Medische stabilisatie

Omwille van de complexe interactie tussen medische en psychiatrische noden van de patiënt met een eetstoornis is er een nauwe observatie en begeleiding nodig om zijn of haar veiligheid en medische stabiliteit te waarborgen. Zo is het noodzakelijk om fysiologische (naast psychologische) tekenen van achteruitgang te monitoren, zoals veranderingen in gewicht, cardiovasculaire of metabole status, en verstoord eetgedrag [52, 69]. Het is met name belangrijk om routineus medisch te monitoren (elektrocardiografie en metingen van orthostatische vitale kenmerken) en dagelijks de inname van voedsel, medicatie, fysieke activiteit, eetbuien, compensatiegedragingen, mentale status en ander gedrag (bv. zelfverwonding) te monitoren [47]. Vaak hebben verpleegkundigen de sleutelrol om deze vroege signalen van (fysieke) achteruitgang te observeren en daarbij een ondersteunende, consistente, empathische zorg op dagdagelijkse basis te bieden [47]. De consistente opvolging van vitale kenmerken en eetstoornisgerelateerde gedragingen in combinatie met consistente voedingsondersteuning omvatten de hoofdtaken van pediatrie, namelijk medisch stabiliseren en veilig hervoeden. Hiernavolgend wordt beschreven hoe men binnen de afdeling het minimaal gezond gewicht van de patiënt kan bepalen (5.1), de patiënt medisch kan opvolgen tijdens de behandeling (5.2) en het begeleiden van eet- en drinkmomenten kan vormgeven (5.3) [2, 47].