In principe kunnen er bij elke eetstoornis urgenties optreden als er schade is aan organen, maar het meest risico is er bij ondervoeding en bij purgeergedrag. Bij ondervoeding is er een zekere mate van aanpassing vanuit het lichaam, maar wanneer die faalt kunnen verschillende orgaansystemen onder druk komen staan, ook het hart. Ook bij purgeergedrag zijn er risico’s voor het hart, vanuit een verstoorde elektrolytenbalans. Ook de purgeermethodes, en eventuele middelen die hiervoor gebruikt worden, zijn relevant. Andere ernstige risico’s bij eetstoornissen zijn onder meer (ernstige) hypoglycemie, (ernstige) dehydratatie, nierschade, schade aan de slokdarm of darmen, etc. Verder moet na een periode van ondervoeding het risico op refeeding syndroom worden ingeschat. Tot slot is het belangrijk om aandacht te hebben voor de mentale draagkracht, zowel bij de patiënt als bij de familie of omgeving. Zelfverwondend gedrag, mentale decompensatie en een verhoogd suïciderisico kunnen aanwezig zijn bij eetstoornissen.
Er zijn verschillende richtlijnen die handvatten geven om tot een risico-inschatting te komen bij eetstoornissen. De Medical Emergencies in Eating Disorders (MEED) richtlijn uit 2023 vergeleek verschillende richtlijn en brengt een samenvattend voorstel. In de verdiepende links vind je meer informatie rond risico-inschatting en ondersteunende tools, waaronder (een Vlaamse vertaling van) de MEED-tabel.