De vraag naar de prevalentiecijfers van eetstoornissen in Vlaanderen is niet altijd simpel of eenduidig te beantwoorden. Prevalenties zijn afhankelijk van de gebruikte methode en de instrumenten en vragenlijsten die onderzoekers gebruiken. Een screeningvragenlijst is bijvoorbeeld geen diagnostisch instrument. Dit geeft geen informatie over het aantal eetstoornisdiagnoses, alleen over het voorkomen van signalen of symptomen. De prevalenties binnen onderzoek waarbij men dergelijk screeningsinstrument gebruikt, zullen dus typisch hoger liggen dan die uit onderzoek waarbij men een klinisch interview afneemt om een diagnose te stellen. Het is dus belangrijk om na te gaan welke instrumenten precies gebruikt werden om na te gaan over wat de studie precies uitspraken tracht te doen.
van de Vlamingen at risk voor een eetstoornis.
Gezondheids-enquête 2018
In Vlaanderen zijn er geen populatiestudies bekend waarin men aan de hand van een diagnostisch instrument naging of de deelnemers een eetstoornis hadden of niet. Er zijn enkel studies (Gezondheidsenquête en Voedselconsumptiepeiling) die gebruik maakten van een screeningsinstrument dat aangeeft of iemand een verhoogd risico op een eetstoornis heeft.
Uit de Gezondheidsenquête van 2018 blijkt dat 5.7% van de Vlamingen at risk is voor een eetstoornis. Tussen 2013 en 2018 is dit cijfer niet significant veranderd. In 2021 (corona- Gezondheidsenquête) is het percentage van personen at risk significant gestegen (zie Tabel 1). Zowel voor 2013, 2018 en 2021 is het percentage, zoals we kunnen verwachten, systematisch hoger voor jongere leeftijdscategorieën en voor vrouwen. Deze verschillen zijn echter niet altijd significant (zie Tabel 2 voor meer informatie i.v.m. significantie).
De gezondheidsenquête neemt een screeningsvragenlijst af: Test for Detecting Eating Disorders (SCOFF). De SCOFF is een instrument dat de eerste lijn inzet om snel te kunnen screenen of er verder onderzoek nodig is naar de aanwezigheid van een eetstoornis. Het geeft dus aan wie er een verhoogd risico heeft op een eetstoornis, maar geeft niet aan wie er precies een eetstoornis heeft.
Totale populatie | BI | Mannen | BI | Vrouwen | BI | |
2013 (>15 jaar) | 6.5% | (5.2;7.7) | 4.6% | (3.1;6.2) | 8.1% | (6.3;9.9) |
2018 (>15 jaar) | 5.7% | (4.7;6.8) | 4.6% | (3.2;6.0) | 6.8% | (5.3;8.3) |
2021 (>18 jaar) | 10% | (8.8;11.3) | 8% | (5.8;10.2) | 12% | (10.6;13.4) |
De prevalenties per leeftijdscategorie en per geslacht kan je vinden voor 2013 en 2018 in onderstaande tabel:
Leeftijd | 2013 | 2018 | ||||||
M | BI | V | BI | M | BI | V | BI | |
15-24j | 4 | (0; 8.5) | 18.8 | (9.3; 28.4) | 9.2 | (2.5; 15.9) | 11.8 | (5.8; 17.8) |
25-34j | 5.1 | (0; 10.7) | 12.1 | (6.1; 18.1) | 9.8 | (3.9; 15.6) | 8.9 | (4.1; 13.7) |
35-44j | 5.9 | (1.8; 9.9) | 10.3 | (6.2; 14.5) | 2.8 | (0.7; 4.9) | 7.7 | (3.4; 11.9) |
45-54j | 3.1 | (0.6; 5.6) | 5.7 | (2.3; 9.0) | 4.3 | (1.6; 7.0) | 7.9 | (3.9; 11.9) |
55-64j | 6.2 | (3.1; 9.2) | 5.1 | (1.8; 8.4) | 3.0 | (0; 6.1) | 4.6 | (1.6; 7.6) |
65-74j | 5.5 | (1.5; 9.6) | 5.2 | (1.8; 8.7) | 1 | (0; 2.1) | 3.8 | (1.2; 6.4) |
75+ | 1.6 | (0; 3.5) | 2.4 | (0.0; 5.6) | 2.6 | (0.3; 4.8) | 3.9 | (1.3; 6.6) |
Tabel 2: Geslachtsverschillen in eetstoornissymptomen in Vlaanderen binnen de Gezondheidsenquête (Sciensano).
Voor 2021 zagen de leeftijdscategorieën er anders uit. De prevalenties per leeftijdscategorie per geslacht zijn de volgende:
Leeftijd | 2021 | |||
M | BI | V | BI | |
18-29j | 16.1 | (5.3; 27) | 22.2 | (15.6; 28.9) |
30-49j | 10.1 | (7.; 13.2) | 15.7 | (13.6; 17.8) |
50-64j | 5 | (3.4; 6.6) | 8.2 | (6.9; 9.5) |
65+ | 2.8 | (1.7; 3.9) | 4.7 | (3.1; 6.2) |
Tabel 3: Leeftijdsverschillen in eetstoornissymptomen in Vlaanderen binnen de Gezondheidsenquête (Sciensano)
Uit de Voedselconsumptiepeiling (2014) blijkt dat 3.1% van de Vlamingen at risk is voor de ontwikkeling van een eetstoornis. Het percentage uit de Voedselconsumptiepeiling ligt lager dan deze uit de Gezondheidsenquête. Dit komt mogelijk omdat de Voedselconsumptiepeiling een ander screeningsinstrument gebruikt.
De voedselconsumptiepeiling (VCP) is een uitgebreide bevraging van de voedingsgewoonten bij de Belgische bevolking. In de meeste recente bevraging uit 2014 screent de VCP ook op eetstoornissen met de Eating Attitudes Test (EAT). Uit de resultaten bleek dat in Vlaanderen 3.1% (BI: [1.9;4.3]) van de populatie at risk is voor een eetstoornis.
Infopagina eetproblemen en eetstoornissen