Stappenplan beweging bij overgewicht en obesitas kinderen
Dit stappenplan biedt een kader voor interventies rond beweging bij kinderen en jongeren met overgewicht en obesitas, gericht op een actievere levensstijl en gewichtsherstel.
Dit stappenplan biedt een kader voor interventies rond beweging bij kinderen en jongeren met overgewicht en obesitas, gericht op een actievere levensstijl en gewichtsherstel.
Om de zelf-waargenomen competentie t.o.v. fysieke activiteiten te verhogen bij kinderen met overgewicht of obesitas, is het belangrijk dat er activiteiten aangeboden worden die aangepast zijn aan hun capaciteiten (Bar-Or, 1993, 1994; Sothern et al., 1999, 2001). Aangezien kinderen met overgewicht minder goed zijn in het uitvoeren van gewichtsdragende activiteiten (Deforche et al., 2003), zal het beperken van dergelijke activiteiten in het begin van de behandeling bijdragen tot het verhogen van de zelfwaargenomen competentie. Ook het opnemen van krachtoefeningen in het bewegingsprogramma kan de zelfwaargenomen competentie verhogen, aangezien kinderen met overgewicht en obesitas goed zijn in krachtoefeningen (Deforche et al., 2003). Aangezien de trainingsintensiteit negatief gerelateerd is met het volhouden van een bewegingsprogramma bij kinderen met overgewicht en obesitas (Epstein et al., 1984), zou het aanbieden van activiteiten aan een zelf gekozen intensiteit ook een goede manier kunnen zijn om de zelf-waargenomen competentie te verhogen.
Het is ook belangrijk om kinderen de kans te geven om nieuwe activiteiten uit te proberen waarbij ze nog geen vorige negatieve ervaringen hebben gehad. Wanneer nieuwe en gevarieerde activiteiten worden aangeboden, zal elk kind de kans hebben om uit te blinken in de één of andere activiteit. Dit zal de kinderen toelaten om een activiteit te kiezen die ze graag op een regelmatige basis zouden uitoefenen. Om de zelf-waargenomen competentie te verhogen is het heel belangrijk om algemene motorische vaardigheden, die nodig zijn om te sporten of bewegen, te oefenen.
Om de zelf-waargenomen competentie te verhogen is het aan te raden dat de bewegingsdeskundige of kinesitherapeut de kinderen zelf-management vaardigheden (zoals hierboven besproken bij het bewegingseductatie deel) aanleert door hen onder andere te helpen om realistische korte termijn doelen te stellen. De bewegingsdeskundige of kinesitherapeut kan de kinderen ook aanmoedigen om hun fysieke activiteiten te plannen opdat ze hun vooropgesteld bewegingsdoel zouden bereiken. Het aanleren van andere zelf-management vaardigheden, zoals zelf-monitoring, stimulus controle, positief denken en herval preventie technieken kan ook de zelf-waargenomen competentie verhogen.
De zelf-waargenomen competentie kan ook toenemen door het geven van positieve, procesgerichte feedback. Tot slot kan ook het organiseren van aparte bewegingsessies voor kinderen met overgewicht met dezelfde capaciteiten de zelf-waargenomen competentie verhogen.