht X van begeleiding
  • Hoe denkt X dat het moeten aangepakt worden?
  • Wanneer heeft X diens doelen bereikt?
  • Hoe ziet het einddoel er voor X uit?
  • Waar wil X mee aan de slag en hoe?
  • Wanneer wil X de doelen bereikt hebben?

Betrokkenheid

Samen-gevoel

  • Onvoorwaardelijk de jongere accepteren, ook al gaat het even moeilijk of begrijpen we niet waarom de jongere bepaalde beslissingen maakt.

Competentie

Succeservaring

  • Zeg duidelijk wat je verwacht van X en wanneer
  • Wat heeft X al geprobeerd?
  • Wat liep al goed?
  • Heeft X zelf oplossingen?
  • Deel nieuw gedrag op in kleinere, haalbaardere stappen
  • Wat is nodig voordat we verder gaan?
  • Wie kan helpen om de volgende stappen te zetten?
  • Wat kan X zelf doen?
  • Benadruk de krachten, talenten en capaciteiten van X

Meer weten over motiveren? Check dan onze fiche motivatie of e-learning motiveren.

(O)nderzoeken: wat is er aan de hand?

Om te kunnen bepalen of je daadwerkelijk verder kan, is het cruciaal dat de diëtist eerst inschat wat de impact is van de mate waarin de jongere blijft haperen in de groei, en of het eventueel noodzakelijk is om meer gespecialiseerde (bv. medische) hulp in te schakelen. Dat vraagt om concrete informatie die je eerst moet vergaren. Vraag de jongere om je bij dit onderzoek te helpen: stel open vragen en vraag naar verduidelijking waar nodig.

Signalen

  • Gewicht(evolutie)
  • Eetcompetenties Genieten, Gevarieerd, Genoeg, Geregeld
  • Restrictie/lijngedrag
  • Controleverlies
  • Eetbuien
  • Negatieve zelfevaluatie
  • Emotioneel eten
  • Compensatiegedrag
  • Slaapproblemen
  • Lichamelijke signalen

Risicofactoren- en groepen

  • Geslacht
  • Genderidentiteit
  • Cultuur
  • SES
  • Diabetes Type 1

Beschermende factoren

  • Positief lichaamsbeeld
  • Gezond zelfbeeld en emotioneel welzijn
  • Beweging als deel van een gezonde leefstijl
  • Voeding als deel van een gezonde leefstijl
  • Gezinsmaaltijden en positieve sfeer tijdens de maaltijd
  • Verbondenheid met familie en vrienden

Verduidelijken: welke informatie is nodig?

Hierbij is het belangrijk om af te toetsen of de jongere nog meer informatie of nieuwe inzichten nodig heeft. Toets af of de jongere interesse heeft in nieuwe inzichten in verband met eten en gewicht en of er nog onduidelijkheden zijn waarover de jongere extra informatie wil.

Up to date?

Kennis rond eet- en gewichtsproblemen ontwikkelt zich voortdurend. Eerstelijnsdiëtisten die werken rond haperingen wat betreft eten en gewicht, hebben er dus baat bij om die evoluties goed op te volgen. Hou dus zeker de nieuwsbrief van Eetexpert en de website in de gaten, want er is nog veel meer informatie waar de jongere mee gebaat kan zijn.

(A)ctie bepalen: eerstelijnsbegeleiding of doorverwijzing?

In deze fase is de vraag: Kunnen we al een eerstelijnsbegeleiding opstarten of zijn er signalen voor een verwijzing naar de huisarts?

Risicotaxatie

Deze inschatting wordt gedaan op basis van de verzamelde informatie. Beoordelen of doorverwijzing naar een arts voor verdere ernstinschatting noodzakelijk is, is niet altijd eenvoudig. De tabel die eerder werd aangehaald (zie h3.2.7) ondersteunt bij deze inschatting via oranje of rode vlaggen per thema.

(T)imen en plannen: actie omzetten naar een plan

Doorverwijzen?

Als je moet doorverwijzen, doe je dit best heel bewust. Hierbij kan je jezelf een aantal vragen stellen:

Naar wie? Probeer zoveel mogelijk in overleg met de jongere en/of de familie te verkennen welke expertise kan ingeschakeld worden. Raadpleeg de Verwijshulp om gepaste hulp te vinden

Hoe? Zet dit expliciet op de agenda.

  • Je geeft feedback en informatie, bijvoorbeeld over de nodige tussenstappen.
  • Je uit je bezorgdheid als hulpverlener, en laat je cliënt in de kapiteinsrol.
  • Vraag naar wat de jongere zelf denkt, en zet geen druk vanuit “moeten”. Probeer in plaats daarvan informatie te geven over de noodzaak van doorverwijzing. Op die manier kan je makkelijker aanmoedigen tot verdere hulp (dus werken vanuit “willen”).
  • Geef keuzemogelijkheden waar het kan.

Eerstelijnsaanpak?

Als blijkt dat een eerstelijnsaanpak mogelijk is, richt je je vooral op het versterken van de gezondheid en groei van de jongere op zowel fysisch, psychologisch als sociaal vlak.

Plan van aanpakJe begint altijd met samen te bepalen wat de focus zal zijn. Je maakt daarbij best een concreet en haalbaar plan:
– Gezamenlijke doelen (wat wil de jongere + wat vind jij als diëtist wenselijke stappen)
– Bepaal op voorhand hoe je zal evalueren en bijsturen
– Per doel achterhalen hoe gemotiveerd de jongere is.
– Gebruik hiervoor motivationele gespreksvoering
Gezonde leefstijl educatieEen gezonde leefstijl vind je in ALLES
– Afwisselend/evenwichtig eten
– Leuk bewegen
– Lief zijn voor jezelf
– Emoties hanteren
– Beter slapen
Krachten inzettenGa na welke beschermende factoren er zijn en gebruik ze in je begeleiding. Als de jongere heel creatief is, kan je de jongere bijvoorbeeld zelf laten nadenken over hoe het actieplan in iets moois te gieten. Als de jongere een steunend gezin heeft, kan een gezinslid helpen om leefstijlaanpassingen te doen (zie ook Hoofdstuk 6).

(E)valueren: hoe evalueren en bijsturen?

Geen vijgen na Pasen

Evalueren doe je best niet pas als je traject volledig is afgerond, maar al tussentijds bij het nemen van de verschillende stappen. Hierdoor kan je tijdig bijsturen: zo kan je onderweg de doelen of manier van begeleiden veranderen, of beslissen om alsnog meer intensieve zorg in te schakelen.

Evalueer aan de hand van

  • Heb je de vooropgestelde doelen bereikt?
  • Hoe kijkt de jongere zelf naar het proces en de doelen/resultaten?
  • Is de jongere tevreden over het proces en de doelen/resultaten?
  • Hoeveel tijd is er nog? Is er dringendheid en dus haast nodig om in te grijpen of kan de jongere nog een periode verder met jouw hulp?

INNOVATE: Overzicht

INVOEGENConnectie maken met de jongere i.p.v. het probleem
NIET STIGMATISERENBewustwording en aanpassing
Niet stigmatiserend communiceren
Gewicht is niet de focus
NEGOTIËRENGidsen naar verandering, motiveren
Basisbehoeften Autonomie, Betrokkenheid en Competentie
ONDERZOEKENSignalen, risicofactoren en beschermende factoren nagaan
VERDUIDELIJKENAftoetsen of de jongere open staat voor nieuwe inzichten
ACTIE BEPALENRisicotaxatie
TIMEN & PLANNENDoorverwijzen of eerstelijnsaanpak
(plan van aanpak, gezonde leefstijl educatie en krachten
inzetten)
EVALUERENTussentijds en doelmatig evalueren a.d.h.v. de vooropgestelde
doelen, hoe de jongere naar het geheel kijkt en hoeveel tijd er
nog is