Zeker in de puberteit neigen sommige jongeren naar voortdurend eten, niet altijd vanuit honger, maar vanuit het worstelen met allerlei emoties, verveling, vermoeidheid, en externe verleiding… Sommige jongeren grijpen dan naar eten.
Help hen naar een goed evenwicht door een eetstructuur op te bouwen: 3 maaltijden en 2 à 3 tussendoortjes. Dat helpt bij groei en zorgt voor een min of meer constante bloedsuikerspiegel.
Als jongeren in hun groei meer eten nodig hebben, suggereert men niet om meer maaltijdmomenten in te voeren, maar wel om meer te eten tijdens de maaltijdmomenten, zodat overbruggen tot de volgende maaltijd wel lukt.
Sommige jongeren lijken makkelijk afleidbaar: voor hen is het erg moeilijk om niet te eten, als ze eten zien liggen. Berg eten weg na de maaltijd, en leer ze het onderscheid herkennen tussen ‘buikhonger’ enerzijds en ‘hoofdhonger’ (als je je verveelt) of ‘harthonger’ (als je je niet goed voelt) anderzijds.