Behandelinhoud bij eetstoornissen en gewichtsproblemen

Behandelcomponenten en -doelen

Motivatie

Personen met een eet- en/of gewichtsprobleem kunnen gemengde gevoelens hebben ten opzichte van behandeling. Er wordt van hen gevraagd om het huidige gedrag los te laten en nieuw gedrag aan te leren, wat vaak een moeilijke keuze is, ondanks dat deze personen wel hulp willen. Vandaar is het belangrijk gedurende de behandeling voldoende aandacht te geven aan de motivationele processen die spelen en een stevige therapeutische relatie uit te bouwen (zie ‘Motivatie’ voor meer info).

Normaliseren van het eet- en beweegpatroon

Door het volgen van strikte diëten of door eetbuien, is vaak het normale honger- en verzadigingsgevoel verstoord. Een regelmatig eetpatroon bestaat uit 3 hoofdmaaltijden en 2 à 3 tussendoortjes per dag, wat neerkomt op ongeveer 3 uur rust tussen de maaltijdmomenten. De behandelaar (voor het voedingsgedeelte best een diëtiste) kan hierbij uitleg geven over gezonde voeding, gezond eetgedrag en eventuele mythes die hierrond leven doorbreken.

Daarnaast kan beweging excessieve of dwingende vormen aangenomen hebben, of ten gevolge van bv. gewichtsstigma of fysieke klachten net sterk op de achtergrond geraakt zijn. Ook hier wordt zowel gewerkt rond de beleving van beweging als aan het opbouwen van een gepaste hoeveelheid beweging. De hulp van een kinesitherapeut kan hierbij ingeschakeld worden.

Lichamelijk functioneren

Het is eigen aan eet- en gewichtsproblemen dat het lichamelijk functioneren in belangrijke mate verstoord kan zijn. Problemen kunnen ontstaan door onder- of overgewicht, of door purgeergedrag (braken, laxeren …). Er dient steeds een arts (kinderarts, huisarts … ) betrokken te worden voor de somatische opvolging. De lichamelijke problemen kunnen doelen geven in de behandeling, zoals stoppen met braken of laxeren bij een eetstoornis. 

Overgewicht

Bij overgewicht blijft het hoofddoel het aanleren van een gezonde levensstijl, om gezondheidswinst te bereiken. Gewichtsverlies kan hier een gevolg van zijn, maar is niet het doel van de behandeling op zich. Bij het bepalen van doelen rond gewichtsherstel bij kinderen en jongeren, gaat men uit van het normale groeiproces (ontwikkeling lengte en gewicht over jaren). Groeicurves geven een duidelijk overzicht en worden bijgehouden door elk CLB (op verzoek van de ouders te verkrijgen) of door Kind en Gezin (bij jonge kinderen). 

Ondergewicht

In geval van ernstig ondergewicht kan het nodig zijn een minimum toename binnen een vaste periode af te spreken. Ook wordt vooraf afgesproken wat de mogelijke gevolgen zijn als dit doel niet tijdig wordt bereikt (of als de cliënt verder achteruit gaat). 

Psychisch functioneren

Zelfwaarde

Mensen met een eet- of gewichtsprobleem ervaren vaak psychische klachten. Kenmerkend is een negatieve lichaamsbeleving, waarbij de focus sterk ligt op het gewicht. Zolang er sprake is van een negatieve waardering van het eigen lichaam, bestaat ook het risico op terugval. 

Lichaamsbeeld

Ook los van het algemeen zelfwaardegevoel vormt de (her)opbouw van een realistischer lichaamsbeeld in vele gevallen een centrale doelstelling in de behandeling van eet- en gewichtsproblemen. Velen hebben een vervormde perceptie van hun lichaam en/of schuwen lichaamscontact. Relaxatietraining en het stimuleren van ontspannende fysieke activiteiten (‘sport voor plezier’) kunnen bijdragen tot een positievere lichaamsbeleving.

Omgaan met emoties

Eet- en gewichtsproblemen gaan regelmatig gepaard met moeilijkheden om met emoties om te gaan. Niet eten of net te veel eten is soms een manier om met problemen of moeilijke emoties om te gaan. in dit geval richt de behandeling zich ook op het aanleren van andere strategieën om hiermee om te gaan. 

Sociaal functioneren

Gezin

Daarnaast geven eet- en gewichtsproblemen soms problemen op sociaal vlak. Bij kinderen en jongeren hebben de klachten invloed op het gezinsfunctioneren en kunnen deze een gezin onder druk zetten. Daarom wordt de rest van het gezin ook bij de behandeling betrokken. Enerzijds kunnen ouders een ondersteunende rol spelen in de behandeling, anderzijds zijn ze zelf kwetsbaarder voor het ontwikkelen van klachten waardoor ze best opgevangen worden. 

Isolement

Veel cliënten met een eet- of gewichtsprobleem geraken met verloop van tijd sociaal geïsoleerd. Schaamte, laag zelfvertrouwen of pesterijen kunnen bijdragen tot een verder isolement en afbrokkelen van het steunnetwerk. Bovendien is het samen eten juist een veel voorkomende sociale activiteit. Niet alleen de uitbreiding van sociale vaardigheden, maar ook de (her)opbouw van ondersteunende sociale contacten zijn dan kerndoelstellingen. Maar ook het durven aangaan van betekenisvolle en intieme relaties is een belangrijk aandachtspunt. 

Gevoel van eigenwaarde

Het durven aangaan van meer intieme relaties veronderstelt ook een stuk zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde. Opnieuw kan het eet- en gewichtsprobleem hier een hindernis zijn, zeker als een negatieve lichaamsbeleving in het spel is of problemen met seksualiteit. Het uitbouwen van een zinvolle dagactiviteit, van studeren tot een vaste job, en een voldoening gevend vrijetijdsleven zijn belangrijk in het uitbouwen van zelfwaarde en sociale contacten.

Ernstinschatting bij eetstoornissen en gewichtsproblemen

De behandeling van eet- en gewichtsproblemen bouwt verder op de ernstinschatting die gebeurt i.v.m. het lichamelijk, het psychologisch en het sociaal functioneren. Deze inschatting bepaalt mee wat voorop moet staan en wat het nodige zorgniveau is (zie Indicatiestelling). 

Timing van de behandeling

Bij de volgorde of timing van aanpak spelen o.a. volgende factoren een rol:

  • Purgeergedrag afbouwen: Aangezien elke vorm van purgeergedrag (braken, laxeren, diuretica) ernstige medische gevolgen heeft, dient het stoppen van purgeergedrag voorrang te krijgen. Dit is de eerste stap om het medisch risico te beperken (kaliumgehalte, etc).
  • Herstel evenwichtig eetpatroon
  • In functie van comorbiditeiten
    • Herstel eetgedrag en eetpatroon alvorens behandeling van depressie/dwang/persoonlijkheidsproblemen (tenzij suïcidaliteit overheerst)
    • Eerst middelenmisbruik aanpakken, dan eetpatroon en gewichtsherstel
    • Ondersteuning voorzien bij ADHD of ASS; interfereert met behandeling van problematisch eetgedrag 
    • Aandacht voor symptoomverschuiving

Verdieping per zorgberoep

Info per setting

In de zorg