Stappenplan overgewicht en obesitas bij volwassenen – diëtist
In diverse internationale richtlijnen wordt gesteld dat de behandeling van obesitas idealiter een medisch luik, een voedingsluik, een bewegingsluik en een psychologisch luik bevat . Voor een behandeling op maat, is het belangrijk om een goed bilan te maken van deze domeinen. Hiervoor worden best verschillende disciplines ingeschakeld, waardoor een multidisciplinaire samenwerking al van bij de screening start. Daarbij dienen de consultaties wel afgestemd te worden op de financiële mogelijkheden van de patiënt.
Het betrekken van andere disciplines bij de inventarisatie van het gewichtsprobleem werkt efficiënt. Een regionale praktijktoetsing hierrond suggereert dat veel meer informatie verkregen wordt als de anamnese door verschillende disciplines gebeurt [bron]. Door de patiënt te wijzen op de voordelen van een multidisciplinaire inventarisatie (bijv. door huisarts, diëtist, bewegingsdeskundige of kinesitherapeut, en psycholoog) kan de motivatie hiervoor verhoogd worden. Doel is vooral om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de problematiek zodat de behandeling zo goed mogelijk op maat van de patiënt kan gebeuren. Ter ondersteuning zijn per discipline draaiboeken ontwikkeld door Eetexpert.
Belangrijk is dat de informatie steeds naar de huisarts teruggekoppeld wordt. Dit kan via een kort verslag of idealiter in een kort gemeenschappelijk overleg waarbij indicaties voor behandeling worden gecommuniceerd. In het geval dat meerdere disciplines betrokken zijn bij de behandeling, is het van belang doel en planning af te spreken, via overleg, verwijsbrief of telefonisch gesprek. In principe kunnen verschillende disciplines parallel werken, wanneer er afstemming is rond de (volgorde van) de doelstellingen.
De diëtist heeft een belangrijke functie op vlak van probleemverkenning en inventarisatie (voedingsgewoonten, gedrag, motivatie), grondige voedingseducatie en persoonlijke begeleiding van patiënten. De diëtist kan helpen bij herstel van een gezond eetpatroon, het plannen van maaltijden, de keuze van voedingsmiddelen en de bereiding ervan. De diëtist begeleidt de patiënt in het uitbreiden van de nodige vaardigheden (cf. vier aspecten van ‘food literacy’). Indien een dieet nodig is, kan de diëtist op basis van de uitgebreide voedingsanamnese een dieet op maat voorschrijven, dat eenvoudig en verstaanbaar is, haalbaar, veilig en met goede resultaten op korte en lange termijn. De diëtist kan de patiënt begeleiden bij het volgen van dit dieet. De diëtist kan ook intensief begeleiden bij heel specifieke diëten: bijv. diëten aangewezen bij diabetes, hartfalen, nierinsufficiëntie,…
De diëtist is regelmatig de eerste contactpersoon van de patiënt die hulp wenst rond zijn of haar gewicht. Patiënten hebben vaak uitgesproken verwachtingen voor wat betreft het te bereiken gewichtsverlies en de te volgen methode. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de diëtist in het bijsturen van die verwachtingen evenals het motiveren van patiënten om permanente leefstijlveranderingen door te voeren.
Het is eigen aan de problematiek dat het lichamelijk functioneren in belangrijke mate verstoord kan zijn. Dit vereist dan ook bijzondere aandacht in het behandelplan. Er is een verhoogde morbiditeit en mortaliteit. Een goede (somatische) screening en medische opvolging door de huisarts is van cruciaal belang bij de behandeling. De huisarts zorgt daarbij ook voor de medicamenteuze opvolging van comorbiditeiten, waarbij aandacht besteed wordt aan het al dan niet obesogene karakter van de medicatie. Tot slot is een inschakeling van de huisarts noodzakelijk in het kader van (het overwegen van) bariatrische chirurgie en/of specifieke diëten.
Bij ernstige medische complicaties of ernstige comorbiditeit, evenals in het geval van een beslissing tot bariatrische chirurgie, wordt een geneesheer-specialist ingeschakeld.
Verder is de huisarts een belangrijke schakel in de multidisciplinaire samenwerking. De huisarts heeft vaak reeds een vertrouwensrelatie met de patiënt opgebouwd en is de eerste contactpersoon voor gezondheidsgerelateerde problemen. De huisarts kan coördinator zijn van de multidisciplinaire samenwerking, waarbij deze– gezien het levenslang contact met de patiënt – de aangewezen persoon is voor het bewaken van de continuïteit van het zorgtraject.
Bij overgewicht en obesitas moet enerzijds het sedentaire gedrag worden beperkt en anderzijds meer lichaamsbeweging (met handhaving van medische veiligheid) worden ingebouwd in het dagelijkse leven. Het beweeggedrag inventariseren en opvolgen is dan ook essentieel. Beweging bevordert de algemene gezondheid, zowel fysiek als psychologisch. Het helpt bovendien om behaalde gezondheids- en gewichtsresultaten te behouden. Cruciaal is het volhouden van de actievere leefstijl. De slaagkans hiervan is hoger bij plezierige activiteiten.
Een bewegingsdeskundige of kinesitherapeut kan aangepaste begeleiding voorzien indien er sprake is van osteo-artritis, gewrichtspijnen, immobiliteit van de gewrichten, (chronische) vermoeidheid, functionaliteitsverlies, (urinaire) incontinentie of kortademigheid. Ook kan de bewegingsdeskundige of kinesitherapeut bewegingsbegeleiding voorzien bij personen die omwille van obesitas te maken hebben met hypertensie, type 2 diabetes, hartziekten, CVA of astma. Daarnaast kan een bewegingskundige of kinesitherapeut de connectie van de patiënt met het eigen lichaam verbeteren/herstellen via psychomotorische oefeningen (bijv. via yoga, dans). Lichamelijke oefeningen kunnen het psychologisch herstel ondersteunen.
De psycholoog (of psychiater, orthopedagoog) met bekwaming in eet- en gewichtsproblemen kan een grondige psychosociale anamnese uitvoeren om zicht te krijgen op de achterliggende problematiek, het algemeen functioneren en welbevinden. Ook kan de psycholoog een eetstoornis of psychische risicofactoren voor de ontwikkeling ervan detecteren en een inschatting maken van de ernst van het eetprobleem. Ook kan een inschatting worden gemaakt van de motivatie van de patiënt, aangezien de bereidheid tot verandering van gedrag en leefstijl een cruciale factor is in het verdere behandelverloop.
Aangezien bij de aanpak van overgewicht en obesitas een verandering van leefstijl cruciaal is, kan samenwerking met deze discipline een meerwaarde geven. De psycholoog heeft expertise om vanuit verschillende invalshoeken te werken aan gedragsverandering. Het opnemen van componenten van cognitieve gedragstherapie bevordert de therapietrouw. Bij de aanwezigheid van eetproblemen heeft de psycholoog een cruciale rol.. Het is belangrijk een eventuele eetstoornis te behandelen vooraleer te starten met eventuele gewichtsreductie. Dit betekent niet dat de andere disciplines ‘on hold’ staan, wel dat de doelstellingen hierop afgestemd worden door alle betrokken disciplines. Ook bij andere psychische klachten is de inbreng van een psycholoog soms aangewezen, onder andere bij depressieve klachten of ernstige stemmingswisselingen, een negatief zelfbeeld, verstoord lichaamsbeeld, angsten en vermijdingsgedrag, sterke stigmatisering of sociaal isolement.
Een eerstelijnspsycholoog kan, naast het begeleiden van de patiënt, een belangrijke rol spelen als “back office” advisering aan huisartsen, diëtisten, kinesitherapeuten of bewegingsdeskundigen,… zonder daarom direct patiëntencontact te hebben. De psycholoog kan teamleden adviseren rond hun motiverende en oplossingsgerichte tussenkomsten.
Bij ernstige medische complicaties of bij ernstige comorbiditeit is het aangewezen de patiënt te verwijzen naar een geneesheer-specialist: endocrinoloog, pneumoloog (slaapapneu), cardioloog, orthopedist,… Verder is samenwerking nodig wanneer geopteerd wordt voor bariatrische chirurgie (zie ook ‘Voedingsbegeleiding bij bariatrische chirurgie’).
Aanmelding voor bariatrische zorg moet steeds voorafgegaan worden door een algemeen multidisciplinair obesitasconsult [bron]. Adequate verwijzing door de huisarts evenals betrekken van de huisarts bij een multidisciplinair advies rond de aanpak van de obesitaszorg zijn belangrijke voorwaarden voor een succesvolle en efficiënte zorg.
De patiënt volgt zelf het eigen zorgtraject op en informeert de betrokken zorgverstrekkers zo volledig mogelijk. Hij kan mee beslissen en mee denken over de aanpak van het gewichtsprobleem. Het is belangrijk om maximale verantwoordelijkheid voor de gedragsverandering bij de patiënt te laten.