Toolbox eetstoornissen voor ouders
Voor alle ouders die ontdekken dat hun kind een eetstoornis heeft, maakten we bij Eetexpert een online toolbox eetstoornissen voor ouders. Een veilige haven met betrouwbare en up-to-date informatie.
Voor alle ouders die ontdekken dat hun kind een eetstoornis heeft, maakten we bij Eetexpert een online toolbox eetstoornissen voor ouders. Een veilige haven met betrouwbare en up-to-date informatie.
Wanneer de jongere open staat voor ‘hulp zoeken’ wil je wellicht graag snel een concreet adres om hulp op te starten. Maar waar kan je terecht voor hulp? En wat houdt een behandeling in?
Voor de meesten zal een afspraak met de huisarts een eerste stap zijn naar verdere hulpverlening.
De huisarts kan de medische ernst en de lichamelijke risico’s van het ondergewicht bij anorexia nervosa, het braken bij boulimia nervosa en het overeten bij de eetbuistoornis kan inschatten.
Een bloedonderzoek van jouw kind bij de huisarts kan aanwijzingen geven over de ‘haast’ die moet genomen worden. Als de kalium te laag staat zal hij oordelen of er supplementen moeten worden ingevoegd. Bij levensbedreigende situaties zal hij de contacten leggen voor spoedbehandeling.
Daarnaast kan de huisarts een eerste inschatting maken over het soort probleem en welke verdere hulp nodig is. Vaak zal hij ondersteunen naar verdere doorverwijzing en kan hij suggereren om een psycholoog of diëtist te contacteren.
Als ouder kan je zelf het CLB contacteren dat de groei van je kind opvolgt. Vaak vind je de contactgegevens van dit CLB op de website van je school. De CLB-medewerker is een gezondheidsprofessional, en is gebonden aan het beroepsgeheim. Dit wil zeggen dat je de CLB-medewerker kan contacteren in vertrouwen en los van de schoolcontext. Je kan een individuele afspraak vragen zowel als jongere of als ouder van die jongere.
De CLB-medewerker kan met jou de groei-info bekijken en hoe je groeicurves verlopen tot nu. Tegelijk kan de CLB-medewerker bekijken of er redenen zijn om bijkomende hulp te zoeken en of er afspraken met de school kunnen gebeuren (bv. over het eten op school, over het lessenrooster, …). Meestal zal de CLB-medewerker je verwijzen naar je huisarts voor een medische inschatting. Soms kan de CLB-medewerker met enkele gesprekken inplannen ter ondersteuning en eventuele toeleiding tot verdere hulpverlening.
Bij de verwijslijn van Eetexpert kan je terecht als je op zoek bent naar een zorgverlener in je buurt die werkt rond eetstoornissen.
In de verwijslijst van Eetexpert staan meer dan 1000 zorgverleners over heel Vlaanderen: zowel psychologen of orthopedagogen, diëtisten als psychiaters. Dus ook wanneer je met een heel specifiek probleem of vraag zit waar je niet mee verder kunt mag je contact opnemen en zal een medewerker voor jou op zoek gaan.
Stuur een bericht met leeftijd, woonplaats en korte beschrijving van je hulpvraag of van de persoon waarvoor je hulp zoekt. Een medewerker van Eetexpert stuurt je zo snel mogelijk een lijst door met contactgegevens van hulpverleners in je buurt die werken rond eet- en gewichtsproblemen. Dit is meestal binnen de 48 uur.
Vind je kind de stap naar hulpverlening moeilijk? Een gesprek met een ervaringsdeskundige kan heel wat vragen en onzekerheden wegnemen. Via ANBN krijg je toegang tot een zeer divers aanbod van inloopmomenten op verschillende locaties in Vlaanderen, online chathulp, thema-avonden, gespreksgroepen en facebookgroepen, ….
Contacteer ANBN
De behandeling van een eetstoornis gebeurt best in een multidisciplinair team van huisarts, psycholoog en diëtist. Opstart gebeurt stap voor stap, afhankelijk van de bereidheid van de jongere. Regelmatige medische opvolging door een huisarts of pediater is essentieel.
Behandeling focust op:
Kies een klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog met ervaring in eetstoornissen. Vraag naar de aanpak en plan een kennismakingsgesprek. Vertrouwen is essentieel.
Zoek een erkende diëtist met specialisatie in eetstoornissen. Een goede diëtist helpt bij het herstellen van een gezond eetpatroon en lichamelijk herstel. Vermijd voedings- of leefstijlcoaches zonder specifieke expertise.
Eerste gesprekken
Rol van ouders
Ouders worden best actief betrokken bij de behandeling, in overleg met de jongere. Toch kunnen ouders vaak het gevoel hebben wat ‘aan de zijlijn’ te staan. Afhankelijk van de leeftijdsfase zullen ouders meer of minder betrokken zijn. Als je als ouder vragen hebt over de therapie van de jongere, kan je dit met medeweten van je kind en al dan niet samen met je kind bespreken met de therapeut. Doe dit niet achter de rug van de jongere. Vertrouwen tussen jou en je kind maar ook tussen de hulpverlener en je jongere is belangrijk voor een succesvolle therapie.
Blijf als ouder niet stil zitten: ga in op alle uitnodigingen voor ouders en informeer jezelf intussen over eetstoornissen, volg informatiesessies voor ouders en zoek eventueel contact met andere ouders.
Ambulante therapie is de voorkeur, omdat deze het minst ingrijpend is en het dichtst bij het gewone leven staat. Maar soms is er intensievere zorg nodig. Wanneer de gezondheid of veiligheid van je kind in gevaar is, of wanneer ambulante hulp onvoldoende helpt, wordt deeltijds- of residentiële behandeling overwogen.
Mogelijke intensievere vormen van zorg:
Op de pagina zorgorganisatie vind je meer informatie over hoe de zorg voor eetstoornissen in Vlaanderen georganiseerd is. Bij vragen mag je ook altijd de Verwijslijn contacteren.
Samenleven met een kind dat een eetstoornis heeft en (nog) geen hulp wil, is voor veel ouders één van de meest frustrerende en moeilijke situaties. Vooral wanneer een kind meerderjarig is en elke vorm van hulp weigert, kunnen gevoelens van onmacht en verdriet sterk aanwezig zijn.
Die gevoelens zijn volkomen begrijpelijk, maar het is belangrijk om te beseffen dat druk uitoefenen zelden helpt. Integendeel: het kan de afstand vergroten. Probeer je kind te blijven zien als een jongere in volle ontwikkeling, die – zoals elke jongere – op zoek is naar autonomie en controle over het eigen leven.
In die groeifase willen jongeren vaak zelf beslissen:
Soms nemen jongeren (tijdelijk) afstand van hun ouders of andere naasten. Dat kan aanvoelen als verlies van contact, maar maakt vaak deel uit van een groeiproces: ze oefenen in zelfstandigheid, zelfs al gaat dat soms gepaard met geslotenheid of terugtrekking. Wanneer je kind je (even) niet toelaat in zijn of haar wereld, is dat niet per se een afwijzing, maar kan het een manier zijn om onafhankelijkheid te tonen. Probeer dit te erkennen als een deel van hun ontwikkeling.
Als je kind (nog) niet openstaat voor volledige behandeling, kan een stapsgewijze aanpak helpend zijn. Bijvoorbeeld:
Het is belangrijk om lichamelijke opvolging altijd te behouden als prioriteit. Geef je kind inspraak in wie die medische opvolging doet (bijvoorbeeld een vertrouwde huisarts of een pediater). Dat gevoel van keuzevrijheid kan een belangrijke brug vormen naar verdere hulp.