In de dagelijkse praktijk komt een huis- of kinderarts vaak kinderen met gewichtsproblemen tegen. Soms is gewichtstoename, overgewicht of obesitas de belangrijkste reden voor consultatie, bijvoorbeeld na doorverwijzing door Kind en Gezin of het CLB, maar vaak is het gewichtsprobleem een ‘secundaire’ bevinding als het kind wordt geconsulteerd voor andere medische problemen of een algemene gezondheidscheck [71]. In principe wordt aangeraden om (vanaf 2 jaar) minimaal jaarlijks de BMI te bepalen [72, 10]. (Bij jonge kinderen gebeurt dit frequenter in kader van de opvolging door Kind en Gezin en de snelle groei in de eerste levensjaren).
Wanneer artsen overgewicht detecteren, staan ze vaak voor een dilemma: aan de ene kant voelen ze zich aangespoord om gewichtsverlies te bevorderen, om de negatieve gezondheidseffecten van overgewicht tijdens de kindertijd te verminderen en te voorkomen dat het gewichtsprobleem zich voortzet op volwassen leeftijd. Aan de andere kant zijn ze zich bewust van de schadelijke effecten van lichaamsontevredenheid en een laag zelfbeeld, en willen ze deze gevoelens bij kinderen niet aanwakkeren. Een onevenwichtige focus op gewichtsverlies kan inderdaad contraproductief zijn. Ten eerste kan beperking van het dieet het metabolisme en de homeostatische regulatie van de eetlust verstoren, waardoor gewichtstoename op de lange termijn wordt bevorderd. Ten tweede kost het middelen om jezelf te weerhouden van eten en deze middelen raken vaak uitgeput in een context van emotionele stress of vermoeidheid. Dit kan gevolgd worden door controleverlies en eetbuien. Ten derde zijn de oorzaken van overgewicht en gewichtstoename veelzijdig en complex. We willen de determinanten van het probleem aanpakken, niet de biomarker. Ten vierde communiceert een focus op gewichtsverlies dat gewicht kneedbaar en beheersbaar is, met genoeg wilskracht, en dat overgewicht iets ‘slechts’ is. Er wordt voorbijgegaan aan het feit dat veranderingen in levensstijl niet noodzakelijk leiden tot gewichtsverlies, zelfs niet als de algehele gezondheidstoestand van de patiënt verbetert. Overgewicht kan dus een weerspiegeling zijn van ondervoeding in het verleden en gezinnen met overgewicht kunnen een gezonde levensstijl hebben. Dit staat in schril contrast met de gangbare opvatting in de maatschappij die overgewicht associeert met slechte keuzes in levensstijl [73].
Als zorgverleners adviseren om minder calorieën te eten en meer te bewegen, zonder zich te verdiepen in de huidige levensstijl of de psychosociale factoren die van invloed zijn op de levensstijlkeuzes, trappen ze onbedoeld in de val van stigmatisering. Wat is het alternatief? In principe een verschuiving van de focus op gewicht(sverlies) naar de focus op gezondheid (sverbetering) in elke communicatie en met behulp van technieken die voortkomen uit motiverende gespreksvoering en aanverwante theorieën [13, 74, 75]. Verder wordt de focus op calorierestrictie vervangen door een kwalitatief goede voeding, ingebed in een gezonde leefstijl in ruime zin: eetgedrag, beweging, slaap, stressregulatie/ontspanning en investeren in meerdere domeinen van eigenwaarde (academisch, relationeel, recreatief…). Een afname van overgewicht is geen doel op zich, maar een mogelijk gevolg van een gezonde leefstijl(verandering). Het voordeel van deze aanpak is dat deze:
Hoe vertaalt zich dit naar de dagelijkse praktijk van de huis- of kinderarts?
Een normaliserende benadering betekent dus geenszins dat de mogelijke gevolgen van overgewicht bij kinderen worden genegeerd en dat het kind zich kan ontwikkelen in de richting van obesitas bij kinderen. Dit is ook de aanpak van de gezondheidswerkers in de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB).
De 5 A’s van obesitasmanagement [74], die door het Canadian Obesity Network zijn aangepast voor een pediatrische populatie, kunnen helpen bij het opbouwen van onze gewichtsgerelateerde gesprekken en beoordeling:
Om een niet-oordelende en gewichtsvriendelijke omgeving te creëren, is het nuttig om aandacht te besteden aan taal (persoon-eerst taal, bv. een kind met overgewicht; vermijd termen met een negatieve connotatie zoals ‘dik’) en aan mogelijke triggers voor schuld of schaamte in de omgeving. Deze triggers zijn onder andere modetijdschriften die het slanke ideaal promoten en dieetgrillen. Stoelen zonder armleuningen zijn comfortabeler voor mensen met overgewicht of obesitas en onderzoeksapparatuur en weegschalen moeten geschikt zijn voor verschillende lichaamsgroottes [63, 75]. Tot slot kunnen de redenen om een arts te raadplegen bij kinderen met overgewicht of obesitas net zo gevarieerd zijn als bij kinderen zonder overgewicht. Een mogelijke valkuil bij een consult met een patiënt met overgewicht is om gezondheidsklachten automatisch toe te schrijven aan gewicht of leefstijl. Een open blik houden bij elke patiënt is misschien wel het belangrijkste advies om stigmatisering tegen te gaan en de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kinderen te beschermen [63].
Meer info
Deze tekst is gebaseerd op Jeannin et al., (2020), Belgian Journal of Pediatrics [76]. Lees hier het volledige artikel.
Ondersteuningsmateriaal
Externe materialen
De VU Amsterdam (Care for Obesity) ontwikkelde verschillende folders en factsheets rond stigmatisering en respectvolle communicatie rond gewicht, in het bijzonder voor de doelgroep kinderen en jongeren:
Obesity Canada ontwikkelde heel wat ondersteuningsmateriaal rond de 5 A’s:
Kinderen met overgewicht zijn vaak slachtoffer van stigmatisering. We denken hierbij automatisch aan pesten door leeftijdsgenoten, maar onze maatschappij is doordrenkt van stigmatiserende boodschappen rond overgewicht, denk maar aan de vele personages met overgewicht in (kinder)films die als dom of lui worden voorgesteld. Verder blijkt dat leerkrachten lagere verwachtingen hebben rond de prestaties van leerlingen met overgewicht, en dat negatieve opmerkingen rond het gewicht ook voorkomen in het gezin, en in de hulpverlening. Veel gaat terug op de assumptie dat gewicht ‘maakbaar’ is en dat we persoonlijk verantwoordelijk zijn voor ons (over)gewicht.
De kernboodschappen rond niet-stigmatiserende communicatie zijn:
Enkele handvaten
Gedragsverandering vraagt probleeminzicht en actiebereidheid. Kinderen zijn geen mini-volwassenen: de normen rond overgewicht zijn anders en kinderen zijn ‘sneller’ te zwaar. Dit maakt ook dat ouders vaak niet weten dat hun kind overgewicht heeft. Daarnaast is gezonde voeding een thema dat leeft in onze maatschappij, dat veel ouders bezighoudt. Vaak leeft het vooroordeel over personen met overgewicht (of gezinnen met een kind met overgewicht) dat ze niet gemotiveerd zijn om gezond te leven. Dit gaat voorbij aan het gegeven dat (a) ook iemand met overgewicht een gezonde leefstijl kan hebben, en (b) de inspanningen die het kind of het gezin reeds doen. De opvattingen die een hulpverlener heeft over gezondheid (en de nodige gedragsverandering) kunnen uiteraard verschillen van die van het gezin. Motiverende gesprekstechnieken zijn essentieel om een coachende rol te kunnen aannemen en zo samen met het gezin of het kind op weg te gaan.
Bij het werken met kinderen en jongeren botsen we vaak op de vraag ‘hoe motiveren we deze jongere om gedrag of gewoontes te veranderen?’ Maar eigenlijk komt het er vaak op neer om eerst te verkennen waarvoor iemand reeds gemotiveerd is, om vervolgens motivatieversterkend in te voegen. De stadia van gedragsverandering (verandering van gezondheidsgedrag verloopt in verschillende stadia), de zelfdeterminatietheorie (we hebben allemaal een nood aan autonomie, verbondenheid en competentie), en technieken uit motiverende gespreksvoering kunnen houvast bieden.
Zo zal bij de ene persoon eerder informatie gegeven worden over oorzaken en gezondheidsrisico’s van eet- en gewichtsproblemen, terwijl bij een andere patiënt al samen naar concrete stappen gezocht kan worden, of naar oplossingen voor barrières.
Enkele handvaten
Ondersteuningsmateriaal
Externe materialen
De VU Amsterdam (Care for Obesity) ontwikkelde verschillende folders en factsheets rond stigmatisering en respectvolle communicatie rond gewicht, in het bijzonder voor de doelgroep kinderen en jongeren:
Obesity Canada ontwikkelde heel wat ondersteuningsmateriaal rond de 5 A’s:
Datum laatste aanpassing: 1 oktober 2024