Bij kinderen en jongeren is het niet zo evident om de prevalenties van studies onderling te vergelijken. Studies verschillen onderling vaak in de keuze voor de criteria die bepalen of er sprake is van ondergewicht, een normaal gewicht, overgewicht of obesitas. Omdat kinderen en jongeren nog in volle groei zijn, kan men geen gebruik maken van de BMI-criteria gehanteerd bij volwassenen. Verschillende organisaties kwamen met een voorstel voor criteria om te gebruiken bij kinderen en jongeren: de ‘International Obesity Task Force’ (IOTF) bepaalden de BMI-criteria voor overgewicht en obesitas aan de hand van de gewichtscurve die op de leeftijd van 18 jaar uitkomt op BMI 25/30 (zie ook: Cole & Lobstein, 2012). Op een gelijkaardige manier werden er ook voor Vlaanderen BMI-criteria geconstrueerd. De WHO hanteert dan weer een totaal ander criterium, in hun laatste rapport spreekt men van overgewicht als het gewicht van het kind/jongere meer dan 1 standaarddeviaties hoger is dan de mediaan. Men spreekt van obesitas wanneer het gewicht meer dan 2 standaarddeviaties hoger is dan de mediaan. Omdat er binnen verschillende studies verschillende criteria worden gehanteerd is het moeilijker om cijfers rechtstreeks tussen studies te vergelijken. Er wordt vanuit gegaan dat de criteria van de WHO minder streng zijn dan de IOTF- of de Vlaamse criteria (NCD Risk Factor Collaboration (NCD-RisC), 2017). Dit wil zeggen dat de prevalenties voor overgewicht en obesitas gebaseerd op de criteria van de WHO systematisch hoger zullen liggen dan deze gebaseerd op de IOTF- of Vlaamse criteria. Naast de verschillende criteria voor overgewicht en obesitas maken ook de verschillende leeftijdscategorieën die in de verschillende studies gehanteerd worden het moeilijker om de gegevens tussen de verschillende studies te vergelijken.
Voor België kan de gewichtsstatus voor kinderen en jongeren worden opgevolgd via de Gezondheidsenquête en de Voedselconsumptiepeiling. De Gezondheidsenquête bevraagt kinderen en jongeren van 2 tot 17 jaar en maakt gebruik van zelfrapportage om de BMI-gegevens te bekomen. Bij de Voedselconsumptiepeiling worden lengte en gewicht gemeten waardoor men een objectieve schatting krijgt van BMI. Uit de Gezondheidsenquêtes blijkt dat 19.0% van de Belgische kinderen en jongeren tussen 2 en 17 jaar in 2018 overgewicht heeft, waarbij 5,8% beantwoordt aan de criteria voor obesitas. Deze cijfers zijn niet significant verschillend met deze uit 2013. Dat wil zeggen dat de cijfers stabiel zijn gebleven. De cijfers uit de VCP liggen lager dan deze uit de Gezondheidsenquête: De prevalenties voor overgewicht voor de verschillende leeftijdscategorieën liggen tussen de 11.2 en 15.3%, die voor obesitas tussen de 2.7 en 5.4%.
Binnen de Gezondheidsenquête wordt er voor de bepaling van overgewicht en obesitas gebruik gemaakt van de IOTF-criteria. De recentste cijfers zijn:
Tabel 1. Overgewicht bij jongeren in Vlaanderen volgens de Gezondheidsenquête (Sciensano).
Overgewicht | BI | Obesitas | BI | |
2013 (2-17j) | 18.2 | (15.3; 21.2) | 6.3 | (4.4;8.1) |
2018 (2-17j) | 19.0 | (16.5; 21.6) | 5.8 | (4.4; 7.1) |
De voedselconsumptiepeiling (VCP) is een uitgebreide bevraging van de voedingsgewoonten bij de Belgische bevolking. Binnen de VCP worden gewicht en lengte gestandaardiseerd gemeten door de onderzoekers. De BMI-gegevens van de VCP zijn daardoor kwalitatief beter dan de gegevens van onderzoeken waar gebruik wordt gemaakt van zelfrapportage. Voor kinderen en jongeren werd gebruik gemaakt van de IOTF-criteria om de prevalenties binnen de BMI-categorieën te bepalen. In 2014 waren de prevalenties voor de BMI-categorieën voor kinderen en jongeren als volgt:
Tabel 2. Gewichtsstatus van jongeren in België per leeftijdscategorie binnen de VCP (Sciensano).
Leeftijd | Ondergewicht | Normaal gewicht | Overgewicht (excl. obesitas) | Obesitas |
3 tot 5j | 9.4 | 76.8 | 11.2 | 2.7 |
6 tot 9j | 8.2 | 75.1 | 12.4 | 4.2 |
10 tot 13j | 9.9 | 71.0 | 15.3 | 3.9 |
14 tot 17j | 9.8 | 73.0 | 11.8 | 5.4 |