Maaltijdcoaching

Eetcompetenties

Als ouder kan je je opgroeiend kind ondersteunen in het zoeken naar gestructureerd, gevarieerd, genoeg en genietend eten. We ontwikkelden een fiche ‘eerste hulp voor ouders bij de eetcompetenties van je kind’ die je hierbij handvaten aanreikt. 

Evenwicht tussen sturen en steunen

Wanneer er bij je kind sprake is van een eetstoornis zal je als ouder het herstel kunnen ondersteunen door coachend aanwezig te zijn bij het herstel van het eetpatroon en de maaltijden zelf. Dit kan op verschillende manieren en in verschillende versnellingen. Vaak is de eetstoornis zeer krachtig en wellicht zal jij als ouder een stevige inspanning moeten doen om je kind te ondersteunen in zijn/haar herstel aan tafel. 

Doorheen alle richtlijnen zet je best in op ‘contact’ met je zoon of dochter. Een goed evenwicht vinden tussen ‘sturen’ en ‘steunen’ is vaak de grote uitdaging: Enerzijds is het helpend dat je duidelijke lijnen uitzet (bv. We verwachten dat je aan tafel komt). Anderzijds moet je een eindeloze strijd die vaak eindigt in verwijt of zelfs agressie vermijden. Concreet betekent dit dat je je kind kan aanmoedigen om te komen eten, maar dat je discussie probeert te vermijden over hoeveel, wat, en hoe er gegeten wordt.  De oude opvoedingsregel ‘de ouder kiest wat en wanneer er gegeten wordt, het kind kiest hoeveel’ blijft een gouden regel. 

In dit alles is essentieel dat je als ouder je eigen emoties kan reguleren en een consequente aanpak nastreeft.

Hieronder geven we een aantal concrete handvaten die je als ouder kunnen helpen om het herstel aan tafel mee te ondersteunen. Dit filmmateriaal is illustratief voor deze concrete handvaten. 

Inbouwen van veiligheid en voorspelbaarheid

Structuur en ritme

Ouders kunnen een belangrijke rol spelen in het helpen structureren van de maaltijden. Voorzie zoveel mogelijk een vaste structuur en ritme. Zorg voor vaste eetmomenten met drie hoofdmaaltijden (bv. rond 7.30, 12u en 17.30u) en twee of drie tussenmaaltijden/snacks (bv. rond 10u, 15u en 20.15u). Ook tijdens het weekend. Vaak maakt deze structuur al min of meer deel uit van het ritme van het gezin en het is niet voor ieder kind nodig om dit zo expliciet of klokvast te maken. Voor veel jongeren met eetstoornissen is het echter niet gemakkelijk als het tijdstip van maaltijden veel verschuift.

Plan de maaltijden vooraf

Werk eventueel met een zichtbaar weekmenu omdat dit kan zorgen voor voorspelbaarheid. Het heeft de voorkeur om met een menu te werken dat aansluit bij de eigen gewoontes van het gezin en de cultuur. Vermijd verrassingen of onverwachte veranderingen en hou nieuwe stappen even aan vooraleer naar een volgende stap te gaan.  

Samen eten

Probeer je kind zoveel mogelijk samen met iemand te laten eten. Soms is samen eten met het gehele gezin niet haalbaar bv. omdat het te overweldigend, te druk of te gespannen is. Je kan dan afspreken dat je kind gedurende een beperkte periode apart eet, maar probeer dan zelf of iemand anders samen met je kind te laten eten. Laat je kind niet alleen.

Eetschema

Als er een voorgeschreven eetschema is hou daar dan aan vast. Het werd immers opgesteld voor je kind door een professional. Doe er dus geen extra’s in. Vertrouwen in de zorgfiguur is essentieel in het herstelproces en wanneer je er stiekem iets extra aan toevoegt zal dat het vertrouwen ondermijnen en zal dat het je kind moeilijker maken in haar gevecht met de eetstoornis. 

Tijdelijke regels

Het kan tijdelijk zinvol zijn om je kind niet toe te laten in de keuken tijdens het koken. Ook kan het tijdelijk nodig zijn om je kind niet mee te nemen tijdens de boodschappen. 

Koop geen light voeding

Ga niet in op de vraag van je kind om light voeding te kopen. Dit is een valkuil omdat je kind nood heeft aan normale rijke voeding om een gezond lichaamsgewicht te bekomen.

Omgaan met moeilijke momenten aan tafel 

  • Vermijd discussies of conflict tijdens de maaltijden. Blijf kalm, consequent en vriendelijk. Hoe moeilijk het ook is om toe te kijken, voor je kind is het verslaan van de eetstoornis als het voeren van een oorlog. 
  • Ga eventuele strijd of discussie uit de weg door te verwijzen naar de richtlijnen van professionals. Bv. in de ouderavond werd me verteld dat ik je niet help door met jou in discussie te gaan over het eten.
  • Stel haalbare doelen. Proberen en beginnen is belangrijker dan finishen. Als het de eerste keer niet lukt, lukt het misschien wel de vijfde of zesde keer. Een restaurantbezoek, een buffetformule op reis, een tapasavond of BBQ is mogelijks nog veel te moeilijk. Deze momenten zorgen voor te veel prikkels, te weinig controle en overzicht op wat een gewone portie is. 
  • Stel duidelijke grenzen (bij voorkeur op voorhand afgesproken). En zet ze rustig in werking. Ga niet in discussie over eten maar verwijs naar wat er afgesproken werd. bv. ‘dit hebben we eerder afgesproken’, ‘we kunnen het er later nog eens over hebben maar niet nu’, ‘dit moet je echt opeten’, ‘ik kom bij je zitten en zal je helpen’
  • Vergeet niet dat de eetstoornis op de schouder van je kind zit die voortdurend kritiek geeft. Je kan deze tegengaan door net geen kritiek of frustratie te uiten en door warmte en rust uit te stralen (een schouderklopje, een geruststellend gebaar). 
  • Vergeet niet om steun en aanmoediging te geven maar zonder betuttelend te zijn. Dit kan je doen door dingen te zeggen zoals bv. ‘ik weet dat dit moeilijk is en dat jij dit kan’.
  • Geef niet toe aan een emotionele reactie als je boos of gefrustreerd bent. Spanning is besmettelijk. Tel tot tien of haal vijf keer diep adem. Zachte achtergrondmuziek kan helpen. Vraag je kind naar suggesties om een rustige sfeer te creëren.
  • Als je negatief gedrag ziet benoem dit dan rustig en niet aanvallend of denigrerend. Bv. ‘Ik zie dat je geen boter op je boterham smeert, ik zou graag zien dat je dit toch probeert.’, ‘Ik zie dat je het moeilijk hebt, is er iets dat ik kan doen om je te helpen?’, ‘Ik zie dat je nog een klein restje laat liggen, ik zou graag zien dat je dit toch opeet en je verzet tegen je eetstoornis, het is echt belangrijk dat we goede eetgewoontes aanhouden.’ 
  • Geef je kind eventueel toestemming en geruststelling om te eten: “het is oké om dit te eten, dit is volkomen normaal”. 

Eetbuien en purgeergedrag 

Wanneer je kind eetbui- en/of purgeergedrag vertoont kunnen volgende bijkomende aandachtspunten helpend zijn:

  • Haal liever geen grote hoeveelheden voedsel in huis maar ga liever een keer extra naar de winkel. Ook weten dat er voedsel is gekocht en waar het ligt in huis kan een uitlokker zijn voor een eetbui.
  • Laat verleidelijk voedsel niet in het zicht staan. Laat bv. tijdens de maaltijd de kookpotten niet op tafel staan maar op het aanrecht uit het zicht. Het zien van voedsel kan een uitlokker zijn.
  • Bied eventueel aan om de toegang tot contant geld voor de aankoop van voedsel te beperken.
  • Stel tijdens (de aanloop tot) een eetbui voor om samen iets te gaan doen (bv. een puzzel, schilderen, naar muziek luisteren..). Dit werkt niet alleen afleidend maar kan ook de gelegenheid bieden tot een verbindend gesprek.
  • Moedig aan maar zet je kind niet onder druk om te eten. Denk eraan dat het afdwingen een eetbui kan veroorzaken.
  • Het kan zinvol zijn om bepaalde afspraken te maken en regels in te stellen omtrent eetbui- en purgeergedrag. Deze afspraken kunnen variëren en moeten rustig worden uitgesproken en herhaald.
  • Vertel je kind rustig dat je het niet fijn vindt wanneer er voedsel verdwijnt dat bedoeld is voor het ontbijt of een andere gelegenheid.
  • Verlang van je kind om de keuken en badkamer in propere staat achter te laten na een eetbui of purgeergedrag.
  • Je kan de regel instellen dat er niet gegeten mag worden op de slaapkamer.

Helpend en niet-helpend gedrag aan tafel

Om te helpen aan tafel zijn volgende aspecten belangrijk: 

  • Beschouw en benadruk dat eten een medicijn is. 
  • Wees geduldig, herstel is een lang proces van kleine stapjes. 
  • Consistentie en directiviteit: hou een bepaalde aanpak minstens twee weken aan vooraleer verandering te verwachten. 
  • Biedt afleiding aan vóór, tijdens en na de eetmomenten
  • Wees een rolmodel als ouder: ga niet zelf op dieet (tenzij het medisch niet anders kan) en hanteer zoveel mogelijk zelf een normaal en evenwichtig eetpatroon. 

Het is niet helpend om gedragsverandering af te dwingen of af te kopen (bv. dreigen met het afnemen van hobbies of inhouden van zakgeld..). Hou ook rekening met het tempo van je kind. Het is bv. niet helpend om te snel deelname te verwachten aan grote bijeenkomsten (bv. familiefeesten kunnen tijdelijk te moeilijk zijn) of aan een buffet (teveel keuze mogelijkheid). Ook een restaurantbezoek is vaak nog te moeilijk en wordt best voorbereid. 

Communicatie: helpende en niet-helpende communicatie aan tafel 

Hanteer aanmoedigende en ondersteunende communicatie aan tafel zoals: 

  • ‘Ik merk dat je..’
  • ‘Ik kan zien dat je heel hard aan het proberen bent.. ‘
  • ‘Ik weet hoe moeilijk het is voor jou…’

Vermijd kritiek en negatieve opmerkingen en voer geen gesprekken over uiterlijk, diëten, voeding, gewicht, figuur,.. Deze kunnen de eetstoornis triggeren. 

Dingen die je beter niet kan zeggenHoe dan wel? 
Waarom heb je niets gegeten?  Je hebt me eerder verteld dat je dit zou eten. Doe nu maar, ik weet dat je het kan. 
Dit laatste beetje kan je toch mee op eten? Ik weet dat je steun nodig hebt en ik weet dat je het kan.
Komaan, je bent nog lang niet klaar en ik heb andere dingen te doen.Ik weet dat het moeilijk is en ik denk dat je de moed hebt om te doen.
Wat een verspilling!  Doe maar rustig verder en probeer niet te luisteren naar de eetstoornis.
Denk eens aan de kinderen in de arme landen!  Ik ga nu niet met jou hierover discussiëren. Laat ons maar gewoon houden aan het voorgeschreven schema.
Het is afschuwelijk om te zien hoe jij je eten in stukjes snijdt..  In het plan dat we afgesproken hebben zouden we niet langer dan 3 kwartier gebruiken voor de maaltijd. Je hebt nog een kwartiertje nu. Kan ik je helpen? Helpt het als ik het nog eens opwarm?
Kijk nu hoe weinig je hebt genomen! Denk je dat je een muis bent? Die portie is niet voldoende. Je mag nog een schepje bijnemen.