Wat is competent eetgedrag?

Een goede herkenning van verstoord eetgedrag vraagt een duidelijke omschrijving van competent eetgedrag. Competent eetgedrag is meer dan alleen de voeding die men eet en verwijst naar de manier waarop naar voeding wordt gekeken naar de manier waarop tegenover voeding wordt gestaan. Competent eetgedrag vergt een zeker mate van controle, maar deze controle mag niet overheersen of interfereren met het genot dat voeding kan geven: eten moet blijven gebeuren in een ontspannen sfeer.  

In het kader van de ALLES wordt de term afwisselend eten gebruikt om te verwijzen naar competent eetgedrag.

De 4 eetvaardigheden

Er zijn attitudes en vaardigheden die onderdeel zijn van competent eetgedrag of eetcompetentie. Eetcompetentie wordt dus opgesplitst in 4 eetvaardigheden. Binnen Eetexpert noemen we dit de 4 G’s van competent eetgedrag.    

Genieten

Eten is leuk, voeding mag lekker zijn en genieten van eten en van de gegeten hoeveelheid mag.   

Gevarieerd

Er wordt voldoende gevarieerd en nieuw voedsel schrikt niet af. Men durft proeven en leert iets lekker te vinden.   

Genoeg

Luisteren naar ons lichaam als we eten: hebben we genoeg of nog honger?   

Gestructureerd

Er is regelmaat en planning in de van maaltijden, tussendoortjes en wat er gegeten wordt.   

Haperen in eetvaardigheden

De 4 eetvaardigheden kunnen niet zonder elkaar: ze zijn alle vier nodig om te kunnen spreken van competent eetgedrag. Het genieten van eten gaat samen met de vaardigheden rond het luisteren naar honger en verzadigingssignalen (genoeg), de vaardigheden om evenwichtige maaltijden samen te stellen en te plannen (gestructureerd) en de durf om te variëren en om nieuwe smaken en voeding te proberen (gevarieerd). Bij een onevenwicht tussen deze vaardigheden spreken we dan ook van een hapering in eetgedrag.

Mogelijke haperingen zijn:   

Te veel nadruk op structuur

Te veel nadruk leggen op structuur, planning en wat er gegeten wordt waardoor men niet meer kan genieten.   

Te veel nadruk op genieten

Te veel nadruk op genieten, waardoor er geen vaste eetstructuur is of men moeite heeft om naar hongersignalen te luisteren   

Te weinig nadruk op gevarieerd

Te eenzijdig eten of moeilijkheden met het proberen van onbekende voeding waardoor ook het genieten van eten in gedrang komt.    

Eetcompetentie en eetproblemen

Ook binnen onderzoek werd er aangetoond dat er een relatie is tussen eetcompetentie en eetproblemen/eetstoornissen: mensen die goed scoren op eetcompetentie rapporteren minder symptomen en kenmerken van eetstoornissen (Brown, Larsen, Nyland & Eggett, 2013; Lohse, Satter, Horacek, Gebreselassie & Oakland, 2007).  

Kan je eetcompetentie aanleren?   

Uit onderzoek blijkt dat kinderen die eetcompetente ouders hebben, zelf ook vaker over goede eetvaardigheden beschikken. Eetvaardigheden lijken dus binnen gezinnen aan elkaar te worden doorgegeven. Maar ook op latere leeftijd, als volwassene, kan je nog leren om eetcompetent te zijn.

Ruby maakt wekelijks een boodschappenlijst, ze kiest ingrediënten waar ze verschillende maaltijden mee kan bereiden. Op die manier heeft ze weinig overschotten en moet ze niet veel weggooien. Ruby eet meestal op hetzelfde tijdstip, haar lichaam lijkt erop geprogrammeerd, een beetje eerder voelt ze de honger komen. Ze kijkt welke gerechten ze voor die week gepland had, en kiest waar ze die dag zin in heeft. Na het eten heeft ze een voldaan gevoel. Soms heeft ze geen zin in de gerechten die op haar lijstje staan, dan experimenteert ze met wat er in haar kast staat en probeert ze nieuwe gerechten te bedenken. Ruby eet graag gevarieerd en gaat soms op ontdekkingstocht. Ze haalt er plezier uit om met allerlei simpele ingrediënten kleurrijke gerechten op tafel te zetten. Ze heeft het geluk kortbij een Afrikaanse supermarkt te wonen, regelmatig gaat ze op zoek naar nieuwe ingrediënten of onbekende exotisch groenten en fruit.”

Ruby’s relatie met eten en voeding laat enkele kenmerken zien die erop wijzen dat ze competent eetgedrag stelt. Ze heeft een zekere mate van controle over haar eetgedrag: ze maakt boodschappenlijstjes, houdt zich aan een vaste eetstructuur en eet tot ze een voldaan gevoel heeft. Toch blijft ze ook genieten van eten en het bereiden van voedsel en gaat ze graag op ontdekking naar nieuwe smaken en voeding. Ze vertoont enkele attitudes en vaardigheden die een evenwichtig patroon ondersteunen. Deze attitudes en vaardigheden worden samengevat onder het begrip eetcompetentie.