Compulsief bewegen of bewegingsdrang is de onweerstaanbare drang om te bewegen. Het uit zich als een moeilijk te beheersen rusteloosheid, een voortdurende gejaagdheid en onrust in het lichaam.
Bewegingsdrang heeft weinig te maken met plezier. Het hangt samen met willen gewicht verliezen, calorieën willen verbranden en het nastreven van een ideaal lichaamsbeeld. Vaak ontstaat de bewegingsdrang vanuit een sport die iemand vroeger graag deed maar door het obsessief moeten bewegen raakt de plezierbeleving van de sport verloren.
Meestal vindt het bewegen plaats in afzondering en in het geheim. Bij personen met een eetstoornis staat vaak hun hele dag in het teken van bewegen. Dat rondje moet nog gelopen worden, de trappen moeten gegaan worden, buikspieroefeningen die gedaan moeten worden, en dit soms binnen een bepaalde tijd of tempo of met een exact aantal kilometers of stappen als doel voor ogen. Het bewegen is dus geen ontspanning meer maar vooral een ‘moeten’.
De bewegingsdrang komt voor in verschillende vormen. Sommigen kunnen niet stilzitten op hun stoel, wiebelen voortdurend met hun voet of been of zitten op het puntje van hun stoel. Anderen maken van bewegen, opruimen en poetsen een strak schema en zien stilzitten of rusten als tijdverlies.
Kenmerkend is ook dat een gevoel van vermoeidheid onderdrukt en ontkend wordt. Waar een gezond iemand bij eenzelfde intensiteit en frequentie ernstig vermoeid zou raken, gaat iemand met extreme bewegingsdrang ver weg staan van haar innerlijk gevoel.
Pas wanneer ze vanuit therapie of behandeling moeten stoppen met bewegen, gaan ze ervaren hoe ernstig vermoeid ze eigenlijk zijn. Dus het stoppen van bewegen, stilvallen en leren rust nemen zal vaak ook een onderdeel zijn van het herstelproces van een eetstoornis.