Elke diëtist die werkzaam is in de hulpverlening kan te maken krijgen met gedrag dat doet denken aan eet-problemen of eetstoornissen. Ook diëtisten in de eerste lijn. Het is niet altijd evident om daarmee aan de slag te gaan. Je zal moeten inschatten of er hulp nodig is, en zo ja, welke hulp nodig is en je zal moeten beslissen of je moet doorverwijzen.
Een zaadje groeit niet vanzelf, maar heeft goede potgrond en regelmatige zorg nodig. Ouders, familieleden, beste vrienden, en alle andere dichte steunfiguren kunnen belangrijke partners zijn wanneer jongeren blijven haperen en vastzitten met eten en gewicht. Ze kunnen niet alleen relevante informatie geven tijdens het verkennen van het probleem, maar ze kunnen ook bijdragen tot een goede behandeling.
Ouders kunnen zelf het goede voorbeeld geven door zichzelf graag te zien, emoties te hanteren, goed te slapen, enzovoort
Beste vrienden kunnen hen vertellen wat ze leuk of mooi vinden aan de jongere
Broers of zussen kunnen helpen om het beeld van “de ideale ander” te doorbreken: vaak hebben
jongeren die haperen met zichzelf en hun lichaam de neiging om anderen als perfect te zien, en zichzelf als minderwaardig. Broers of zussen kunnen helpen met het doorbreken van de illusie dat zij nooit met iets worstelen, alles mogen en kunnen, enzovoort
Eetexpert bouwde een toolbox voor ouders wanneer hun kinderen worstelen met eetproblemen- of stoornissen. Je kan er onder andere volgende zaken in terugvinden:
Er is een groeiondersteunend boek voor ouders beschikbaar, dat ouders praktische informatie geeft wanneer jongeren worstelen met eetgedrag en lichaamsbeeld. Het behandelt vragen zoals ‘Hoe herken je of je tiener vragen heeft?’, ‘Wanneer ga je het gesprek aan?’, ‘Wat zet je op tafel?’, ‘Hoe kun je ervoor zorgen dat kinderen een positieve relatie met hun lichaam kunnen aangaan?’ en nog veel meer relevante onderwerpen. https://www.lannoo.be/nl/ben-ik-te-dik-mama
