Vanaf 2 jaar

Een eerste manier om in te schatten of het gewicht van een kind past bij zijn/haar leeftijd, geslacht en lengte, is door het gebruik van groeicurven. Deze vergelijken (de evolutie in) BMI (of gewicht, lengte, hoofdomtrek) met een referentiegroep. In Vlaanderen wordt doorgaans gebruik gemaakt van Vlaamse groeicurven 2004, met een referentiegroep van Vlaamse jongens en meisjes. De curven die op 18-jarige leeftijd de BMI-grenzen van 25 en 30 bereiken, geven de respectievelijke grenswaarden voor overgewicht en obesitas. De curven die op 18-jarige leeftijd de BMI-grenzen van 18,5 en 16 bereiken, geven de respectievelijke grenswaarden voor ondergewicht en ernstig ondergewicht.  Deze waarden werden geëxtrapoleerd naar de jongere leeftijden. Op die manier worden ook de zones “overgewicht” en “ondergewicht” aangeduid in het grijs.  Tegenwoordig wordt ook gesproken over laag gewicht (in plaats van ‘ondergewicht’) en zorgwekkend ondergewicht (in plaats van ‘ernstig ondergewicht’). Deze nieuwe termen beschrijven beter de werkelijkheid en het klinische belang.

Tabel 1. Gewichtsinschatting bij kinderen vanaf 2 jaar (of vanaf 9 jaar en 1 maand in de CLB-context)

Indicator (BMI-groeicurven)Interpretatie
BMI-waarden boven de hoge grijze zoneobesitas
BMI-waarden binnen de hoge grijze zoneovergewicht
BMI-waarden tussen de hoge en lage grijze zonenormaal gewicht
BMI-waarden binnen de lage grijze zoneondergewicht/laag gewicht
BMI-waarden onder de lage grijze zoneernstig/zorgwekkend ondergewicht

Een andere methode om overgewicht en obesitas bij kinderen te bepalen is door het berekenen van het percentage overgewicht (ook wel gewichtsindex genoemd).  Hierbij wordt de BMI van het kind vergeleken met de gemiddelde BMI (percentiel 50) van kinderen van hetzelfde geslacht en dezelfde leeftijd. Dit geeft een percentage:  % overgewicht = (huidige BMI/ p50 BMI x 100) %. De p50 kan afgelezen worden op de Vlaamse groeicurven. Vanaf 120% spreekt men van overgewicht, vanaf 140% van obesitas klasse 1, vanaf 160% obesitas klasse 2 en vanaf 180% obesitas klasse 3. 

De inschatting van het gewicht van een kind op basis van de gewichtsindex en op basis van de groeicurven is niet dezelfde, in het bijzonder bij kinderen tot en met 9 jaar 0 maanden. Binnen de CLB-context waar het gaat over screening van een doorgaans gezonde populatie, is de huidige consensus om tot en met 9 jaar 0 maanden het criterium voor overgewicht en obesitas te gebruiken volgens de gewichtsindex. In alle andere situaties (oudere leeftijd, ondergewicht, klinische context) worden de grenzen van de BMI-groeicurven gebruikt.

Tabel 2. Gewichtsinschatting bij kinderen tot en met 9 jaar 0 maanden in de CLB-context

Indicator (Gewichtsindex/groeicurven)Interpretatie
140 – hoger %obesitas
120 – 140 %overgewicht
120 % tot grens met de onderste grijze BMI zonenormaal gewicht
BMI-waarden binnen de lage grijze zoneondergewicht/laag gewicht
BMI-waarden onder de lage grijze zoneernstig/zorgwekkend ondergewicht

 De BMI-curven voor kinderen van 2-20 jaar, inclusief de referentielijn o.b.v. de gewichtsindex vind je in de Richtlijn Gewicht van de VWVJ. 

Materialen