Maak jij je zorgen om je kind, partner of vriend(in)? Merk je signalen van een eetprobleem of eetstoornis? Op deze pagina vind je informatie over hoe je in het gezin kan omgaan met haperend eetgedrag en wat je kan doen wanneer je kind of naaste een eetstoornis heeft of als je dit vermoedt. Ook voor partners en andere naasten vind je hier nuttige info terug.
Datum laatste aanpassing: 26 augustus 2024
Als ouder kan je je kind ondersteunen in de ontwikkeling van eetgedrag en van goede eetcompetenties. Daarnaast kan je helpen bij de groei naar een gezond zelfbeeld. Versterk je naaste door te focussen op lichaamstevredenheid, niet op uiterlijk en gewicht.
Veel kinderen en jongeren maken een tijdelijke hapering door in de ontwikkeling van hun eetgedrag. Maar niet elke hapering in eetgedrag of zorg over gewicht wijst meteen op een probleem.
Wanneer de hapering in het eetgedrag aanhoudt kan dit wijzen op een eetprobleem: het eetgedrag verkrampt en de tafelmomenten verlopen niet meer ontspannen. Er zijn spanningen aan tafel, maar dit heeft geen invloed op andere levensdomeinen.
Wanneer er ook andere activiteiten en levensdomeinen onder druk komen te staan, kan er sprake zijn van een eetstoornis: je raakt in conflict met je kind over het eten of je kind gaat steeds meer piekeren of panikeren over wat, wanneer en hoeveel hij/zij eet, of over hoeveel hij/zij weegt. Mogelijk spreekt je kind minder af met anderen of voelt je kind zich meer en meer onzeker over zichzelf.
Signalen van een eetstoornis herkennen bij iemand die je graag ziet doet veel met naasten. Zeker als ouder kan dit onmacht en veel emoties oproepen. Praat hier eerst over met een andere volwassene als je veel emoties bij jezelf herkent. Zeker jongeren kunnen vaak nog niet zo goed omgaan met sterke emoties bij hun ouders, gezien hun hersenen nog niet helemaal zijn ontwikkeld.
Ga, als je je rustiger voelt, in gesprek met je naaste. Kies een rustige plaats en moment waar jullie niet gestoord kunnen worden en plan voldoende tijd in om hierover te praten. Geef aan wat je ongerust maakt. Probeer concreet gedrag te beschrijven, maar stel geen diagnoses. Je kind of je naaste zal wellicht schrikken. Geef eventueel tijd tot de volgende dag om hierover na te denken en spreek opnieuw af.
Vind hier meer handvaten om een gesprek aan te gaan met je naaste.
Ga in gesprek met je naaste om uit te zoeken wat er gedaan kan worden: of en welke hulp je inschakelt. Geef aan dat je graag hebt dat je naaste zich laat helpen en vraag of je hierbij kan helpen, maar dwing niet. De huisarts is vaak een eerste aanspreekpunt en in een vervolgstap kan onze verwijslijn eetproblemen je op weg helpen naar geschikte hulp in je eigen regio.
Wanneer je naaste open staat voor gespecialiseerde hulp zal er in de behandeling een samenwerking zijn tussen de huisarts, de psycholoog en de diëtist.
Hulp kan je in stappen opstarten: bv. eerst een sessie bij een diëtist en later naar de psycholoog, of net omgekeerd. Als er een tussenstap nodig is, kan je terecht bij ANBN, waar ervaringsdeskundigen voor je klaarstaan die zowel met ouders als met jongeren in gesprek gaan.
Je vind bij het groepsaanbod mogelijkheden waar je terecht kan voor steun, een luisterend oor of ondersteuning als ouder. Zo is er in Vlaanderen een steeds uitgebreider groepsaanbod voor ouders waar je gericht informatie kan krijgen en in gesprek kan gaan met andere ouders.
Als ouder kan je een ondersteunende rol spelen in het herstelproces van je kind. Maar hoe doe je dat? Hoe pak je het aan? Misschien ben je nog niet zeker of je kind wel een eetstoornis heeft, maar wil je er meer over weten. Of mogelijk wil je kind zelf nog geen hulp toelaten maar ben je als ouder op zoek naar ondersteuning voor jezelf. Of misschien is je kind in begeleiding bij een psycholoog en ben je op zoek naar hoe je je kind thuis kan ondersteunen. In de toolbox eetstoornissen voor ouders vind je heel wat informatie en kennis die je als ouder verder op weg kan zetten.
Vanaf 1 februari 2024 is er toegankelijke ambulante zorg voor jongeren tot en met 23 jaar met eetstoornissen dankzij een multidisciplinair zorgtraject. Hierdoor kan je zowel bij een klinisch psycholoog/orthopedagoog als een diëtist terecht aan een laag tarief.
Meer informatie over het zorgtraject eetstoornissen
De zorg voor een kind met een eetstoornis kan ook praktische zorgen met zich meebrengen. Misschien is het nodig om tijdelijk wat minder te gaan werken. Mogelijk kom je in aanmerking voor een zorgtoeslag. Hieronder vind je meer informatie.
Er bestaat de mogelijkheid om arbeid volledig of gedeeltelijk te onderbreken met motief ‘zorgen voor een zwaar ziek gezins- of familielid’. Het is de behandelende arts die oordeelt of het om een zware ziekte gaat (dus niet RVA of werkgever). Meer informatie hierover vind je hier.
Wanneer je in de Vlaamse openbare sector werkt kom je in aanmerking voor het Vlaams Zorgkrediet om het werk gedeeltelijk of volledig te onderbreken in functie van de zorg voor een zwaar ziek gezinslid. Meer informatie daarover vind je hier.
Je bent een mantelzorger wanneer je op frequente basis zorg verleent aan iemand die omwille van ziekte, handicap, ouderdom een psychische kwetsbaarheid of verslavingsproblematiek ondersteuning nodig heeft. Je moet geen familie zijn om mantelzorger te zijn. Je hebt wel een affectieve band met de persoon voor wie je zorgt. Er bestaan verschillende premies om mantelzorgers en zorgvragers te ondersteunen, via de zorgkas en via de gemeente . Voor elk van die premies bestaan er andere voorwaarden.
Jongeren met een eetstoornis vragen heel wat bijkomende zorg en ondersteuning en kunnen als jongere met specifieke bijkomende noden in aanmerking komen voor de verhoogde kinderbijslag. De aanvraag voor een verhoogde zorgtoeslag verloopt in verschillende stappen. In eerste instantie dien je als ouder contact op te nemen met de uitbetaler van het groeipakket (het vroegere kinderbijslagfonds). Op je rekeninguittreksels is terug te vinden bij welk fonds je aangesloten bent. Vervolgens zal gevraagd worden om een aantal formulieren in te vullen via het portaal van mijn.kindengezin.be of om dit te laten invullen door de betrokken zorgverleners. Meer informatie vind je bij kind en gezin en groeipakket.be.
Nuttige links
Materialen waarmee je aan de slag kunt over ouders en naasten.
Informatiepakket eetstoornissen – ouders
Informatiepakket voor ouders van een kind met een eetstoornis.
Tekst
– 2.4 MB
Infofiche eetproblemen en eetstoornissen – ARFID – gezin
Aanbevelingen voor de omgeving bij ARFID (Avoidant Restrictive Food Intake Disorder).
Infofiche
– 244 KB
Infofiche gezonde leefstijl ALLES – afwisselend eten – ARFID – gezin
Afwisselend eten voor ouders van kinderen met ARFID.
Infofiche
– 332 KB
Infofiche gezonde leefstijl ALLES – afwisselend eten – gezin
Eetcompetenties ondersteunen bij jongeren voor ouders.
Infofiche
– 1.0 MB
Infofiche afwisselend eten – autisme – gezin
Afwisselend eten voor ouders van kinderen met autisme.
Infofiche
– 311 KB
Infofiche gezonde leefstijl ALLES – lief zijn voor jezelf – gezin
Hoe ondersteun je als ouder het lichaamsbeeld van je kind?
Infofiche
– 361 KB
Help je tiener groeien naar een positief lichaamsbeeld en eetgedrag.
Tekst
– 48 KB
Infofiche gezonde leefstijl ALLES – omgaan met emoties – gezin
Hoe ondersteun je als ouder je kind in het omgaan met emoties?
Infofiche
– 894 KB
Infofiche praten over eten en gewicht met je kind
,Praten over eten, uiterlijk en gewicht met je kind.
Infofiche
– 811 KB
Toolbox eetstoornissen voor ouders
Voor alle ouders die ontdekken dat hun kind een eetstoornis heeft.
Toolbox
Hoe ondersteun je je kind om een positief lichaamsbeeld te ontwikkelen tijdens de zomermaanden?
Infofiche
– 1.5 MB
Waar vind ik informatie rond gesubsidieerde psychologische en diëtistische hulp?
Via de website www.spreekerover.be kan je een geconventioneerd psycholoog of orthopedagoog in je buurt vinden. In sommige netwerken kan je ook de problematiek aangeven waarrond je hulp zoekt. Je vindt er ook informatie rond kostprijs van de sessies. Je kan rechtstreeks een afspraak maken, zonder verwijsbrief. Weet ook dat het CGG in je buurt psychologische hulp aanbiedt aan een laag tarief (hiervoor heb je wel een verwijsbrief nodig, bijvoorbeeld van je huisarts of het CLB).
Sinds kort is bepaalde hulp voor eetstoornissen (tot leeftijd 24 jaar) of obesitas bij jongeren (tot 18 jaar) ook terugbetaalbaar binnen daartoe voorziene conventies. Je huisarts kan de voorwaarden nagaan en een zorgtraject binnen een van deze conventies opstarten. Wil je je hulpverlener (bv. je huisarts) op weg helpen met informatie rond de conventie eetstoornissen of de conventie obesitas? Op deze pagina brengen we heel wat informatie voor hulpverleners samen.
Kinderen en jongeren met overgewicht (van 2 tot 18 jaar) kunnen gratis terecht bij de diëtist, na verwijzing van de huisarts of kinderarts. Deze diëtist moet wel een RIZIV-nummer hebben. Meer info vind je op de website van het RIZIV en op deze pagina uit het stappenplan voor diëtisten.
Heeft een eetstoornis invloed op je concentratie?
Bij langdurige anorexia nervosa met laag gewicht en ondervoeding kunnen neuropsychologische veranderingen optreden. Hoewel verder onderzoek nodig is rond wijzigingen in de hersenactiviteit, klagen patiënten met anorexia nervosa vaak over aandachts- en geheugenproblemen. Verder kan men vaak moeilijk omgaan met onzekerheden, is er een overmatige focus op details en weinig flexibiliteit in denken en doen. Je hersenen hebben ook voeding nodig, dus is een herstel van gezonde voeding en gewicht hier de aangewezen aanpak.
Wat zijn de kenmerken van een eetstoornis?
Een eetstoornis heeft verschillende componenten. Verstoord eetgedrag staat centraal, maar er is ook impact op lichamelijk en psychosociaal welzijn. Meestal is er een negatief lichaamsbeeld, een wens om slank te zijn en is gewicht erg belangrijk in de manier waarop je naar jezelf kijkt. Personen met een eetstoornis kunnen zich meer en meer gaan terugtrekken van sociale activiteiten. Ook kan er door het eetprobleem een gewichtsprobleem ontstaan (overgewicht en ondergewicht zijn mogelijk). Daarnaast kunnen er medische problemen optreden door ondervoeding, purgeergedrag en/of eetbuien.
Meer info
Info rond eetproblemen en eetstoornissen
Heeft iemand die weinig lust maar niet wil afvallen, ook een eetstoornis?
Iemand die weinig lust maar niet wil afvallen, kan een eetstoornis hebben. Maar dit is niet altijd zo.
Als iemand eenzijdig of weinig eet, kan dat verschillende oorzaken hebben:
De voedselvermijding kan de groei en gezondheid onder druk zetten, en kan psychosociale gevolgen hebben (bv. depressieve gevoelens, niet meer deel kunnen nemen aan bepaalde sociale activiteiten). Dan kan de diagnose ‘vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis’ (een eetstoornis) van toepassing zijn.
Wat kan je doen als je bezorgd bent over het gewicht van je kind?
Als je bezorgd bent over het gewicht van je kind, kan je in gesprek gaan met de huisarts of kinderarts. Of je kan met het CLB praten. Zo kan je samen met hen bekijken of er reden tot bezorgdheid is. Zij kunnen het gewicht van je kind in een groeiperspectief plaatsen. En zullen je geruststellen, adviseren of doorverwijzen indien hulp nodig blijkt.
Wat kan je thuis doen? Thuis doe je alles zo normaal mogelijk. Leg geen focus op de bezorgdheid rond het gewicht van je kind. Een valkuil is om meer controle te leggen op het eetgedrag van je kind (druk leggen om meer of minder te eten, voedingsmiddelen verbieden). Maak geen opmerkingen rond gewicht. Gewicht is maar een stukje van gezondheid. Blijf inzetten op een gezonde leefstijl, nieuwe groenten en fruit proeven, leuk bewegen, en dit voor heel het gezin (ook je andere kinderen).
Meer info
Wat kan je als ouder doen als je kind een eetprobleem heeft?
Toon in de eerste plaats begrip, dit om het schaamtegevoel van het kind niet te versterken. Ga niet in discussie over de aan- of afwezigheid van het eetprobleem. Benoem concreet wat je bezorgd maakt, en spreek vanuit jezelf (ik-boodschappen). Dit kan helpen om samen de stap te zetten naar een deskundige hulpverlener.
Verder blijf je in de eerste plaats ouder van je kind. Hou de dingen vast die je kind en je gezin sterk maken. Eet rustig in familieverband. Doe leuke activiteiten samen. Benoem wat je kind kan en goed aanpakt. Stimuleer je kind om zijn hobby’s en activiteiten met vrienden te doen.
Meer info vind je in de Toolbox eetstoornissen voor ouders.
Hoe kunnen ouders websites blokkeren die eetstoornissen promoten?
Het verschijnsel van ‘pro-ana-sites’ is al jaren bekend en onderwerp van discussie bij beleidsmensen en experten.
Je kan niet zomaar websites blokkeren die eetstoornissen promoten:
Jongeren die gevoelig zijn voor bepaalde invloeden, zullen steeds via allerlei media (Facebook, Youtube, via vrienden, Instagram, TikTok) in contact komen met informatie die nadelige invloed kan hebben. Je kan kinderen hiervoor nooit compleet afschermen, ook al valt de ouderlijke bezorgdheid over ‘slechte invloeden’ goed te begrijpen.
Zoals bij alle invloeden van populaire media en reclame zou het een goede zaak zijn als jongeren (en volwassenen) leren hier kritisch mee om te gaan en zich weerbaar op te stellen tegenover media-invloeden. Zowel thuis als op school kunnen ouders en leerkrachten hier een belangrijk voorbeeld in geven.
Hoe kan je als ouder toezicht houden? Ontdek je van je kind dat hij/zij bepaalde websites bezoekt die je bezorgd maken, dan is het belangrijk dit bespreekbaar te maken in een sfeer van vertrouwen. Bezorgdheid wordt soms te snel wantrouwen en controle, wat het tegenovergestelde effect zou hebben. De belangrijkste aanbeveling is dus de bezorgdheid op een open wijze met je kind te bespreken.
Voor andere concrete opvoedingstips in verband met een eetstoornis kan je een kijkje nemen bij de vereniging ANBN.
Waarom lopen personen met autisme verhoogd risico op eetproblemen en –eetstoornissen?
Eetproblemen bij kinderen met ASS zijn vaak gelinkt aan een strak prototype rond hoe voedsel eruit moet zien, of aan atypische prikkelgevoeligheid, inclusief voedselprikkels zoals geur, smaak en textuur van voedsel. Heel wat kinderen met ASS vertonen dan ook een verhoogde neofobie en zijn erg selectief of kieskeurig in het voedsel dat ze aanvaarden.
ASS (en ASS-trekken) worden ook gelinkt aan anorexia nervosa. ASS komt vaker voor bij (volwassen) patiënten met eetstoornissen. ASS lijkt een rol te spelen in therapieresistentie. Een comorbiditeit die al op jongere leeftijd aanwezig is, zorgt ervoor dat de eetstoornis blijft bestaan, waardoor bij volwassen patiënten een beduidend hogere prevalentie van ASS wordt gevonden bij patiënten met AN. ASS wordt dan ook gelinkt aan langdurige eetstoornissen.
Wat als een kind vegetarisch wil eten?
Basisprincipes
Het is belangrijk om nog steeds melkproducten en eieren te eten (veganisme wordt afgeraden bij kinderen) een evenwichtige, volwaardige voeding is de kern voor een goede groei en ontwikkeling, ook bij een vegetarisch eetpatroon.
Begeleiding door een diëtist om zo’n volwaardige, gevarieerde voeding bij het kind te verzekeren kan een zinvolle stap zijn.
Het is ook zinvol om de relatie met eten hierin mee te nemen, waarbij er een evenwicht is tussen
Vanuit eetstoornispreventie is het zinvol om te bevragen waarom het kind een vegetarisch eetpatroon verkiest. Gaat het om ethische redenen zoals dierenleed, klimaat, …? Of denkt het kind hierdoor af te vallen? Als het kind gemotiveerd is om vegetarisch te eten omdat hij of zij denkt hierdoor af te vallen, zal verder doorgevraagd moeten worden. Waarom denkt het kind te moeten afvallen? Is er sprake van overgewicht? Bijkomende begeleiding kan nodig zijn.
Meer info
Folder Kind & gezin en VVK rond vegetarische voeding bij kinderen, met aandachtspunten om tekorten te vermijden
Eetcompetenties
Hoe kan ik vermijden dat mijn kind teveel snoept?
Jonge kinderen eten enkel als ze honger hebben. Als het kind ouder wordt, verandert dit. Ze worden meer en meer verleid om te eten als ze iets lekkers zien of ruiken, ook al is hun buikje vol. In onze moderne maatschappij worden we voortdurend blootgesteld aan lekkere snacks. We kunnen proberen onze kinderen hiervoor af te schermen, maar het is op lange termijn zinvoller als ze leren omgaan met deze verleidingen. Snoep, chips, frisdrank,… verbieden maakt deze voedingsmiddelen alleen maar aantrekkelijker. Je kan kinderen leren dat deze extraatjes horen bij speciale gelegenheden en dat we ze niet in overvloed moeten eten. Het helpt ook om de calorierijke snacks uit het zicht te bewaren, en niet te veel verschillende soorten in huis te halen. We houden namelijk van afwisseling, en we eten meer als we veel verschillende voedingsmiddelen aangeboden krijgen. En dit geldt ook voor ons snoepgoed (bedenk maar eens hoeveel verschillende soorten chocolade er op de markt zijn). Als er maar één soort snoepje in huis is, gaan kinderen hier minder van eten.
Wat is typisch per leeftijdsfase i.v.m. eetgedrag?
Het boek Groeiwijzer en bijhorende infofiche met samenvatting geeft handvaten voor elke leeftijdsgroep.
Tip: Hou rekening met de levensfase waarin iemand zich bevindt vooraleer je rode vlaggen hijst.
Meer info vind je op de infopagina Eetgedrag in ontwikkeling
Hoe kan ik mijn kind motiveren om gezond te leven?
Je vindt handvatten in de infofiche Motivatie – gezin.
Hoe kan ik proeven en evenwichtig eetgedrag bij mijn kind stimuleren?
Een grote valkuil is druk zetten op een kind dat niet wil proeven. Het kind kan zelfs een afkeer ontwikkelen voor dat eten. Anderen met smaak hetzelfde zien eten, een gezellige tafelsfeer, een complimentje krijgen bij het proeven, een leuke presentatie,… werkt veel beter. En beetje bij beetje breidt het smaakpallet van het kind zich uit. Een beloning geven om te proeven is doorgaans niet nodig, en belonen met een dessert wordt afgeraden. Het effect is namelijk dat kinderen het dessert nóg lekkerder gaan vinden, en het nieuwe voedsel net mínder graag lusten. Een dessert kan wel deel uitmaken van de maaltijd, maar wordt beter niet gebruikt in het kader van beloning of straf.
Het leeuwendeel van de kinderen (en volwassenen) eet onvoldoende groenten en fruit. Fruit is nog iets populairder dan groenten dankzij de zoetere smaak, maar trucjes om kinderen grotere porties groenten en fruit te helpen eten zonder hen onder druk te zetten zijn geen overbodige luxe. Verschillende soorten tegelijk aanbieden, waardoor het kind zowel variatie als keuze heeft, stimuleert grotere porties. Een bord soep of kom rauwkost aanbieden als voorgerecht of tussendoortje, apart van andere voedingsmiddelen die ze liever eten en vóór de maag gevuld is, is ook een handig trucje.
Hoe help ik mijn kind om veel smaken lekker te vinden?
De eerste anderhalf à twee levensjaren aanvaardt een kind vrij gemakkelijk nieuwe smaken. Eén à twee keer proeven, en het volgende hapje wordt met plezier onthaald.
Dit verandert rond 2-jarige leeftijd. Voedsel dat voordien zonder problemen werd gegeten, stuit nu op een ‘nee’. En dit heeft niet enkel met de koppigheidsfase te maken. De peuter is neofoob of bang om voedsel te proeven dat hij niet herkent. Zijn herkenning is gebaseerd op een strak keurslijf van hoe een voedingsmiddel er volgens hem hoort uit te zien. Vervelend voor ouders die hun kind een evenwichtige en gevarieerde maaltijd willen aanbieden, maar tegelijk ook heel ‘slim’. Het kind kan op deze leeftijd namelijk zelfstandig rondlopen en zo zelf de wereld te verkennen, en door de hoge neofobie loopt de onderzoekende peuter minder risico om iets giftigs te eten. Dit neemt natuurlijk niet weg dat een veilige omgeving nog steeds onmisbaar is. In deze fase zal het kind de ‘nieuwe’ smaak pas na vele keren proeven ook lekker vinden. Hierbij is het héél belangrijk dat het kind niet misselijk wordt na het proeven, want dan leert het kind dat het voedsel niet veilig is. Het kind leert voedsel best kennen in zijn normale of basisbereiding, niet zoeter of vetter (bv. door suiker of een roomsaus toe te voegen). Anders wordt het nadien veel moeilijker om de basissmaak te leren eten.
Zijn crashdiëten slecht?
Er is een algemene regel: crashdiëten werken niet! Integendeel, je wordt er op lange termijn net zwaarder door. Dat hebben verschillende onderzoekers al uitgebreid aangetoond. Hoe komt dit? Met een crashdieet ga je veel minder energie opnemen dan je nodig hebt. Je valt hier in het begin door af, maar je lichaam wil je beschermen tegen te veel gewichtsverlies. De beschermingsreactie bestaat eruit dat je lichaam minder gaat verbruiken. Als je dan na je crashdieet (gelukkig) terug normaal begint te eten, staat je lichaam nog steeds in ‘spaarstand’, en je slaat calorieën nu veel sneller op in vet. Resultaat: je komt bij in plaats van af te vallen.
Vraag jezelf ook eens af waarom je zo’n dieet wil volgen. Is het om te beantwoorden aan een schoonheidsideaal? Om meer te lijken op de modellen in de blaadjes? De meeste vrouwen zijn zwaarder dan deze modellen, en de foto’s zijn bewerkt om er ‘beter’ uit te zien. Vergelijk je niet met deze voorbeelden. Mensen bestaan in alle maten en kleuren, en deze diversiteit maakt de wereld mooier.
Meer info
Risico’s van lijnen
Hoeveel eten heeft mijn kind nodig?
Een baby groeit heel sterk in het eerste levensjaar. Na het eerste levensjaar komen kinderen nog ongeveer 2 à 3 kg per jaar bij. De energiebehoefte van het jonge kind (peuter/kleuter) is dus kleiner dan deze van de baby, en dit kan bezorgdheid oproepen bij ouders dat het kind te weinig eet. Het is heel belangrijk om in gedachten te houden dat ouders en kinderen een gedeelde verantwoordelijkheid hebben rond eten: de ouder beslist welk voedsel wordt aangeboden, maar het kind beslist hoeveel het eet. Baby’s en jonge kinderen hebben namelijk een goed afgestemd regulatiesysteem: ze eten uit honger en stoppen met eten als ze voldoende energie hebben opgenomen. De fles leegdrinken of het bord leegeten hoeft dus niet. Heeft het kind nog honger? De ouder beslist met welke voedingsmiddelen het kind zijn buikje kan vullen. Vanaf peuterleeftijd leert het kind ook dat het niet meer op elk moment van de dag kan eten. Het buikje wordt gevuld tijdens eetmomenten, en kan dan enkele uren rusten. Een regelmatig eetpatroon bestaat uit 3 hoofdmaaltijden en 2 à 3 tussendoortjes. Jongeren hebben dan weer meer honger door hun groeispurt. Bij hen bewaar je best het regelmatig eetpatroon, maar de porties mogen toenemen.
Hoe communiceer ik over eten en gewicht met mijn kind, om te vermijden dat hij of zij een negatief lichaamsbeeld ontwikkelt?
Bouwen aan een gezonde houding ten opzichte van eetgedrag en gewicht start al heel vroeg; kleuters hebben reeds een voorkeur voor slanke lichamen boven mollige lichamen, en het verlangen om zelf slank te zijn zou ontstaan vanaf 6 jaar.
Er zijn verschillende zaken die je kan doen doorheen de verschillende levensfasen:
Je vindt deze en heel wat meer tips in onze materialen:
Waarom focussen op gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten?
Bij preventie en behandeling van eetstoornissen en gewichtsproblemen ligt de focus op een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten. We vatten ontspannen omgaan met eten samen met de term ‘eetcompetentie’.
Dus waarom de nadruk op eetcompetenties en een gezonde leefstijl? Wat is er mis met een focus op afvallen? Het risico bestaat dat mensen met overgewicht een negatief lichaamsbeeld ontwikkelen. En ongezonde methodes gebruiken om hun gewicht te verminderen. Dit kan het risico op verstoord eetgedrag verhogen (bv. eetbuien).
Bijvoorbeeld, iemand start de dag vol motivatie om minder (of niet) te eten. Zin in eten en honger bouwt op doorheen de dag. Na een drukke werkdag komt deze persoon uitgehongerd thuis. Drukte en stress zorgen voor minder zelfcontrole later op de dag, dit is volledig normaal. Alle remmen gaan los, al het eten moet op. Daarna volgen negatieve gevoelens, alsof deze persoon sterker had moeten zijn. Maar uiteraard heeft het lichaam voedsel en zelfzorg nodig om goed te kunnen functioneren. Een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten vormt de basis voor een goede gezondheid.
Bovendien tonen studies aan dat streng lijngedrag (voedingsmiddelen van het menu schrappen, weinig eten, maaltijden overslaan) niet effectief is op lange termijn. Wie snel afvalt, komt ook snel terug bij. Inderdaad, het jojo-effect bestaat. Velen wegen uiteindelijk méér dan voor de afvalpoging. Zo blijft de vicieuze cirkel draaien.
Gewicht is minder controleerbaar dan we willen geloven. Maar een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten is een vaardigheid die mensen kunnen aanleren. Daarom kiezen we voor een aanpak die op lange termijn zorgt voor een goede gezondheid, op mentaal en lichamelijk vlak. Deze aanpak kan ook, in een rustig tempo, enkele kilo’s verschil geven op de weegschaal. Maar ook zonder gewichtsverlies kunnen de meeste mensen zo een betere gezondheid bereiken.
Meer info
Risico’s van lijnen
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES – overzicht
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES – Afwisselend eten
Is een eetstoornis genetisch bepaald?
Er is een samenwerking tussen persoonskenmerken en omgevingskenmerken in de ontwikkeling van een eetstoornis, dus tussen kwetsbaarheden (die deels genetisch kunnen zijn) en stressoren uit de omgeving. Dit is zo bij de meeste stoornissen. Onze genen bepalen dus niet alles. Er kan genetisch wel een bepaalde kwetsbaarheid of gevoeligheid zijn.
Meer info
Risico- en beschermende factoren bij eetstoornissen
Hoe val je op een gezonde manier af?
Kamp je met overgewicht, en wil je hier graag iets aan doen? Doe dit dan op een gezonde manier. Eet op regelmatige tijdstippen, ontbijt, eet veel groenten en fruit, drink water als dorstlesser, varieer in wat je eet. Wees matig met snoep, chips en frisdrank, maar schrap ze ook niet uit je menu. Dan krijg je er alleen maar méér zin in. Let ook op je beweging. Je hoeft daarvoor niet elke dag naar een sportclub te gaan. Maak eens een wandeling, neem vaker de fiets als je iemand een bezoekje brengt, help wat in het huishouden, zit niet te lang achter de televisie of de computer.
Tips rond gezonde voeding en beweging vind je op de website van het Vlaams Instituut Gezond Leven (www.gezondleven.be).
Wil je hulp van iemand die je kan begeleiden in gezond afvallen? Praat er eens over met je huisarts. Die kan je advies geven of je in contact brengen met een hulpverlener. Ook Eetexpert kan hulpverleners in je buurt zoeken.
Meer info
Infopagina Gezonde leefstijl
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES – Afwisselend eten
Is perfectionisme de oorzaak van eetstoornissen?
Personen die perfectionistisch zijn, kunnen kwetsbaarder zijn om een eetstoornis te ontwikkelen. Toch zit deze link complex in elkaar. Je kan een vrij gezonde vorm en dosis perfectionisme hebben, maar ook een ongezonde vorm van perfectionisme.
Maar wat is perfectionisme, en wanneer wordt het schadelijk? Iemand die perfectionistisch is, stelt hoge doelen voor zichzelf. Op zich is dit geen slechte eigenschap. Want duidelijke doelen opstellen voor jezelf kan motiverend werken.
Maar wanneer je zelfbeeld afhankelijk is van je succes, kan je in de problemen komen. Dan ga je jezelf kritisch beoordelen als je je doel niet bereikt. Of zelfs wanneer je dat doel niet ‘perfect’ hebt bereikt. Zo kan je angst krijgen om fouten te maken en constant twijfelen of je wel genoeg doet om je hoge doelen te bereiken.
We spreken van positief perfectionisme wanneer het gericht is op het bereiken van doelen en daarvoor beloond te worden. Dit gedrag is gemotiveerd door prestatiegerichtheid.
En we spreken van negatief perfectionisme als het bedoeld is om verwachte negatieve situaties te vermijden. Dit is gedrag vanuit faalangst en angst om negatief beoordeeld te worden.
In het onderzoek is nog te weinig onderscheid gemaakt tussen deze vormen van perfectionisme en hun mogelijk verband met de ontwikkeling van eetstoornissen.
Meer info
Risico- en beschermende factoren bij eetstoornissen
Welke eetstoornissen bestaan er en hoe vaak komen ze voor?
Er zijn drie categorieën van eetstoornissen volgens de klassieke opdeling:
Bestaan er nog eetstoornissen?
Ja, er zijn ook andere diagnoses voor eetstoornissen en eetproblemen. Vermijdende-restrictieve voedselinname stoornis (ARFID), bijvoorbeeld. Dit zijn mensen die eenzijdig eten of weinig lusten, waardoor ze in de problemen komen. Ook is er bijvoorbeeld de andere gespecificeerde eetstoornis, zoals purgeerstoornis.
In België ontwikkelt ongeveer 1% van de volwassenen ooit anorexia nervosa, 1% boulimia nervosa en 1,5% een eetbuistoornis. De eetbuistoornis komt dus het vaakst voor. De leeftijd waarop de eetstoornis meestal begint, verschilt per categorie. AN ontwikkelt zich meestal in de vroege adolescentie, BN in de late adolescentie, en BED in de jong volwassenheid.
Meer info
Eetproblemen en eetstoornissen
Gewichtsproblemen
Cijferpagina
Herken je signalen van eetproblemen of een eetstoornis bij iemand in je gezin en zoek je hulp? Ben je een zorgverlener en heb je nood aan doorverwijsadressen of advies? Neem gerust contact op met ons!
Ben je op zoek naar hulp voor een eetprobleem? Maak je je zorgen? Contacteer ons vrijblijvend voor zorgverleners in je buurt op de verwijslijn eetproblemen.
Als zorgverlener kan je de verwijstool voor gespecialiseerde zorg bij eet- en gewichtsproblemen raadplegen. Neem contact op met ons of de provinciale zorgpunten eetstoornissen voor advies en ondersteuning bij behandeling of doorverwijzing.
Contacteer ons voor advies bij beleidswerk, wetenschappelijk onderzoek, zorgorganisatie, communicatie of persvragen. Laat je inspireren door onze handige toolbox voor mediamakers.