Psycho-educatie

Binnen een medische opname is uitgebreide psychotherapie niet mogelijk. Het team kan wel een enorme gezondheidswinst bereiken door te werken rond motivatie en ziekte-inzicht, o.m. via het geven van psycho-educatie. Binnen de literatuur is er evidentie dat het geven van psycho-educatie bij medische opname even belangrijk is als psychotherapie bij psychiatrische opname [41, 93]. Het geven van psycho-educatie is een proces dat gedragingen en gedachten op weg naar een betere algemene gezondheid, en fysiek en psychologisch herstel ondersteunt, en vindt daarom reeds plaats van bij de start van de opname.

Informatie aan de jongere verschaffen heeft tot doel om [22]:

  • de behandeling uit te leggen
  • symptomen, bloedtestresultaten en gewichtsveranderingen in perspectief te brengen
  • minder helpende ideeën te corrigeren of in perspectief te plaatsen
  • de persoon te ondersteunen om zelf meer verantwoordelijkheid op te nemen
  • de persoon klaar te maken voor ontslag van de medische dient en de start van (of terugkeer naar) de psychologisch/psychiatrische behandeling, toekomstige uitdagingen te formuleren en de kans op het behoud van het herstel dat reeds werd bereikt

Binnen psycho-educatie is het in een eerste fase belangrijk te bepalen wat de patiënt en zijn context dient te weten over de problematiek. Daarnaast is het in de eerste plaats van belang om stil te staan bij hoe je deze info zal overbrengen.

Wat betreft de hoe-vraag biedt het kader van motivationele gespreksvoering een specifieke techniek voor het geven van psycho-educatie die zich ontvouwt als een drietrapsraket [2, 67]:

  1. In eerste instantie vraag je aan je patiënt wat hij/zij al weet of wat hij/zij graag zou weten over het onderwerp en of het goed is als je hem/haar hier wat meer over vertelt;
  2. Vervolgens bied je deze informatie op een neutrale wijze aan. Hierbij vermijd je termen als ‘Ik’ of ‘Jij’ en spreek je eerder over ‘Onderzoek suggereert…’, ‘Studies hebben aangewezen dat…’, ‘Anderen hebben ondervonden…’, ‘Wat wij weten is dat…’;
  3. Als derde stap vraag je tot slot naar de interpretatie van deze info door de patiënt en de context: ‘Wat betekent dit voor jou/jullie?’, ‘Wat vind je daar van?’.