Niet-stigmatiserende communicatie, een taak van iedereen?

Stigmatisering bij eet- en gewichtsproblemen is een probleem dat ook kinderen treft. Niet alleen leeftijdsgenoten, maar ook oudersleerkrachtenhulpverleners, en de media kunnen een rol spelen in stigmatisering. Denk aan pestgedrag door leeftijdsgenoten, negatieve opmerkingen rond het gewicht van het kind door ouders, lagere verwachtingen rond schoolprestaties van kinderen met overgewicht door leerkrachten, en negatieve voorstelling (minder intelligent, minder fit) van personages met overgewicht in kinderprogramma’s (Pont et al., 2017). Onderzoek toont ook dat mensen liever afstand houden van personen met eet- en gewichtsproblemen (Puhl & Suh, 2015).

Stigmatiserende ervaringen geven psychische stress (met verhoogd risico op o.m. depressie, angst, emotioneel eten, negatief zelf- en lichaamsbeeld en schoolproblemen in de kindertijd), isoleren het kind, beïnvloeden gezondheidsgedrag op latere leeftijd  en hebben zelfs een sociaaleconomische impact (inclusief kansen op de arbeidsmarkt), gevolgen die op hun beurt weer bijdragen aan het in stand houden of erger worden van het gewichtsprobleem. Zo komt het kind in een vicieuze cirkel terecht en werken de gevolgen door tot in de volwassenheid (Puhl et al., 2017).

Stigmatisering bij eet- en gewichtsproblemen heeft veel te maken met attributies rond persoonlijke verantwoordelijkheid. Een eetstoornis wordt hierbij beschouwd als een levensstijlkeuze of als een gebrek aan weerbaarheid tegen “normale” socioculturele druk om slank te zijn, overgewicht als het gevolg van een gebrek aan motivatie of wilskracht om “gezond” te leven. Jammer genoeg zijn deze stigma’s wijdverspreid. Gewicht is echter in mindere mate controleerbaar dan de maatschappelijke beeldvorming ons doet geloven, en iemands gewicht vertelt niet hoe iemand op dit moment leeft.

Stigmatisering tussen kinderen onderling

Uit de HBSC-studie (bevraging van 2017-2018) blijkt dat 5-11% van de 11-15 jarigen in Vlaanderen regelmatig gepest wordt op school (minstens 2-3 keer in de voorbije maanden). Verder gaf 5-13% van de Vlaamse jongeren aan in de afgelopen maanden minstens 1 keer geconfronteerd te zijn met cyberpesten. Onderzoek toont dat jongeren met overgewicht beduidend vaker worden gepest dan jongeren met een normaal gewicht (Neumark-Sztainer et al., 2002; Van Geel et al., 2014).

Negatieve stereotypes ten opzichte van overgewicht ontstaan al op 3-jarige leeftijd, zijn doorgaans ingeburgerd in de lagere school, en hebben al snel sociale gevolgen. Uit een studie bij kinderen tussen 9 en 11 jaar die zichzelf te dik vonden, blijkt dat twee derde van hen dacht dat ze meer vrienden zouden hebben als ze wat gewicht konden verliezen. Overgewicht vormt één van de frequentste “redenen” van pestgedrag op school. Het gaat bovendien niet om éénmalige incidenten. Uit een studie bij adolescenten die hulp zochten voor hun overgewicht, gaf meer dan een derde aan dat ze al vijf jaar of langer gepest werden rond hun gewicht (Pont et al., 2017). Pestsituaties hebben ook een invloed op academische prestaties. Jongeren voelen minder verbondenheid met de schoolomgeving, en slaan vaker lessen over om stigmatiserende situaties uit de weg te gaan (Pont et al., 2017). Daarnaast blijkt dat leerkrachten minder hoge verwachtingen hebben van kinderen met overgewicht, zowel rond motorisch, sociaal als academisch presteren (Pont et al., 2017).

Stigmatisering in de media

Een analyse van de populairste kinderfilms tussen 2012 en 2015, leert dat meer dan 80% van deze films stigmatiserende scènes bevat, hetzij via opmerkingen, hetzij via contextelementen, en dat dergelijke scènes systematisch terugkomen doorheen de film. In de films worden personages met overgewicht bespot omwille van hun gewicht (bv. “dik” genoemd worden, stoel breekt onder het gewicht van het personage), ze hebben een ongezonde leefstijl (bv. ze zijn lui, ze zijn veelvraten), en ze worden voorgesteld als minderwaardig aan andere personages (bv. minder intelligent, sociaal geïsoleerd) (Howard et al., 2017). Ook blijken gewichtsstigmatiserende opmerkingen vaker voor te komen in programma’s die gericht zijn op adolescenten dan in programma’s die gericht zijn op een bredere doelgroep. Die opmerkingen worden bovendien niet enkel gemaakt tegenover mannen en vrouwen met overgewicht, maar ook tegenover vrouwelijke personages met een normaal gewicht. Slechts in een minderheid van de gevallen reageert het personage hier verontwaardigd op, en vaak worden de opmerkingen gevolgd door gelach uit het publiek (Eisenbergh et al., 2015).  Zo wordt aan kinderen en adolescenten de boodschap gegeven dat stigmatisering op basis van gewicht aanvaardbaar gedrag is. 

Stigmatisering in het gezin

Opmerkingen over het gewicht van een kind, lachen met het gewicht van een kind en pestgedrag kunnen ook in het gezin voorkomen. Deze ervaringen blijken bijzonder schadelijk voor het emotioneel welzijn van het kind, dragen bij tot internalisering van het slankheidsideaal en verstoord eetgedrag (vooral bij meisjes), en gaan gepaard met een stijging in BMI op langere termijn (Pont et al., 2017; Puhl et al., 2017).

Stigmatisering in de hulpverlening

Ook hulpverleners geven, vaak onbewust, stigmatiserende boodschappen. Dit kan vele vormen aannemen: een wachtkamer inrichten met modeblaadjes met reclame voor trendy diëten, leefstijladviezen geven vóór het eet- en beweeggedrag werden ingeschat, beladen termen zoals “dik” gebruiken, minder tijd nemen om klachten uit te diepen of informatie te geven, niet het gepaste onderzoeksmateriaal in huis hebben… Vaak willen hulpverleners te snel advies geven, vóór bevraagd werd welke inspanningen het kind en het gezin reeds doen, of focust men op gewicht in plaats van gedrag(sverandering). Hierdoor versterkt men het stigma van persoonlijke verantwoordelijkheid voor (over)gewicht (“het is hun eigen schuld”), en het stigma dat personen met overgewicht per definitie een ongezonde leefstijl hebben (“ze eten te veel en bewegen te weinig”).

Hulpverleners kunnen een voorbeeldrol spelen in een niet-stigmatiserende aanpak en kunnen ouders ondersteunen in de communicatie rond eten en gewicht met hun kind. Om kinderartsen (en andere hulpverleners) te ondersteunen, ontwikkelde de American Academy of Pediatrics een richtlijn om stigmatisering van kinderen met overgewicht te verminderen, zowel in de praktijk als daarbuiten. Ook de Lancet publiceerde een consensustekst over niet-stigmatiserende communicatie rond overgewicht in de hulpverlening, en VU Amsterdam ontwikkelde een folder rond taalgebruik dat kinderen zelf verkiezen.

Kernboodschappen

De kernboodschappen rond niet-stigmatiserende communicatie zijn:

  • Sta stil bij je eigen opvattingen over overgewicht. Hoe sturen ze je aanpak, en bevat deze aanpak elementen die stigmatiserend kunnen overkomen?
  • Sta zelf model voor professioneel en niet-stigmatiserend gedrag, zodat je collega’s en artsen-in-opleiding deze houding kunnen overnemen. Dit omvat de erkenning dat de oorzaken van obesitas complex zijn, en niet de “schuld” van het kind of de ouders. 
  • Let op de taal die je gebruikt, zodat deze sensitief en niet-stigmatiserend is. Spreek bijvoorbeeld over een kind met overgewicht (‘people-first’ taal) en vermijd het woord ‘dik’. Let erop dat ook klinische documentatie en/of patiëntverslagen dit respectvol taalgebruik hanteren.
  • Creëer een aanvaardende, steunende omgeving. Bij het bespreken van gewicht en leefstijlveranderingen zijn technieken uit motiverende gesprekvoering helpend. Enkele handvatten:
    • Vraag toestemming om even over het gewicht te praten: “vind je het OK als we het even over je gewicht hebben?”.
    • Exploreer alle oorzaken van het overgewicht, niet enkel eet- en beweeggedrag.
    • Erken dat veel patiënten al herhaaldelijk geprobeerd hebben om hun overgewicht aan te pakken.
    • Vertrek van de inspanningen van het kind en het gezin in je advies.
    • Benadruk gedragsveranderingen, eerder dan het getal op de weegschaal.
    • Erken de moeilijkheid van het doorvoeren van leefstijlveranderingen.
    • Bedenk dat patiënten negatieve ervaringen ten opzichte van hun gewicht gehad kunnen hebben bij andere hulpverleners.
    • Toets veronderstellingen in plaats van te veralgemenen, bv. sommige kinderen/personen met overgewicht ervaren meer moeilijkheden bij het sporten; is dit bij jou ook het geval? Dit is iets anders dan “kinderen zoals jij hebben meer moeilijkheden met sport”.
    • Maak geen grapjes rond (over)gewicht.
    • Check ook of je wachtruimte (stoelen, leesmateriaal) en onderzoeksmateriaal afgestemd zijn op kinderen (en volwassenen) met overgewicht.
  • Let niet alleen op signalen van medische gezondheidsrisico’s, maar ook op signalen van emotionele problemen, zoals laag zelfbeeld, angst, of concentratieproblemen op school. Deze kunnen wijzen op (onder meer) pestgedrag. 
  • Wees even zorgzaam naar de ouders: zij kunnen zelf gewichtsproblemen (gehad) hebben, ze worden in de maatschappij vaak met een schuldgevoel opgezadeld rond het overgewicht van hun kind, en ze kunnen zich zorgen maken dat werken rond overgewicht lichaamsontevredenheid  kan uitlokken.

Tools van het Rudd Center

Het Rudd Center ontwikkelde een website met heel wat materialen rond (de)stigmatisering bij overgewicht. Deze (Engelstalige) website geeft heel wat info rond gewichtsbias en pesten in verschillende contexten (thuis, op school, in de media, in de hulpverlening), met tips om stigmatiserende ervaringen aan te pakken en te vermijden. Hieronder enkele voorbeelden:

  • Thuis: Er wordt gevraagd geen negatieve opmerkingen te maken over gewicht, of het nu gaat over het gewicht van een buitenstaander, het kind, of de ouder zelf. Door de focus te verleggen van gewicht naar (gezond) gedragneutrale termen te gebruiken wanneer gesproken wordt over gewicht, en in te zetten op een positief zelfbeeld kan heel wat bereikt worden. Programma’s voor kinderen en jongeren bevatten heel wat stigmatiserende boodschappen, net zoals sociale media. Kinderen kritischer maken tegenover de boodschappen in de media, en hen helpen reflecteren over stigmatiserende scènes, kan hen weerbaarder maken. Zo kan een ouder aan zijn kind vragen “Er werd wel gelachen na die opmerking over X, maar ik denk niet dat X dit zo leuk vond. Wat denk jij?”.
  • Op school: Er wordt aandacht gevraagd voor het pestbeleid op school. Hierbij wordt voorgesteld om in de definitie van pesten verschillende karakteristieken op te sommen waarrond pesten voorkomt, en overgewicht hierbij op te nemen. Zo wordt gewichtsstigmatisering expliciet afgekeurd. Verder wordt erop gewezen dat niet enkel leerlingen, maar ook leerkrachten aandacht moeten hebben voor stigma’s die bij henzelf leven en hun gedrag (kunnen) beïnvloeden.
  • Bij zorgverleners: Omdat doktersbezoeken voor kinderen met overgewicht en hun ouders vaak stress met zich meebrengen, worden een aantal handvatten meegegeven om het onderwerp bespreekbaar te maken. Zo bevat de pagina een korte vragenlijst waarin het kind kan aangeven hoe vaak het gewogen wenst te worden, welke (neutrale) term liefst gebruikt wordt om het gewicht te bespreken (bv. gewicht, BMI), of het kind al dan niet het gewicht wenst te zien… Deze vragenlijst wordt aan het begin van de consultatie afgegeven aan de arts.
  • In de media: De website bevat ook aanbevelingen voor de media en een mediagalerij met filmpjes waarbij personen met overgewicht op een niet-stigmatiserende manier hun verhaal doen, en afbeeldingen waar ze op een niet-stigmatiserende manier worden voorgesteld. 

Meer info

De volledige richtlijn van de AAP kan je hier downloaden.
De consensus statement uit de Lancet kan je hier downloaden.
De folder van de VU Amsterdam (deelsite Care for Obesity) kan je hier downloaden.

Materialen

Infofiche niet-stigmatiserend praten over eten en gewicht

Tips voor niet-stigmatiserend communiceren voor zorgverleners.

Infofiche

– 812 KB

Infofiche praten over eten en gewicht met je kind

,Praten over eten, uiterlijk en gewicht met je kind.

Infofiche

– 811 KB

Infofiche gesprek rond de weegschaal jongeren – CLB

Groeiconsult jongeren in het CLB.

Infofiche

– 117 KB

Infofiche gesprek rond de weegschaal kinderen – CLB

Groeiconsult kinderen lagere school in het CLB.

Infofiche

– 103 KB

Infofiche gesprek rond de weegschaal kleuters – CLB

Groeiconsult kleuters in het CLB.

Infofiche

– 96 KB

Referenties arrow

Albury, C., Strain, W. D., Brocq, S. L., Logue, J., Lloyd, C., Tahrani, A., & Language Matters working group (2020). The importance of language in engagement between health-care professionals and people living with obesity: a joint consensus statement. The lancet. Diabetes & endocrinology, 8(5), 447–455. https://doi.org/10.1016/S2213-8587(20)30102-9

Eisenberg, M. E., Carlson-McGuire, A., Gollust, S. E., & Neumark-Sztainer, D. (2015). A content analysis of weight stigmatization in popular television programming for adolescents. International Journal of Eating Disorders, 48, 759-766.

Howard, J. B., Skinner, A. C., Ravanbakht, S. N., et al. (2017). Obesogenic behavior and weight-based stigma in popular children’s movies, 2012 to 2015. Pediatrics, 140, e20172126.

Pont, S. J., Puhl, R., Cook, S. R., & Slusser, W. (2017). Stigma experienced by children and adolescents with obesity (Policy statement from the American Academy of Pediatrics). Pediatrics, 140, doi: 10.1542/peds.2017-3034

Puhl, R., & Suh, Y. (2015). Stigma and eating and weight disorders. Current Psychiatry Reports, 17 (3): 552.

Puhl, R. M., Wall, M. M., Chen, C., Bryn Austin, S., Eisenberg, M. E., & Neumark-Sztainer, D. (2017). Experiences of weight teasing in adolescence and weight-related outcomes in adulthood: A 15-year longitudinal study. Preventive Medicine, 100, 173-179.