In het onderwijs

Op deze pagina vind je informatie over hoe je op school leerlingen kan versterken in kader van preventie van eet- en gewichtsproblemen, hoe je kan omgaan met haperend eetgedrag, en wat je kan doen wanneer een kind een eetstoornis heeft of als je dit vermoedt.  Je vindt er informatie voor leerkrachten, maar ook voor CLB. 

Leerkrachten

Als leerkracht ben je, door je band met de leerling en je modelfunctie, een spilfiguur in preventie van eetstoornissen, gewichtsproblemen, en andere (psychische) gezondheidsproblemen. In de klas ga je aan de slag met groeithema’s die elke jongere weerbaarder maken. In onze lespakketten vind je inspiratie.

Je kan uiteraard ook bezorgdheid voelen rond een specifieke leerling. Kennis van signalen en risicofactoren van eetproblemen en gewichtsproblemen helpt je bij (vroegd)detectie. Je blijft echter binnen je rol als leerkracht, en hoeft geen diagnoses te stellen of behandelaar te zijn. Wel kan je motiveren om de stap te zetten naar hulp. Samen met het CLB bekijk je wie best het eerste gesprek aangaat. In deze Ondersteuningstekst voor leerlingbegeleiders vind je handvatten om het eerste gesprek aan te gaan.    

CLB

Als CLB-medewerker ondersteun je de school, ben je aanspreekpunt bij vragen van leerkrachten en ouders, en verzorg je de systematische consulten van de leerlingen. Je staat in de eerste lijn. 

Je vindt heel wat handvatten in de Ondersteuningstekst voor leerlingbegeleiders, en speciaal voor het CLB is er een stappenplan Eetproblemen en gewichtsproblemen voor CLB. Ook in het stappenplan Eetproblemen en eetstoornissen voor eerstelijn vind je informatie rond hoe je jongeren (met beginnende eetproblemen) kan versterken. 

We brachten deze en meer materialen samen op de pagina voor CLB-medewerker.  

Preventie 

De school is de uitgelezen context voor universele preventie omdat ze op zowat elke leeftijd zoveel mogelijk jongeren kan bereiken. Om preventieprogramma’s haalbaar te maken op lange termijn, worden ze best aangeleerd door een professional in de gezondheidszorg, om vervolgens verspreid te worden via de leerkrachten. Gezien de klas- en schoolcontext een belangrijke rol speelt in het verspreiden en versterken van schoonheidsidealen, biedt een klassikale benadering heel wat voordelen. Bovendien moeten normen en attitudes rond omgaan met elkaar (bv. pesten) en uiterlijke standaarden (bv. normen rond uiterlijk en kleding om ‘erbij’ te horen) aangepakt worden in de context waar ze in het dagdagelijkse leven plaatsvinden om veranderingen op lange termijn mogelijk te maken. 

Het Stappenplan preventie eetproblemen en gewichtsproblemen bij jongeren wil iedereen die met jongeren werkt een houvast geven om rond dit onderwerp aan de slag te gaan.
De Flowchart preventie eetstoornissen en gewichtsproblemen kinderen en jongeren geeft een bondig overzicht van onze visie op hoe preventief te werken rond eetproblemen en gewichtsproblemen bij kinderen en jongeren.

Communicatie 

Of je nu leerkracht of CLB-medewerker bent, zorgvuldige communicatie rond eten en gewicht is erg belangrijk naar leerlingen en hun ouders toe. Dit gaat zowel over hoe we een gezonde leefstijl invullen, als over de gesprekken die gevoerd worden bij het weegmoment tijdens de systematische consulten. De infofiches Gesprek rond de weegschaal per leeftijdsgroep zijn hierbij een belangrijk handvat, net als motiverende gesprekstechnieken. Ook ouders kan je ondersteunen in de boodschappen die ze geven naar hun kind toe. De infofiche Praten over eten en gewicht met je kind brengt heel wat tips samen. 

Datum laatste aanpassing: 10 oktober 2023

Materialen

Materialen waarmee je aan de slag kunt over thema eetstoornissen en eetproblemen.

Infofiche praten over eten en gewicht – onderwijs

Communicatie over gewicht en eetgedrag voor schoolteams.

Infofiche

– 345 KB

Lespakket ‘Goed in je vel’

Help jongeren bij het ontwikkelen van een goed zelfbeeld.

Lespakket

– 11.7 MB

Lespakket ‘Take off 12 tot 15 jaar’

Lessenpakket over geestelijke gezondheid voor het secundair onderwijs.

Lespakket

– 7.8 MB

Lespakket ‘Take off vanaf 15 jaar’

Lessenpakket over geestelijke gezondheid voor het secundair onderwijs.

Lespakket

– 8.7 MB

Tekst eetproblemen – leerlingbegeleiders

Jongeren en hun eetgewoonten: kapstokken voor leerlingbegeleiders

Tekst

– 532 KB

Stappenplan preventie eetproblemen en gewichtsproblemen

Stappenplan preventie eetproblemen en gewichtsproblemen.

Materialen en tools

– 1.3 MB

Infofiche preventie eetstoornissen en gewichtsproblemen kinderen en jongeren

Schema bij het stappenplan preventie.

Materialen en tools

– 812 KB

Stappenplan eetproblemen en gewichtsproblemen – CLB

Stappenplan rond preventie en vroegdetectie van eetstoornissen en gewichtsproblemen binnen het CLB.

Stappenplan

– 1.0 MB

Nuttige links:

A. Vandeputte (2022). Hoe omgaan met eetstoornissen in de klas? – KLASSE

Vraag en antwoord

Hoe kan ik als leerkracht het gesprek aangaan met een jongere waarrond ik bezorgd ben?  arrow

Als je het gevoel hebt dat er reden is tot ongerustheid, is het goed er met enkele collega’s en met het CLB over te praten. Geef hen je observaties en vraag of ze die herkennen. Is dit zo, dan is het goed na te gaan wie het best met de leerling praat (wie krijgt het vertrouwen van de leerling en wie heeft rond dit thema genoeg zelfvertrouwen?). Enkele tips voor het eerste gesprek:  

  • Nodig de leerling onopvallend uit.  
  • Zorg voor een rustige plaats en voldoende tijd.  
  • Begin het gesprek transparant. (Deel open je bezorgdheid mee, bijvoorbeeld dat je merkt dat hij/zij wat meer alleen is, dat zijn/haar schoolresultaten achter blijven, …) 
  • Blijf concreet (geen interpretaties maken). – Haal aan welk gedrag je ongerust maakt (bijvoorbeeld het weggooien van de lunch, het drinken van erg veel water, vaak naar het toilet gaan om over te geven, …).  
  • Luister naar de reactie. 
  • Kwaadheid, overbezorgd zijn, negeren zijn mogelijke reacties van de leerling. Blijf kalm. Herhaal wat je hoorde om te tonen dat je luisterde. Geef aan dat je die gevoelens wel kunt begrijpen en dat je samen wilt zoeken naar een weg.  
  • Het is belangrijk dat je bij jongeren met eetproblemen heel geleidelijk werkt. Het is zinvol om aan te geven dat je er op een later moment op wilt terugkomen. Maak een nieuwe afspraak om hem/haar de kans te geven tot verwerken. 

Meer info
Ondersteuningstekst voor leerlingbegeleiders 

Heeft een eetstoornis invloed op je concentratie? arrow

Bij langdurige anorexia nervosa met laag gewicht en ondervoeding kunnen neuropsychologische veranderingen optreden. Hoewel verder onderzoek nodig is rond wijzigingen in de hersenactiviteit, klagen patiënten met anorexia nervosa vaak over aandachts- en geheugenproblemen. Verder kan men vaak moeilijk omgaan met onzekerheden, is er een overmatige focus op details en weinig flexibiliteit in denken en doen. Je hersenen hebben ook voeding nodig, dus is een herstel van gezonde voeding en gewicht hier de aangewezen aanpak. 

Wat zijn de kenmerken van een eetstoornis?  arrow

Een eetstoornis heeft verschillende componenten. Verstoord eetgedrag staat centraal, maar er is ook impact op lichamelijk en psychosociaal welzijn. Meestal is er een negatief lichaamsbeeld, een wens om slank te zijn en is gewicht erg belangrijk in de manier waarop je naar jezelf kijkt. Personen met een eetstoornis kunnen zich meer en meer gaan terugtrekken van sociale activiteiten.  Ook kan er door het eetprobleem een gewichtsprobleem ontstaan (overgewicht en ondergewicht zijn mogelijk). Daarnaast kunnen er medische problemen optreden door ondervoeding, purgeergedrag en/of eetbuien.  
 
Meer info  
Info rond eetproblemen en eetstoornissen 
 

Heeft iemand die weinig lust maar niet wil afvallen, ook een eetstoornis? arrow

Iemand die weinig lust maar niet wil afvallen, kan een eetstoornis hebben. Maar dit is niet altijd zo.  
Als iemand eenzijdig of weinig eet, kan dat verschillende oorzaken hebben: 

  • Slikangst
  • Angst om nieuw of onbekend voedsel te proeven
  • Negatieve ervaringen met bepaald voedsel
  • Sterke overtuiging dat bepaald voedsel ongezond voor je is

De voedselvermijding kan de groei en gezondheid onder druk zetten, en kan psychosociale gevolgen hebben (bv. depressieve gevoelens, niet meer deel kunnen nemen aan bepaalde sociale activiteiten). Dan kan de diagnose ‘vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis’ (een eetstoornis) van toepassing zijn. 

Is preventief informatie geven over eetstoornissen effectief om ze te voorkomen? arrow

Interventies die enkel focussen op de gevaren van eetstoornissen hebben geen preventief effect. Bovendien zijn er heel wat bezorgdheden rond deze aanpak: informeren over de kenmerken van eetstoornissen kan kwetsbare jongeren ‘op ideeën brengen’ en het kan verstoord gedrag normaliseren. Ook is de adolescentie een periode waarin aandacht zoeken een normaal ontwikkelingsthema is. Dit maakt het heel belangrijk om niet enkel probleemgedrag onder de aandacht te brengen, maar vooral te focussen op gezonde groeithema’s. Hoewel er tot heden weinig rechtstreeks bewijs is dat informatie geven over de risico’s van eetstoornissen schadelijke effecten heeft, moet er toch heel voorzichtig omgesprongen worden met het informeren van jongeren rond gevaarlijke methoden om gewicht te verliezen. Onderzoek toont ook dat preventieprogramma’s die psycho-educatie rond eetstoornissen bevatten, minder effectief zijn.

Wat dan wel?
Zet in op een gezonde leefstijl.

Is preventief informatie geven over de gevaren van overgewicht effectief om gewichtsproblemen te voorkomen? arrow

Interventies die enkel focussen op de risico’s van overgewicht kunnen schadelijke effecten hebben.  Ze zijn stigmatiserend, kunnen lichaamsontevredenheid uitlokken, en kunnen aanzetten tot ongezonde gewichtscontrolestrategieën. Te eenzijdige focus op gewicht is bij de preventie (en aanpak) van overgewicht en obesitas te vermijden. Het bevorderen van een gezonde leefstijl, met inbegrip van gezond en evenwichtig eten, plezierige fysieke activiteiten op maat en een gezond lichaamsbeeld zijn te verkiezen uitgangspunten. Gezond eetgedrag is veel ruimer dan de ‘juiste’ voedingsmiddelen eten, het gaat over een regelmatig eetpatroon waarbij gevarieerd wordt gegeten binnen verhoudingen die in lijn zijn met de voedingsaanbevelingen (bv. van de voedingsdriehoek). Hierbij bestaat een ontspannen houding tegenover eten en bewegen (zie eetcompetentie).  Het halen van de doelstellingen op vlak van gewicht aan de hand van ongezonde methoden moet ten zeerste worden ontmoedigd (bv. maaltijden overslaan, restrictieve diëten op vlak van calorieën of het weglaten van bepaalde voedingsgroepen, extreem bewegen…). (zie pagina de risico’s van lijnen). 

Hoe communiceer je dan wel best rond eten en gewicht?
Je vindt info en handvatten op de infopagina rond Stigmatisering en communicatie

Waarom lopen personen met autisme verhoogd risico op eetproblemen en –eetstoornissen? arrow

Eetproblemen bij kinderen met ASS zijn vaak gelinkt aan een strak prototype rond hoe voedsel eruit moet zien, of aan atypische prikkelgevoeligheid, inclusief voedselprikkels zoals geur, smaak en textuur van voedsel. Heel wat kinderen met ASS vertonen dan ook een verhoogde neofobie en zijn erg selectief of kieskeurig in het voedsel dat ze aanvaarden.   

ASS (en ASS-trekken) worden ook gelinkt aan anorexia nervosa. ASS komt vaker voor bij (volwassen) patiënten met eetstoornissen. ASS lijkt een rol te spelen in therapieresistentie. Een comorbiditeit die al op jongere leeftijd aanwezig is, zorgt ervoor dat de eetstoornis blijft bestaan, waardoor bij volwassen patiënten een beduidend hogere prevalentie van ASS wordt gevonden bij patiënten met AN. ASS wordt dan ook gelinkt aan langdurige eetstoornissen.

Wat als een kind vegetarisch wil eten? arrow

Basisprincipes
Het is belangrijk om nog steeds melkproducten en eieren te eten (veganisme wordt afgeraden bij kinderen) een evenwichtige, volwaardige voeding is de kern voor een goede groei en ontwikkeling, ook bij een vegetarisch eetpatroon.

Begeleiding door een diëtist om zo’n volwaardige, gevarieerde voeding bij het kind te verzekeren kan een zinvolle stap zijn.  

Het is ook zinvol om de relatie met eten hierin mee te nemen, waarbij er een evenwicht is tussen  

  • Ontspannen omgaan met eten en voedingskeuzes (genieten van wat je eet) 
  • Een zekere mate van controle (regelmatig eetpatroon met hoofdmaaltijden en tussendoortjes, afstemming op honger en verzadiging) 

Vanuit eetstoornispreventie is het zinvol om te bevragen waarom het kind een vegetarisch eetpatroon verkiest. Gaat het om ethische redenen zoals dierenleed, klimaat, …? Of denkt het kind hierdoor af te vallen? Als het kind gemotiveerd is om vegetarisch te eten omdat hij of zij denkt hierdoor af te vallen, zal verder doorgevraagd moeten worden. Waarom denkt het kind te moeten afvallen? Is er sprake van overgewicht? Bijkomende begeleiding kan nodig zijn. 

Meer info
Folder Kind & gezin en VVK rond vegetarische voeding bij kinderen, met aandachtspunten om tekorten te vermijden 
Eetcompetenties

Wat kan ik doen voor ouders van een jongere met een eetstoornis? arrow

Je kan ouders best zoveel mogelijk betrekken in de behandeling. Ze kunnen heel veel doen als natuurlijk steunwerk bij herstel. Maar ze voelen vaak onmacht en vragen richting en hulp: Je kan ouders toeleiden naar ons specifiek Informatiepakket eetstoornissen voor ouders en de Toolbox eetstoornissen voor ouders. Op verschillende plaatsen in Vlaanderen starten momenteel groepen voor ouders van jongeren met een eetstoornis.

Wat is typisch per leeftijdsfase i.v.m. eetgedrag?  arrow

Het boek Groeiwijzer en bijhorende infofiche met samenvatting geeft handvaten voor elke leeftijdsgroep. 

  • Peuters en kleuters mag je ‘verleiden’ om te proeven: Zij hebben vaak angst voor nieuw, vreemd eten. Je kan ze helpen door eten herhaald aan te bieden en uit te nodigen om van alles te proeven. Meestal hebben kleuters een goed ingebouwd kompas, ze kunnen goed hun eigen energiebehoeften reguleren en aanvoelen of ze (nog) honger hebben.  
  • Lagereschoolkinderen mag je goede gewoonten leren: zij hebben al wat minder angst voor ‘nieuw’ eten, maar eten vaker vanuit externe prikkels (bv. eten dat lekker ruikt of er lekker uitziet). Het is de leeftijd om goede eetgewoonten te leren, bouw ontbijt in als iets vanzelfsprekends en leer hun dat er tussen de maaltijden (en vaste tussendoortjes) niet wordt gegeten.  
  • Jongeren komen in een sterke groeifase. Het is voor hen een uitdaging om hun veranderende energiebehoefte te leren kennen. Ook hun lichaam verandert sterk van vorm. Help ze om mild en zorgend te zijn voor hun lichaam, verwijs ze naar wat hun lichaam allemaal voor hen doet.  

Tip: Hou rekening met de levensfase waarin iemand zich bevindt vooraleer je rode vlaggen hijst. 

Meer info vind je op de infopagina Eetgedrag in ontwikkeling

In elke klas zitten jongeren van alle maatjes. Hoe pak ik lesinhouden rond eten en gewicht aan in het onderwijs?  arrow

Blijf bij boodschappen die herkenbaar zijn voor élke jongere en hun groei ondersteunen. De elementen van een gezonde leefstijl zijn hierbij de kern, en bevatten ook aandacht voor lichaamswaardering. Help hen ook kritisch kijken naar hoe onze maatschappij bepaalde maten linkt aan succes en gezondheid. We hebben heel wat materialen om je hierin te ondersteunen, zowel met algemene boodschappen rond versterkend werken, als specifieke lespakketten rond bv. lichaamswaardering.  

Je vindt de materialen voor onderwijs op onze pagina met materialen

Waarom focussen op gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten? arrow

Bij preventie en behandeling van eetstoornissen en gewichtsproblemen ligt de focus op een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten. We vatten ontspannen omgaan met eten samen met de term ‘eetcompetentie’.  

  • Genoeg
  • Geregeld
  • Genieten
  • Gevarieerd

Dus waarom de nadruk op eetcompetenties en een gezonde leefstijl? Wat is er mis met een focus op afvallen? Het risico bestaat dat mensen met overgewicht een negatief lichaamsbeeld ontwikkelen. En ongezonde methodes gebruiken om hun gewicht te verminderen. Dit kan het risico op verstoord eetgedrag verhogen (bv. eetbuien). 
 
Bijvoorbeeld, iemand start de dag vol motivatie om minder (of niet) te eten. Zin in eten en honger bouwt op doorheen de dag. Na een drukke werkdag komt deze persoon uitgehongerd thuis. Drukte en stress zorgen voor minder zelfcontrole later op de dag, dit is volledig normaal. Alle remmen gaan los, al het eten moet op. Daarna volgen negatieve gevoelens, alsof deze persoon sterker had moeten zijn. Maar uiteraard heeft het lichaam voedsel en zelfzorg nodig om goed te kunnen functioneren. Een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten vormt de basis voor een goede gezondheid. 
Bovendien tonen studies aan dat streng lijngedrag (voedingsmiddelen van het menu schrappen, weinig eten, maaltijden overslaan) niet effectief is op lange termijn. Wie snel afvalt, komt ook snel terug bij. Inderdaad, het jojo-effect bestaat. Velen wegen uiteindelijk méér dan voor de afvalpoging. Zo blijft de vicieuze cirkel draaien. 


Gewicht is minder controleerbaar dan we willen geloven. Maar een gezonde leefstijl en ontspannen omgaan met eten is een vaardigheid die mensen kunnen aanleren. Daarom kiezen we voor een aanpak die op lange termijn zorgt voor een goede gezondheid, op mentaal en lichamelijk vlak. Deze aanpak kan ook, in een rustig tempo, enkele kilo’s verschil geven op de weegschaal. Maar ook zonder gewichtsverlies kunnen de meeste mensen zo een betere gezondheid bereiken.  
 
Meer info  
Risico’s van lijnen  
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES – overzicht 
Infofiche Gezonde leefstijl ALLES – Afwisselend eten 

Wie loopt risico om overgewicht te ontwikkelen? arrow

Er zijn verschillende factoren die het risico op overgewicht bepalen. 

  • Genetische verschillen
  • Medische aandoeningen
  • Medicatiegebruik
  • Leefstijl

Een gezonde leefstijl is meer dan ‘gezonde’ voeding eten en veel bewegen. Het gaat ook over op regelmatige tijdstippen eten, minder lang stilzitten, voldoende slapen, rust en ontspanning inbouwen, ons goed voelen in ons eigen lichaam, onze omgang met alcohol en medicatie… Bovendien zijn extremen nooit goed: té gezond, té actief…. Ontspannen omgaan met eten en bewegen is ook belangrijk om gezond te blijven.  
 
Ook zijn er heel wat omstandigheden die het moeilijk kunnen maken om een gezonde leefstijl op te bouwen of vast te houden. Zo bepaalt onze eetstijl mee ons eetgedrag: Sommige personen voelen zich vaak angstig of verdrietig en zoeken troost in eten. Anderen voelen meer verleiding door lekkere smaken en geuren die op ons afgestuurd worden, zoals in de winkel, via reclame, op feestjes, …  
 
Soms proberen mensen krampachtig op hun voeding te letten, en krijgen net daardoor verstoord eetgedrag en een hoger gewicht.  
 
Meer en meer wijst men ook op het belang van de context waarin we leven: sommige personen leven in gezinnen waar dringende bezorgdheden de overhand halen op doelen rond leefstijl, bijvoorbeeld in gezinnen waar er veel stress is, door persoonlijke of economische omstandigheden.  Ook onze fysieke leefomgeving kan het makkelijker maken om gezond te leven of net moeilijker. Woon je bijvoorbeeld in een groene omgeving waar je naar hartelust kan wandelen en veilig kan fietsen, of in een drukke stad? 
 

Is perfectionisme de oorzaak van eetstoornissen? arrow

Personen die perfectionistisch zijn, kunnen kwetsbaarder zijn om een eetstoornis te ontwikkelen. Toch zit deze link complex in elkaar. Je kan een vrij gezonde vorm en dosis perfectionisme hebben, maar ook een ongezonde vorm van perfectionisme.  


Maar wat is perfectionisme, en wanneer wordt het schadelijk? Iemand die perfectionistisch is, stelt hoge doelen voor zichzelf. Op zich is dit geen slechte eigenschap. Want duidelijke doelen opstellen voor jezelf kan motiverend werken.  


Maar wanneer je zelfbeeld afhankelijk is van je succes, kan je in de problemen komen. Dan ga je jezelf kritisch beoordelen als je je doel niet bereikt. Of zelfs wanneer je dat doel niet ‘perfect’ hebt bereikt. Zo kan je angst krijgen om fouten te maken en constant twijfelen of je wel genoeg doet om je hoge doelen te bereiken. 


We spreken van positief perfectionisme wanneer het gericht is op het bereiken van doelen en daarvoor beloond te worden. Dit gedrag is gemotiveerd door prestatiegerichtheid. 
En we spreken van negatief perfectionisme als het bedoeld is om verwachte negatieve situaties te vermijden. Dit is gedrag vanuit faalangst en angst om negatief beoordeeld te worden.  
In het onderzoek is nog te weinig onderscheid gemaakt tussen deze vormen van perfectionisme en hun mogelijk verband met de ontwikkeling van eetstoornissen.  
 
Meer info  
Risico- en beschermende factoren bij eetstoornissen 

Welke eetstoornissen bestaan er en hoe vaak komen ze voor? arrow

Er zijn drie categorieën van eetstoornissen volgens de klassieke opdeling: 

  • Anorexia nervosa (AN)  
  • Boulimia nervosa (BN)   
  • Eetbuistoornis (BED of binge eating disorder)  

Bestaan er nog eetstoornissen? 
Ja, er zijn ook andere diagnoses voor eetstoornissen en eetproblemen. Vermijdende-restrictieve voedselinname stoornis (ARFID), bijvoorbeeld. Dit zijn mensen die eenzijdig eten of weinig lusten, waardoor ze in de problemen komen. Ook is er bijvoorbeeld de andere gespecificeerde eetstoornis, zoals purgeerstoornis.  
 
In België ontwikkelt ongeveer 1% van de volwassenen ooit anorexia nervosa, 1% boulimia nervosa en 1,5% een eetbuistoornis. De eetbuistoornis komt dus het vaakst voor. De leeftijd waarop de eetstoornis meestal begint, verschilt per categorie. AN ontwikkelt zich meestal in de vroege adolescentie, BN in de late adolescentie, en BED in de jong volwassenheid.  
 
Meer info  
Eetproblemen en eetstoornissen
Gewichtsproblemen
Cijferpagina

Wat is het verschil tussen eetstoornissen bij mannen en vrouwen? arrow

De gelijkenissen zijn talrijker dan de verschillen. Compensatiegedrag bij mannen uit zich vaker in extreem sporten. Lichaamsontevredenheid bij mannen gaat vaak over gespierder willen zijn, en dat vertaalt zich ook in de symptomen van de eetstoornis. Maar dezelfde diagnoses komen voor bij mannen en vrouwen, en dezelfde risicofactoren spelen een rol. In verhouding is er veel meer wetenschappelijk onderzoek naar eetstoornissen bij meisjes en vrouwen (een steekproef van een studie bestaat vaak enkel of grotendeels uit meisjes), waardoor vergelijkingsmateriaal beperkt is. Er is nood aan meer onderzoek bij jongens en mannen, en dit kan misschien in de toekomst verschillen blootleggen die we nu nog niet kennen.  


Daarbij zijn er ook geslachtsverschillen per eetstoornis. Zo komen AN en BN ongeveer 10 keer vaker voor bij meisjes. Maar de eetbuistoornis komt ongeveer dubbel zo vaak voor bij meisjes als bij jongens. Het geslachtsverschil is bij de eetbuistoornis dus minder groot.  


Ook zien we bij kinderen met een eetprobleem (bv. AN met een vroege aanvangsleeftijd) niet zo’n opvallend verschil tussen jongens en meisjes.  
 
Meer info  
Eetstoornissen bij jongens
Cijfers rond eetstoornissen 

In een klas is er een groep meisjes die amper nog eet en regelmatig flauwvalt. Hoe kan school dit aanpakken? arrow

Probeer in de klas te kiezen voor een groeigerichte versterkende aanpak waarbij iedereen in de klas vooruit komt (ook wie het nu goed doet, dus niet gefocust op ‘probleemgedrag’ maar op verder groeien en versterken) + Individueel en achter de schermen probleemsignalen te bespreken met de jongere zonder klasaandacht. 

In de klas

Probeer met de klas verbinding te maken. Dit kan via extramuros activiteit of projectwerk waarbij samenwerking voorop staat (bvb via doe-activiteit waarbij je elkaar nodig hebben om een doel te bereiken.) Probeer als leerkracht in te voegen bij wat leeft in de klas en te versterken bij normale groeithema’s. Focus op wat gezond groeien ondersteunt: De A.L.L.E.S fiche helpt hierbij (er zijn ook 5 deel fiches die concretiseren hoe jongeren aan die groeithema’s kunnen bijveilen: Afwisselend eetgedrag werkt groeiondersteunend, via werken aan de 4 eetvaardigheden. Lang stilzitten onderbreken en gepast bewegen, Lief leren zijn voor je lichaam en zelfwaardering, Emoties leren hanteren, en Slapen. 

Doel is om in de klas een groeiondersteunende sfeer te herstellen, via een positieve ingang. Niet via eventueel probleemgedrag. 

Individueel – achter de schermen

Werk achter de schermen aan een goed draaiboek voor discreet omgaan met probleemsignalen: wie-wat-waar-wanneer-hoe: Spreek af wie de jongere best aanspreekt, op een discrete plek buiten de klasaandacht, en invoegend bij bespreking van concreet gedrag (zonder diagnoses te benoemen). Het CLB kan hierrond helpen (zie ook draaiboek clb). Voor leerlingbegeleiders is er ondersteuningsmateriaal hierrond. 

Doel is om in te voegen in het verhaal van elke jongere apart, dus kan dit gesprek niet samen. Bij elke jongere wordt apart bekeken wanneer de ouders kunnen worden ingevoegd. 

Meer info en ondersteuningsmateriaal