Stappenplan beweging bij overgewicht en obesitas kinderen
Dit stappenplan biedt een kader voor interventies rond beweging bij kinderen en jongeren met overgewicht en obesitas, gericht op een actievere levensstijl en gewichtsherstel.
Dit stappenplan biedt een kader voor interventies rond beweging bij kinderen en jongeren met overgewicht en obesitas, gericht op een actievere levensstijl en gewichtsherstel.
Obesitas betekent vetzucht en komt neer op een overtollige aanwezigheid van vet in het lichaam in die mate dat het schadelijk is voor de gezondheid (Flegal et al., 2010). Overgewicht wijst op een lichaamsgewicht hoger dan normaal voor een bepaalde lengte (Flegal et al., 2010). Dit overgewicht hoeft niet noodzakelijk veroorzaakt te zijn door een teveel aan vetmassa, maar kan ook veroorzaakt zijn door een te veel aan spieren, bot of water. Ondanks de letterlijke definitie van overgewicht wordt deze term vaak gebruikt voor het aanduiden van een lichtere mate van obesitas of een risico op het krijgen van obesitas.
Een veel gebruikt criterium om overgewicht en obesitas in de praktijk te bepalen is de body mass index of BMI (Garrow & Webster, 1985). De BMI wordt berekend door het gewicht in kg te delen door het kwadraat van de lengte in meter. Bij volwassenen spreekt men vanaf een BMI boven de 30 kg/m2 van obesitas omdat de gezondheidsrisico’s dan in belangrijke mate toenemen (Troiano & Flegal, 1998). Vanaf een BMI van 25 kg/m2 is er een licht verhoogd gezondheidsrisico en spreekt men van overgewicht (Troiano & Flegal, 1998).
Bij kinderen is het nog niet duidelijk welke gezondheidsgerelateerde criteria kunnen gebruikt worden om te bepalen vanaf wanneer men van overgewicht of obesitas kan spreken. Bovendien is de BMI bij kinderen heel leeftijdsafhankelijk, omdat de verhouding tussen gewicht en lengte verandert met de leeftijd. Voor kinderen dienen we dus leeftijds- en geslachtsspecifieke grenswaarden te gebruiken. Op elke leeftijd geldt zowel voor jongens als voor meisjes een andere waarde als grens voor overgewicht en obesitas. Vaak wordt voor het bepalen van obesitas een BMI boven de 95ste percentiel vooropgesteld en voor overgewicht een BMI boven de 85ste percentiel (Barlow et al., 2007). Deze grenswaarden gaan er dus vanuit dat er per definitie 5% van de kinderen obees is en 15% van de kinderen overgewicht heeft. Dit is uiteraard niet realistisch en heel sterk afhankelijk van de referentiepopulatie die gebruikt wordt. Zo zal een kind die in Amerika een BMI heeft boven de 85ste percentiel, in Europa vermoedelijk tot de 5% zwaarsten behoren.
Om het probleem van referentiepopulatie te vermijden en de definitie van overgewicht en obesitas bij kinderen te linken aan gezondheidsrisico’s bij volwassenen, werden door de International Obesity Task Force (IOTF) internationale curves opgemaakt op basis van data van verschillende landen en werd per leeftijd en geslacht bepaald welke BMI er overeenkomt met een BMI van 25 of 30 kg/m² op volwassen leeftijd, namelijk 18 jaar (Cole et al., 2000). Deze internationale definitie wordt vaak gebruikt voor het definieren van overgewicht en obesitas bij kinderen en jongeren. Analoog aan de IOTF-criteria, wordt in Vlaanderen voorgesteld om de percentielen van de Vlaamse groeicurves die op 18-jarige leeftijd de BMI waarden 25 en 30 kg/m² kruisen, als leeftijdspecifieke grenzen voor overgewicht en obesitas te hanteren (zie Figuur 1: jongens; Figuur 2: meisjes). Een BMI in de grijze zone bovenaan de curve wijst dus op overgewicht, een BMI boven deze grijze zone wijst op obesitas. In Tabel 1 worden de grenswaarden voor overgewicht en obesitas per leeftijd en geslacht weergegeven. Deze waarden komen overeen met de onder- en bovengrens van de grijze zone.
Een andere methode om overgewicht en obesitas bij kinderen te bepalen is door het berekenen van het percentage overgewicht op basis van volgende formule:
% overgewicht = huidige BMI/ P50 BMI x 100%.
De P50 van de BMI is leeftijds- en geslachtsafhankelijk en kan afgelezen worden in de Vlaamse groeicurven. Vanaf 120% spreekt men van overgewicht, vanaf 140% van obesitas klasse 1, vanaf 160% obesitas klasse 2 en vanaf 180% obesitas klasse 3 (Van Winckel en van Mil, 2001).
Tabel 1: BMI-grenswaarden voor overgewicht en obesitas voor 2 tot 18 jarige jongens en meisjes (Vlaamse groeicurven, 2004).
Recent werd in Canada een nieuw classificatiesysteem ontwikkeld voor obesitas bij kinderen, namelijk het Edmonton Obesity Staging System for Pediatrics (EOSS-P), gebaseerd op het goed gedocumenteerde EOSS voor volwassenen (Sharma & Kushner, 2009). Ook volgens dit systeem worden kinderen ingedeeld in verschillende ernststadia van obesitas, niet enkel op basis van BMI, maar op basis van zowel medische, biomechanische als psychologische gezondheidsinformatie en ook rekening houdend met de sociale omgeving en familiale situatie van het kind. De Nederlandse vertaling van de EOSS-P, alsook de originele Engelstalige versie kan je hieronder downloaden Dit classificatiesysteem voor kinderen is voorgesteld op een internationaal congres (Hadjiyannakis et al., 2013) en lijkt beloftevol, maar dient nog gevalideerd te worden.
Infofiche-gewichtsproblemen-kinderen-EOSS-P
Nederlandstalige versie aangepast aan de Belgische context: Edmonton Obesity Staging System for Pediatrics (EOSS-P).
Infofiche
– 3.8 MB
Infofiche-gewichtsproblemen-kinderen-EOSS-P-English
Originele (Engelstalige) versie: Edmonton Obesity Staging System for Pediatrics (EOSS-P).
Infofiche
– 308 KB