Stappenplan overgewicht volwassenen – huisarts
Dit digitale stappenplan werd ontwikkeld ter ondersteuning van de huisarts bij de aanpak van overgewicht en obesitas.
Dit digitale stappenplan werd ontwikkeld ter ondersteuning van de huisarts bij de aanpak van overgewicht en obesitas.
Hoe gebeurt de opvolging en behandeling?
De aanpak van overgewicht en obesitas gebeurt ‘gefaseerd’ en is langdurig (levenslang). De risicostratificatie (EOSS-stadium) bepaalt mee de aard, de intensiteit en de multidisciplinariteit van de behandeling. Obesitaszorg is heel wat anders dan een “EMBM-advies” (Eet Minder Beweeg Meer). Het is een volwaardige begeleiding bij een chronisch (levenslang) probleem, vergelijkbaar met de aanpak van arteriële hypertensie, diabetes, hartfalen,…
De behandeling van overgewicht en obesitas berust op drie pijlers: (1) behandeling van comorbiditeit, medische complicaties en psychiatrische problematiek, (2) opbouwen van evenwichtige voeding, gezonde beweging en preventie van sedentair gedrag, (3) bevorderen van gezondheid, psychisch functioneren en welbevinden. De behandeling is gericht op het ondersteunen en bevorderen van zelfmanagement waarbij een blijvende verbetering van leefstijl wordt beoogd.
Het is mogelijk dat bij overgewicht en obesitas het lichamelijk functioneren in belangrijke mate verstoord is, zodat dit bijzondere aandacht vereist in het behandelplan. Uit het klinisch onderzoek kunnen gerichte doelstellingen voortkomen die samenhangen met een algemeen doel dat voor alle patiënten een rol speelt: streven naar een gezonder gewicht, een evenwichtig eetpatroon en bewegingsactiviteit. Complicaties en comorbiditeiten dienen behandeld te worden door de huisarts.
In het geval van een onderliggende eetstoornis of ernstige psychische problematiek is het belangrijk deze eerst te behandelen alvorens te werken aan gewichtsreductie. De aanwezigheid van een eetstoornis zal de behandeling van obesitas namelijk ondermijnen. Hiervoor kan worden samengewerkt met een psycholoog of psychiater met expertise op het domein [1].
Een normalisering van eetgedrag en eetpatronen is essentieel. Velen ervaren geen normaal honger- of verzadigingsgevoel meer en het eten wordt vooral bepaald door emoties en gedachten in plaats van door gezonde behoeften van het lichaam. Doelstellingen richten zich op het stapsgewijs uitbouwen en handhaven van een goede eetgewoonten. De huisarts kan eenvoudige voedingsadviezen verstrekken. Voor uitgebreide advisering en bij probleemgedrag wordt de diëtist ingeschakeld.
Het is cruciaal bij de aanpak van overgewicht en obesitas om sedentair gedrag te beperken en voldoende dagelijkse beweging in te bouwen. Meta-analyses tonen aan dat de combinatie van dieet en beweging op lange termijn bijna dubbel zo effectief is als dieet alleen. Bovendien worden andere factoren positief beïnvloed door beweging, waar dieet geen of een negatieve invloed op heeft (bv. fysieke fitheid, basaal metabolisme, spiermassa, botdensiteit, mentale gezondheid) [48]. Interessant is bovendien dat beweging bij patiënten met een eetbuistoornis niet alleen zorgt voor een significante gewichtsafname, maar dat het in combinatie met cognitieve gedragstherapie (CGT) ook zorgt voor een sterkere vermindering van depressieve symptomen dan na CGT alleen [49]. Beweging is dus een essentieel onderdeel in elke aanpak van overgewicht en obesitas. Het opbouwen van beweging gebeurt best geleidelijk aan de hand van een aangepast bewegingsschema. Personen met overgewicht kiezen best voor minimaal belastende activiteiten zoals stappen met aangepast schoeisel, fietsen of varianten van zwemmen. Moedig patiënten aan om daarnaast ook meer beweging in te bouwen in dagelijkse activiteiten (vb. de trap nemen in plaats van de lift, te voet of met de fiets naar de bakker of het werk, actief spelen met de (klein)kinderen in plaats van tv kijken, actievere vrije tijd,…). Hoofddoelstelling bij elke bewegingsactiviteit is geen gewichtsreductie, maar verbetering van conditie en welbevinden. Dit laatste is een belangrijk advies naar de patiënten toe om teleurstellingen of onrealistische verwachtingen te voorkomen [42]. Bij risicovol overgewicht en obesitas kan het aangewezen zijn een kinesist of bewegingsdeskundige in te schakelen.
Het is belangrijk om stil te staan bij slaaphygiëne, stress- en timemanagement wat op een significante manier eetgedrag en activiteitspatronen kan beïnvloeden.
Naast herstel van lichamelijk functioneren en gezonde leefstijl wordt gewerkt aan het psychosociaal luik van de doelstellingen: copingvaardigheden uitbreiden, werken aan zelfwaardering en lichaamsbeleving, de (her)opbouw van sociale contacten en het uitbouwen van een zinvolle job en een voldoeninggevend vrijetijdsleven.
Het verhogen van de motivatie tot gedragsverandering (ontwikkeling van een andere leefstijl) en het versterken van het zelfvertrouwen blijven van cruciaal belang doorheen heel het proces. Cognitieve gedragstherapie is effectief in het aanpakken van onderliggende mechanismen die gedragsverandering belemmeren. Er wordt gepleit om samen te werken met een psycholoog. Ook bij aanwezigheid van eetbuien en impulscontroleproblemen is psychologische behandeling vereist [36, 50, 1].
De psycholoog kan ook de andere disciplines ondersteunen bij motiverende gespreksvoering en oplossingsgerichte interventies binnen ieders specifiek werkkader en tijdsbestek. Een duidelijk plan, concrete doelen, zelfmonitoring, positieve bekrachtiging en strikte geëngageerde opvolging zijn belangrijke steunpilaren hierbij.
Bij elke vorm van overgewicht en/of obesitas dient de gezondheidsimpact te worden geëvalueerd door een arts. Dit is idealiter de huisarts van de patiënt. Bij aanwezigheid van specifieke co-morbiditieten dient samengewerkt te worden met de best geplaatste arts-specialist ifv de co-morbiditeiten. Indien onvoldoende effect van de behandeling dient verwezen te worden naar een gespecialiseerd obesitasteam olv een endocrinoloog, die zowel een intensief leefstijlprogramma kunnen aanbieden, als de relevantie van aanvullende therapie d.m.v. (obesitas)medicatie of chirurgie kunnen inschatten.
In de behandeling van obesitas wordt uitgegaan van een stepped care principe, waarbij het zorgaanbod wordt afgestemd op de ernst van de problematiek. Daarbij wordt de intensiteit van de behandeling verhoogd wanneer de problematiek ernstiger is, maar wordt tegelijk ook niet méér hulp geboden dan nodig.
Ook medicatie kan een onderdeel vormen van de behandeling. Het kan gaan over medicatie die gewichtsverlies ondersteunt, of medicatie gericht op gewichtsgerelateerde aandoeningen, zoals metabole en cardiovasculaire comorbiditeiten. Medicatie wordt bij voorkeur pas ingezet wanneer een multidisciplinaire behandeling weinig of geen gunstige effecten levert.
Daarnaast is het belangrijk dat de arts oog heeft voor mogelijke effecten van allerhande medicatie op het gewicht van de patiënten. Van heel wat medicatie is namelijk gekend dat ze een gewichtstoename met zich kunnen meebrengen, wat de gewichtsproblematiek in stand kan houden.
Tot slot is bijzonder aandacht nodig voor patiënten die een bariatrische ingreep ondergingen. De werkzaamheid van medicatie kan namelijk veranderen na de ingreep.
Kortom, medicatie kan op verschillende manieren een rol spelen in de behandeling van overgewicht en obesitas:
Medicatie die gewichtsverlies ondersteunt kan, naast gedragsverandering, een rol spelen in de behandeling van overgewicht en obesitas.
Sommige medicatie werkt rechtstreeks in op het gewicht. Denk bijvoorbeeld aan medicatie zoals Orlistat, Semaglutide.
Andere medicatie werkt in op gedrag dat gewichtstoename veroorzaakt, zoals eetbuien. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde anti-depressiva.
(bij BMI ≥ 30 of BMI ≥ 27 met gewichtsgerelateerde comorbiditeiten), uitsluitend aanbevolen als onderdeel van een multidisciplinaire behandeling, bestaande uit een voedings-, bewegings- en gedrags-/psychologische interventie
Orale medicatie
Subcutane injecties
De huidige medicamenteuze therapie moet getoetst worden aan het mogelijks induceren van gewichtstoename.
Medicatie die kan leiden tot gewichtstoename:
Categorie | Klasse | Naam | Alternatieve therapie |
Antidiabetica | Insuline | Insuline | MetformineGLP-1-analogen: exenatide, liraglutide, dulaglutide, lixisenatide, semaglutide Acarbose Gliflozinen (SGLT-2 inhibitoren): canagliflozine, dapagliflozine, empagliflozine, ertugliflozine Gliptinen (DPP4 –inhibitoren): alogliptine, linagliptine, sitagliptine, saxagliptine, vildagliptineCombinatietherapie: Pioglitazon + metformine Glipizide + metformine Glibenclamide + metformine |
Glitazonen | Pioglitazon | ||
Hypoglycemiërende sulfamiden | Glimepiride Glipizide Gliclazide Glibenclamide | ||
Gliniden | Repaglinide | ||
Antidepressiva | Tricyclische antidepressiva | Amitriptyline Imipramine Nortriptyline | SNRI’s: Duloxetine, Venlafaxine (variabel effect op gewicht)Noradrenaline- en dopamineheropnameremmers: BupropionDirect werkend op de neuroreceptoren: TrazodonSSRI’s: Fluvoxamine (variabel effect op gewicht), fluoxetine, sertraline |
Direct werkend op neuroreceptoren | Mirtazapine | ||
MAO-inhibitoren | Fenelzine | ||
SSRI’s | Paroxetine Citalopram Escitalopram | ||
Lithium | Lithium | ||
Antipsychotica | Haloperidol Clozapine Risperidone Olanzapine Quetiapine Sertindol Paliperidon Chloorpromazine | Aripiprazol (variabel effect op gewicht) | |
Anti-epileptica | Valproïnezuur Carbamazepine Gabapentine Pregabaline | Topiramaat Zonisamide Lamotrigine | |
Corticosteroïden | Orale, nasale, … preparaten | Prednison Prednisolon Cortisone | NSAID’s |
Hormoonvervangende therapie | Progestogenen* | ||
Antihistaminica | Difenhydramine | Voorkeur voor weinig sederende H1-antihistaminica | |
Bèta-blokkers | Propranolol Metoprolol Atenolol | ACE inhibitoren Angiotensine II receptor blokkers Calcium kanaal blokkers (vochtretentie) Timolol Acebutolol | |
Antihypertensiva | Centraal werkend | Clonidine | ACE inhibitoren Angiotensine II receptor blokkers Diuretica Prazosin |
*Onvoldoende evidentie beschikbaar omtrent het effect van combinatiepreparaten op gewicht (Gallo et al., 2014).
Ref.:Gallo et al., 2014; Domecq et al., 2015; Endocrine Society; 2015; Lopez et al., 2016; Grootel et al., 2018; Wharton et al., 2018; Rueda-Clausen et al., 2020.
Bij het opstarten van medicatie bij de patiënt met overgewicht dient steeds rekening gehouden te worden met de mogelijke gewichtseffecten ervan.
Waar mogelijk kiest de huisarts voor medicatie die gewichtsneutraal is of gewichtsverlies induceert.
Meer lezen?
Bevraag het oneigenlijk gebruik van diuretica, laxativa, schildklierpoeder preparaten, dieetproducten,…
Eetlustremmers (amfetamines) hebben geen plaats bij de behandeling van overgewicht!
[1] Het intussen gekende medicijn Ozempic bestaat uit dezelfde molecule als Wegovy, maar heeft een andere dosis én is enkel erkend voor behandeling van type 2 diabetes.
Datum laatste aanpassing: 16 december 2024
Met dank aan Bart Van der Schueren en Lisa Van Ryckegem