Eetproblemen en gewichtsproblemen, aparte ontwikkelingspaden?

Eet- en gewichtsproblemen staan niet los van elkaar. Verstoord eetgedrag kan uiteraard een invloed hebben op gewicht, maar overgewicht (of de perceptie van een te hoog gewicht) kan op zijn beurt verstoord eetgedrag uitlokken. Kinderen en jongeren met overgewicht kunnen een verstoord welbevinden hebben (bv. door gewichtsgerelateerd pestgedrag, door lichaamsontevredenheid…) en kunnen eetgedrag ontwikkelen dat het gewicht buitensporig doet toe- of afnemen (bv. extreem lijngedrag, emotioneel eten, controleverlies bij eten). Ook de fysieke gezondheidsrisico’s nemen toe bij verstoord eetgedrag. 

Verder zijn er heel wat gedeelde risico- en beschermingsfactoren. De factoren die een risicoproces op gang kunnen brengen, en beschermende factoren die dit proces kunnen bufferen, kunnen gebundeld worden binnen drie ontwikkelingsthema’s:

Lichaamsontevredenheid

Binnen het eerste thema staat lichaamsontevredenheid centraal en de verschillende factoren die bijdragen tot een internalisering van het slankheidsideaal, zoals een laag zelfbeeld, veel omgevingsdruk, sociale vergelijking, de houding van belangrijke anderen t.o.v. gewicht, perfectionisme en dergelijke.

Negatief affect

Binnen het tweede thema staat negatief affect centraal. Hier worden factoren geplaatst die aan de basis liggen van angsten, verdriet of ongelukkig zijn, zoals negatieve opvoedingservaringen, onveilige gehechtheid, een psychiatrisch probleem in het gezin en temperamentsfactoren die de jongere kwetsbaar maken.

Regulatie eetgedrag

Binnen het derde thema staat de regulatie van eetgedrag centraal, en de factoren die interne regulatie vanuit honger en verzadiging bemoeilijken, zoals persoonlijkheid (te weinig zelfcontrole, hoge beloningsgevoeligheid), een dieetgeschiedenis of overmatige controle op het eetgedrag van het kind door de omgeving (opvoeding) en de manier waarop belangrijke anderen hun eetgedrag reguleren.

Personen met overgewicht ervaren vaak sociale druk om af te vallen. Strikt lijnen is (a) op langere termijn moeilijk vol te houden en (b) verstoort het basaal metabolisme. Hoewel lijngedrag vooral toeneemt in de adolescentie, komt het ook in de lagere schoolperiode voor. Lijnen vraagt heel wat mentale energie. Zo worden lijnpogingen vaak doorbroken in situaties waarbij men vermoeid is, sterke negatieve emoties ervaart, of (na de kindertijd) alcohol heeft gedronken. Zo’n breakdown houdt in dat er eetbuien kunnen ontstaan, als reactie op de fysiologische en psychologische deprivatie tijdens het lijnen. Deze kunnen er op hun beurt  voor zorgen dat het gewicht opnieuw gaat toenemen. Daarnaast zorgt het strenge lijnen en bijhorend snel vermageren ook voor een daling van het basaal metabolisme. Wanneer iemand strikt lijnt, leert hij/zij het lichaam erg zuinig om te gaan met de weinige calorieën die hij/zij tot zich neemt. Wanneer het lijnen gestopt wordt, blijft het metabolisme op hetzelfde lage niveau. De dagelijkse behoefte aan energie is dus lager na een lijnpoging, en dit blijft ook zo, indien geen inspanningen worden gedaan om het basaal metabolisme te herstellen (via beweging). Extra energie-inname wordt omgezet in vet. Hierdoor wordt het gewicht na de periode van lijnen net hoger dan voor men startte met lijnen (jojo-effect). Het is onduidelijk of het jojo-effect zich ook voordoet bij kinderen (jonger dan 12 jaar) en of de effecten op het metabolisme gelijklopend zijn bij hen, maar onderzoekers waarschuwen dat de aanvangsleeftijd van ongezond lijngedrag en gewichtsschommelingen aan het verschuiven is naar jongere leeftijdsgroepen, ook voorkomt bij personen met een normaal gewicht (die zich bijvoorbeeld te dik voelen), en heel wat gezondheidsrisico’s inhoudt (Montani, Schutz, & Dulloo, 2015). Bij kinderen is het bovendien extra belangrijk om een volwaardige voeding aan te bieden (wat haaks staat op streng lijnen), zodat hun groei niet in het gedrang komt.  Verder helpt het feit dat kinderen nog in volle groei zijn om een andere verhouding tussen lengte en gewicht te bereiken, en zo mogelijk uit het overgewicht te groeien.

Ook ouders van kinderen met over- of ondergewicht ervaren heel wat druk (en bezorgdheid) rond het gewicht van hun kind. Hierdoor kunnen ze overmatige controle leggen op het eetgedrag van het kind om meer of minder te eten, en de zelfregulatie rond honger en verzadiging verstoren, of in een tafelstrijd terechtkomen.

Daarom is het extra belangrijk om in de communicatie (zie 1.6) rond gewicht niet te stigmatiseren en geen lichaamsontevredenheid of lijngedrag uit te lokken, en evenmin te veel controle te leggen op het eetgedrag van kinderen.

Materialen

Infofiche eetproblemen en gewichtsproblemen – risicoprofiel

Factoren die een risicoproces op gang kunnen brengen en beschermende factoren.

Infofiche

– 566 KB

Infofiche de mythe van lijnen

Waarom is lijnen of ‘op dieet gaan’ een mythe?

Infofiche

– 1.8 MB

Referenties arrow

Braet, C., Beyers, W., Goossens, L., Verbeken, S., & Moens, E. (2012). Subtyping children and adolescents who are overweight based on eating pathology and psychopathology. European Eating Disorders Review, 20, 279-286.

Brown, C., Halvorson, E., Cohen, G., Lazorick, S., & Skelton, J. (2015). Addressing childhood obesity: Opportunities for prevention. Pediatric Clinics of North America, 62, 1241-1261.

Greenway, F.L. (2015). Physiological adaptations to weight loss and factors favouring weight regain. International Journal of Obesity, 39, 1188-1196.

Haines, J., Kleinman, K. P., Rifas-Shiman, S., Field, A. E., & Austin, B. (2010). Examination of shared risk and protective factors for overweight and disordered eating among adolescents. Archives of Pediatrics and Adolescent Medicine, 164, 336-343.

Jacobi, C., Hayward, C., de Zwaan, M., Kraemer, H., & Agras, W. (2004). Coming to terms with risk factors for eating disorders: Application of risk terminology and suggestions for a general taxonomy. Psychological Bulletin, 130, 19-65.

Matton, A., Goossens, L., Braet, C. & Van Durme, K. (2013). Continuity in primary school children’s eating problems and the influence of parental feeding strategies. Journal of Youth and Adolescence, 42, 52-66.

Montani, J. P., Schutz, Y., & Dulloo, A. G. (2015). Dieting and weight cycling as risk factors for cardiometabolic diseases: who is really at risk?. Obesity Reviews, 16 (S1), 7–18. https://doi.org/10.1111/obr.12251

Pennesi, J., & Wade, T. (2016). A systematic review of the existing models of disordered eating: Do they inform the development of effective interventions? Clinical Psychology Review, 43, 175-92.

Pont, S. J., Puhl, R., Cook, S. R., & Slusser, W. (2017). Stigma experienced by children and adolescents with obesity. Pediatrics, 140, doi: 10.1542/peds.2017-3034

Stice, E. (2001). A prospective test of the dual pathway model of bulimic pathology: mediating effects of dieting and negative affect. Journal of Abnormal Psychology, 110, 124-135.