Nieuwe inzichten
Vroeger werden aanbevelingen rond eetgedrag vernauwd tot gezonde voedingskeuzes, obesitas werd herleid tot een probleem van teveel eten/te weinig bewegen en een gezonde leefstijl was gezond eten en bewegen. Maar recent zijn er heel wat nieuwe inzichten die de visie op eetgedrag, gewicht en leefstijl sterk hebben veranderd.
Eetgedrag
Eetgedrag wordt gezien als een deelaspect van leefgedrag dat geleerd moet worden. Net als leren slapen, spelen, werken, moeten er ook vaardigheden ontwikkelen die te maken hebben met evenwichtig eten: De 4 “eetcompetenties” [1] samengevat voor Vlaanderen als de 4 G’s:
Genieten
Eten is leuk, voeding mag lekker zijn en genieten van eten en van de gegeten hoeveelheid mag.
Gevarieerd
Nieuw voedsel schrikt niet af, men durft proeven en leert iets lekker te vinden.
Genoeg
Luisteren naar ons lichaam als we eten: hebben we genoeg of nog honger?
Gestructureerd
Plannen van maaltijden, tussendoortjes en wat er gegeten wordt.
De vier vaardigheden kunnen niet zonder elkaar: allen zijn nodig om te kunnen spreken van gezond of eetcompetent eetgedrag. Het genieten van eten moet in combinatie staan met vaardigheden rond het luisteren naar honger en verzadigingssignalen, vaardigheden om evenwichtige maaltijden te plannen en de durf om nieuwe smaken en voeding te proberen. Bij een onevenwicht tussen deze vaardigheden is er sprake van een hapering in eetgedrag. Belang hechten aan de vier vaardigheden zorgt ervoor dat de cliënt niet op één van de vaardigheden gaat doorschieten ten koste van de andere vaardigheden waardoor er opnieuw een hapering in eten kan ontstaan.
Te onthouden voor de eerstelijnspraktijk:
-
- Werk zowel in preventie als zorg aan vaardigheidsleren met betrekking tot eetgedrag: het versterken van de 4 eetcompenties of de 4 G’s: Gestructureerd, Genieten, Gevarieerd, en Genoeg.
-
- Ook de interactie tussen de 4 G’s is van belang: idealiter zijn de 4 G’s in evenwicht.
Obesitas
De oorzaken van obesitas enkel terug brengen naar een te hoge energie opname en een te laag energieverbruik doet afbreuk aan de complexiteit van deze aandoening. Onderzoek toonde ondertussen aan dat veel verschillende factoren bijdragen tot de ontwikkeling van obesitas:
- Genetische factoren hebben impact op hoe ons lichaam voedsel en beweging herkent, gebruikt en erop reageert.
- Ook chemische en hormonale processen hebben een invloed op wat en hoeveel er gegeten. Deze processen worden bovendien ook beïnvloed door medicatiegebruik, stress en slaaptekort.
- Daarnaast zijn er contextfactoren die gezonde keuzes gemakkelijker of moeilijker maken. Zo worden voedsel- en bewegingskeuzes zeer sterk beïnvloed door opvoedings- en conditioneringsprocessen, de inrichting van de omgeving waarin we wonen, en de culturele context, in het bijzonder stigmatisering.
- En tot slot kunnen psychologische factoren, zoals zelfbeeld, lichaamstevredenheid, temperament en copingvaardigheden, een belangrijke invloed hebben op het verloop van het eetgedrag [2, 3].
Daarnaast zijn er heel wat factoren die gewichtsverlies tegenwerken. Meer en meer onderzoek toont dat gewicht verliezen en vooral het gerealiseerde gewichtsverlies behouden, complex is. In de jaren volgend op een bepaalde dieet wordt bij het overgrote deel van de deelnemers terug een systematische gewichtstoename vastgesteld [4]. Recent onderzoek geeft echter aan dat de metabole gezondheid verbetert door een aanpassing van de leefstijl, zelfs zonder gewichtsreductie. Het suggereert dat leefstijl meer impact heeft op metabole gezondheid dan gewicht [5].
Op drie vlakken worden pogingen tot gewichtsverlies tegengewerkt: fysiologisch, sociaal, en psychologisch.
Fysiologisch
Ter behoud van gewicht en lichaamssamenstelling worden diverse fysiologische processen geactiveerd na een dieet met een stevige calorierestrictie [4]:
- vermindering van energieverbruik (het basaal rustmetabolisme);
- verstoringen in de niveaus van de diverse eetlustregulerende hormonen;
- extra activatie van de hedonische respons na eten.
Sociaal
De stigmatisering die personen met obesitas ervaren, zorgt voor extra sociale tegenwind en heeft ook een aandeel in gewichtstoename. Stigmatiserende ervaringen kunnen emotionele problemen (schaamte, depressie, lichaamsontevredenheid…) en stress uitlokken. Verhoogde cortisol (ons stress-hormoon) kan verstoord eetgedrag (verminderde zelfcontrole, verhoogde inname van suiker- en vetrijke voeding) en gewichtstoename als gevolg hebben [6].
Psychologisch
Bovendien heeft lijngedrag ook heel wat psychologische gevolgen. Een cognitieve grens, bijvoorbeeld zichzelf strenge regels opleggen met betrekking tot wat men wel/niet mag eten, vraagt heel wat mentale energie. Op momenten dat dit energiepeil uitgeput is (bv. door vermoeidheid of stress), kan ontremming ontstaan, en eet iemand die lijnt vaak méér dan iemand die niet lijnt [7]. Bovendien zijn er individuele verschillen in beloningsgevoeligheid, waardoor het voor de ene persoon gemakkelijker is om met de diverse verleidende voedingsprikkels in de omgeving om te gaan dan voor de andere.
Te onthouden voor de eerstelijnspraktijk:
- Meer factoren dan het huidig eet- en beweeggedrag hebben een invloed op iemands gewicht.
- De “maakbaarheid” van ons gewicht is beperkter dan de maatschappij ons doet geloven
- Ook zonder gewichtsverlies is er gezondheidswinst bij verandering naar een gezonde leefstijl.
- Bij advies geven zonder grondige inschatting van de factoren die een rol spelen in het ontstaan en behoud van overgewicht bij een individu, kan er gedrag uitgelokt worden dat contraproductief werkt (bv. streng lijngedrag)
- Een focusverschuiving is vereist (zowel in preventie als zorg): Gewichtsverlies staat niet langer voorop. Prioritair is gezondheidsverbetering en deimplementatie van een gezonde leefstijl
Gezonde leefstijl
Bij een gezonde leefstijl wordt traditioneel vaak gedacht aan gezond eten en meer bewegen. Een gezonde leefstijl bevat echter veel meer dan eten en bewegen alleen maar omvat ALLES (acroniem voor: Afwisselend eten, Leuk bewegen, Lief zijn voor jezelf, Emoties hanteren en Slapen)
Afwisselend eten
Afwisselend eten staat voor eetgedrag dat gebaseerd is op de 4 eetcompetenties: gevarieerd, genoeg volgens de groeibehoefte, gestructureerd in de dag, en genieten (niet krampachtig). Meer info en tips zijn geconcretiseerd op de fiche ‘eetcompetenties’ en op VIGL ‘voedingsdriehoek’.
Beweeggedrag en sedentair gedrag
Bij ‘bewegen’ denkt men spontaan aan intensieve trainingsprogramma’s en het lopen van een marathon. Veranderingen in fysieke activiteit hoeven echter niet zo “groots” te zijn: ook kleine dagdagelijkse veranderingen kunnen een winst in fysieke activiteit betekenen. “Elke stap telt” is in deze dus erg letterlijk te nemen. Maar bij een gezonde leefstijl zijn er ook restricties rond bewegen: gezond bewegen is afgestemd op wat het lichaam goed doet, en in die zin ‘leuk’ bewegen.
Naast beweeggedrag blijkt ook de hoeveelheid ‘zittijd’ belangrijk voor gezondheidsinschatting: Ook al wordt er sommige dagen goed bewogen, ons lichaam is niet aangepast aan de grote hoeveelheid sedentaire tijd die vaak achter ‘schermen’ wordt doorgebracht.
In de beweegdriehoek van VIGL vind je meer concrete tips i.v.m. het verbeteren van ‘bewegen’ en ‘sedentair gedrag’
Lief zijn voor jezelf
Recent komt het belang van lichaamstevredenheid steeds meer in de aandacht bij gezondheidsinschatting. Een gezonde leefstijl zet ook in op het lief zijn voor zichzelf en zijn/haar lichaam. Iemand met een gezond lichaamsbeeld en gezonde zelfwaarde heeft een duidelijk zicht op wat fysisch en psychologisch goed gaat, maar kan ook minder goede kanten accepteren. Dit leidt tot vertrouwen in zichzelf en in zijn mogelijkheden om moeilijkheden te overwinnen. Lichaamstevredenheid en een gezonde zelfwaarde beschermt tegen heel wat psychische problemen o.a. de ontwikkeling van eet-en gewichtsstoornissen.
Emoties hanteren
Emoties horen bij het leven, toch wordt er vaak op zoek gegaan naar manieren om negatieve emoties niet te hoeven voelen en deze te onderdrukken. Maar ook met sterke positieve gevoelens weet men niet altijd raad. Hoewel emoties onderdrukken op korte termijn goed werkt, kan het op lange termijn voor gezondheidsproblemen zorgen. Leren om emoties te accepteren en op een adaptieve manier te leren reguleren is dan ook een belangrijk onderdeel van een gezonde leefstijl.
Slapen
Nieuw onderzoek wijst op de sterk onderschatte gezondheidsimpact van slaaptekort. Daarom pleit men ervoor om leefstijladvies ook uit te breiden tot slaapadvies. De hoeveelheid slaap die iemand nodig heeft, verschilt tussen mensen en varieert ook naargelang de leeftijd. Baby’s slapen tot 16u per dag, voor kinderen en adolescenten wordt een slaapduur tussen de 8 en 11u aangeraden en de gemiddelde “normale” slaapduur voor volwassenen is 7 a 8 uur. Kleine individuele verschillen in slaapduur zijn mogelijk maar extreme afwijkingen van deze range leiden tot gezondheidsproblemen.
Te onthouden voor de eerstelijnspraktijk :
- Een gezonde leefstijl is meer dan eten en bewegen.
- Een gezonde leefstijl behelst ‘ALLES’