Basiskennis eetstoornissen en gewichtsproblemen bij kinderen
Dit stappenplan brengt verschillende basiselementen samen bij de preventie en aanpak van eetproblemen en gewichtsproblemen bij kinderen.
Dit stappenplan brengt verschillende basiselementen samen bij de preventie en aanpak van eetproblemen en gewichtsproblemen bij kinderen.
Een gezond gewicht wil zeggen dat er geen gezondheidsproblemen te verwachten zijn die enkel en alleen veroorzaakt worden door het gewicht, of door de manier waarop het gewicht werd bereikt. Een gezond gewicht zegt dus iets over de gezondheidsrisico’s die een bepaald gewicht met zich meebrengt én de leefstijl.
Kwantitatief is een gewicht normaal te noemen, zolang het niet te sterk afwijkt van de verwachte normen volgens ontwikkeling, met in achtneming van lengte, geslacht, leeftijd, en etnische origine. Door gebruik te maken van groeicurven wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Bij de beoordeling van de gewichtsstatus van een kind is de gewichtsevolutie essentieel: wat is het gewichtsverloop tijdens de ontwikkeling, en is er een opvallende stijging of daling in de curve binnen een bepaalde tijdseenheid?
Verder kunnen kinderen op elk gewicht, dus ook bij een normaal gewicht, een eetprobleem hebben.
Eet- en gewichtsproblemen moeten steeds bekeken worden in het licht van de normale ontwikkeling van eetgedrag bij kinderen. Fluctuaties in de voedselinname zijn eigen aan de ontwikkeling van het jonge kind. In de meeste gevallen worden de groei en de gewichtstoename van het kind hierdoor niet verstoord. Pas wanneer dit wel het geval is, spreken we van een ‘probleem’.
Een voedingsprobleem gaat over moeilijkheden in de ontwikkeling van bepaalde eetvaardigheden bij jonge kinderen, vaak in interactie met de context van het jonge kind. Een klassiek voedingsprobleem bij jonge kinderen is selectief of kieskeurig eten.
Een eetprobleem is een verstoring in het gezonde eetgedrag, waardoor het eetgedrag niet meer ontspannen en natuurlijk verloopt. Voorbeelden zijn te veel eten, te weinig eten, erg selectief eten, en eetbuien. Een eet- of voedingsprobleem kan op zichzelf staan maar ook kaderen binnen een eet- of voedingsstoornis.
Eet- en voedingsstoornissen zijn syndromen en bevatten dus verschillende componenten, waarbij verstoord eetgedrag centraal staat. Zo is er bij een eetstoornis niet alleen sprake van een aanhoudende verstoring in het eetgedrag die leidt tot gewijzigde voedselopname (een eetprobleem), maar ook van een verstoord lichaamsbeeld (bv. overevaluatie van gewicht en lichaamsvormen), psychosociale problemen (bv. laag zelfwaardegevoel, sociale isolatie) en fysieke problemen (zoals een te laag of te hoog lichaamsgewicht, spijsverteringsproblemen, cardiovasculaire problemen, osteoporose…).
Een gewichtsprobleem gaat over een gewicht buiten de normale grenzen, gekoppeld aan bepaalde gezondheidsrisico’s. Normale gewichtsgrenzen worden bepaald in functie van lengte, geslacht, leeftijd en etnische origine. Zowel een te hoog als een te laag lichaamsgewicht kan gezondheidsrisico’s inhouden. De specifieke aard van de gezondheidsproblemen kan verschillen tussen deze groepen, maar in beide gevallen kunnen de implicaties ernstig zijn.
Een eetprobleem kan zich uiten in de ontwikkeling van over- of ondergewicht, maar dat is niet noodzakelijk zo. Sommige eetproblemen en eetstoornissen hebben geen zichtbaar effect op het gewicht. Een normaal gewicht wil dus niet per definitie zeggen dat er geen eetprobleem is, noch wijst over- of ondergewicht per definitie op een probleem. Het blijft essentieel om het groeitraject van het kind in rekening te brengen.
Hou er rekening mee dat verschillende factoren het gewicht kunnen beïnvloeden, zoals botstructuur en spiermassa, zodat een relatief hoge BMI niet automatisch betekent dat men te zwaar zou zijn. Anderzijds is een eerder tengere lichaamsbouw door aanleg mogelijk, waardoor een lage BMI niet automatisch problematisch ondergewicht betekent. Een BMI geeft ook geen aanduiding over het vetgehalte of de vetverdeling.
Daarnaast is een te hoog, te laag of zelfs normaal gewicht niet per definitie gezond of ongezond. Veel hangt af of het op een risicovolle manier behaald of behouden wordt en hoe dit samenhangt met het individueel welzijn. Het is dus ook belangrijk om, naast het berekenen van de BMI, te screenen voor gewichtsgerelateerde risicofactoren. Het opsporen van een onderliggend psychisch lijden (bv. depressie, eetstoornis), een onderliggende somatische stoornis, een functionele beperking, … is uitermate belangrijk om een gewichtsprobleem in een ruimere context te plaatsen.
Belangrijkste bronnen
Moens, E., & Goossens, L. (2017). Eetproblemen bij kinderen en adolescenten. Acco
Moens, E., Goossens, L., Braet, C., Verbeken, S., Van Durme, K., Vandewalle, J., & Matton, A. (2013). Voedings- en eetstoornissen. In I. Franken, P. Muris, & D. Denys (red). Basisboek psychopathologie (pp. 111-126). Utrecht, De Tijdstroom.
Moens, E., & Vandewalle, J. (2011). Over selectieve eters: een strijd aan tafel. Psychopraktijk, 3, 16-19.
Northern Health. (2012). Position on health, weight and obesity. An integrated population health approach. Canada: Northern Health.
Meer info
Gewichtproblemen bij kinderen en beoordeling gewichtsevolutie: zie hoofdstuk 2
Eetproblemen bij kinderen: zie hoofdstuk 3