Evaluatie van de behandeling

Hoe gebeurt de evaluatie van de behandeling? Welke parameters moeten bij de opvolging geregeld opnieuw bepaald worden en hoe vaak?

  • Wijzigingen in leefstijl zijn een belangrijkere parameter dan de absolute gewichtsreductie. De stabiliteit van de gedragsveranderingen en het welbevinden geven indicatie voor behandelsucces.
  • De huisarts evalueert de patiënt op duidelijk afgesproken tijdstippen en volgt de patiënt op lange termijn op. Follow-up kan gebeuren na 6 weken, 3 maanden, 6 maanden, 1 jaar en vervolgens elk half jaar als de gedragsverandering succesvol is. Bij alarmsignalen of te weinig succes, is frequentere evaluatie en bijsturing aangewezen.
  • Alarmsignalen zijn een verdere toename in gewicht, bijkomende medische risicofactoren en een negatieve beleving van de patiënt bij de te maken leefstijlveranderingen.

Bij elk behandelplan hoort een evaluatie op regelmatige tijdstippen, zodat eventuele bijsturing mogelijk is. Zoals gewicht of BMI slechts één aspect is bij de inventarisatie, is de gewichtsevolutie slechts één van de criteria ter evaluatie van de behandeling. Een goed behandelplan maakt gerichte evaluatie per doelstelling mogelijk. Belangrijk is een evaluatie te doen op breder fysisch-psycho-sociaal niveau met het accent op gezondheidsbevordering. Coaching en opvolging van de patiënt met overgewicht of obesitas zijn twee essentiële elementen in de aanpak. De obesitaszorg verloopt daarom ook ‘gefaseerd’ en heeft liefst van meet af aan ook een lange termijn aspect (2 jaar).

Follow-up na de initiële consultatie kan gebeuren na 6 weken en vervolgens na 3, 6 en 12 maanden. Als de gedragsverandering succesvol is, kan vervolgens overgeschakeld worden naar een follow-up elke 6 maanden [22]. Bij alarmsignalen of te weinig succes, is frequentere evaluatie aangewezen.

Alarmsignalen zijn een verdere toename in gewicht, bijkomende medische risicofactoren en een negatieve beleving van de patiënt bij de te maken leefstijlveranderingen. Het kan aangewezen zijn de inventarisatie opnieuw te doen, waarbij op sommige domeinen meer wordt toegespitst.

De huisarts evalueert de patiënt op duidelijk afgesproken tijdstippen. Hij volgt de comorbiditeit en risicofactoren nauwgezet op. In een volgende fase worden nieuwe doelstellingen en nieuwe afspraken vastgelegd.

Wijzigingen in de leefstijl zijn een belangrijkere parameter dan de absolute gewichtsreductie. De stabiliteit van de gedragsveranderingen en het welbevinden geven indicatie voor behandelsucces.

Elke vooruitgang tegenover de situatie van voorheen moet gewaardeerd en aangemoedigd worden. Sowieso moet de opvolging door de huisarts op lange termijn voortgezet en georganiseerd worden [2].