De meeste tekorten vragen geen interventie en normaliseren zich wanneer het eetgedrag en het gewicht zich herstellen. Patiënten met anorexia nervosa hebben tijdens het ziekteproces wel baat bij multivitamines. In kader van hervoedingssyndroom kunnen vitamine B1 (heeft fosfaat als derivaat) en foliumzuur gegeven worden ter preventie van refeeding syndroom. Eventuele tekorten worden ook best aangevuld voor/bij de start van het hervoeden. Bij osteopenie en/of osteoporose kunnen calcium en vitamine D worden bijgegeven. En bij hypokaliëmie is suppletie ook belangrijk. Mogelijke doseringen vind je in de verdiepende links.
Medicatie specifiek voor eetstoornissen is er in principe niet, al wordt medicatie soms wel ondersteunend toegevoegd, bv. bij comorbide depressie, of in kader van hervalpreventie. Start als huisarts geen medicatie bij eetstoornissen zonder overleg met een (kinder)psychiater met kennis van eetstoornissen.
Als huisarts is het wel belangrijk om zicht te hebben op de medicatie (allerhande) die een patiënt met een eetstoornis neemt, omdat sommige medicatie bijwerkingen heeft (bv. QTc-verlenging) die extra gevaarlijk kan zijn bij een patiënt met een eetstoornis.