Ouders ondersteunen om de (emotionele) impact van de eetstoornis te minimaliseren

Aangezien veel ouders eerder gefocust zullen zijn op hulp te krijgen in functie van de noden van hun kind met een eetstoornis, in plaats van op de noden van zichzelf of andere familieleden, is het belangrijk om bij aanvang de begeleiding van de context als een “opt-out” in plaats van een “opt-in” proces aan te bieden. De sterktes en noden van de familie dienen daarom in kaart te worden gebracht, met aandacht voor ondersteunende interventies die de draagkracht van het gezin kunnen verhogen doorheen het langdurige verloop van de behandeling van de eetstoornis [120].

Een aantal thema’s die aan bod kunnen komen binnen deze persoonlijke zorg en ondersteuning zijn:

  • Psychologische, sociale en financiele ondersteuning (eventueel ook via de sociale dienst van het ziekenhuis)
  • Inzetten van probleemoplossende strategieën om normale levenspatronen te behouden
  • Ondersteunen en betrekken van broers en zussen (brussen) op vlak van het geven van informatie, het uitwerken van de rol die zij kunnen spelen en tegelijk het voorzien van ruimte voor brussen om binnen het gezin voldoende aan bod te kunnen komen als persoon, los van de eetstoornis van hun broer of zus

Hiernavolgend worden enkele van deze thema’s meer in detail uitgewerkt.

Psychologische, sociale en financiële ondersteuning

Omwille van de verwachte lijdensdruk van de zorgfiguren is het belangrijk om de psychologische, sociale, en financiële noden van de ouders of andere familieleden te beluisteren en hierop in te spelen door gepaste informatie, psycho-educatie, training en indien nodig ook psychotherapie te geven [44]. Ouders zijn immers niet de oorzaak van of schuldig aan het ontstaan van een eetstoornis, maar kunnen verstrikt geraken in de dynamieken die spelen bij een eetstoornis.

Het gedrag dat de eetstoornis uitlokt bij de patiënt kan bij ouders eigen emotionele reacties oproepen (schuldgevoel, angst, boosheid). Het is belangrijk ouders te ondersteunen en met deze gevoelens te leren omgaan.Het kan bijvoorbeeld helpen om de eetstoornis te externaliseren (i.e., de eetstoornis als een aparte entiteit te zien en bespreken als iets dat losstaat van de identiteit van de jongere, maar wel de controle kan overnemen), het herkennen van de “trucs” die de eetstoornis “gebruikt” om hulp te ondermijnen, structuur te brengen in het dagelijks leven, en grenzen te stellen [22, 60]. Bijkomend is het belangrijk dat ouders hun eigen emotionele en gedragsmatige reacties leren herkennen. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de dier-metaforen [120; informatiepakket ouders; toolkit ouders]

Inzetten van probleemoplossende strategieën om normale levenspatronen te behouden

Ouders dienen aangespoord te worden om zoveel mogelijk het normale levenspatroon te behouden. Daarbij aansluitend is het belangrijk ouders ook te laten stilstaan bij de tijdsduur van aanwezigheid in het ziekenhuis. Bespreek de nadelen van lange dagen in het ziekenhuis aanwezig te willen zijn, en hoe ze door tijd voor zichzelf uit te trekken de eigen batterijen kunnen opladen om er nadien terug helemaal te kunnen zijn als bondgenoot van hun kind in de strijd tegen de eetstoornis. Binnen de begeleiding van ouders is het aldus belangrijk om vanuit het team in te zetten op de bewustwording bij ouders omtrent het leren aanvoelen van hun eigen grenzen, en zelfzorg. Dit betekent dat significante anderen mogelijk moeten worden ingezet op bepaalde dagen/dagdelen. Vanuit het team kunnen hier pro-actief voorstellen worden gedaan, eens men een goed zicht heeft op de krachten van het netwerk rondom het gezin/de patiënt.

Ondersteunen en beschermen van broers en zussen

Aangezien de eetstoornis een impact op het hele gezin en omgeving van de patiënt kan hebben, is het aangeraden om brussen en/of vrienden te betrekken tijdens de behandelfase. Op die manier kunnen zij de jongere ook helpen op weg naar herstel. Tenslotte is het belangrijk om de eventuele stress, angst, en zelfverwijt bij de omgeving aan te pakken.

Kinderen en jongeren kunnen als zus of broer betrokken zijn bij iemand die een eetstoornis heeft. Deze kinderen en jongeren hebben bovendien ook zelf een hoger risico op het ontwikkelen van een eetstoornis en net daarom is het cruciaal om ook bij hen geschikte contextbegeleiding op te starten zodat hun gezonde ontwikkeling en welzijn gewaarborgd blijft [120].

Volgende informatie moet minstens aan bod komen:

  • Wat de eetstoornis betekent voor het familielid met een eetstoornis
  • Hoe ze, als brus, kunnen interageren met hun familielid
  • Hoe ze de situatie aan anderen kunnen uitleggen
  • Hoe ze hun eigen emoties kunnen uitdrukken en managen
  • Hoe ze problemen kunnen oplossen
  • Hoe ze hun eigen fysieke en mentale gezondheid kunnen behouden