Stappenplan eetstoornissen – huisarts
Dit stappenplan werd ontwikkeld ter ondersteuning van de huisarts bij de aanpak van eetstoornissen bij adolescenten en volwassenen.
Dit stappenplan werd ontwikkeld ter ondersteuning van de huisarts bij de aanpak van eetstoornissen bij adolescenten en volwassenen.
Heel wat kinderen en jongeren maken wel eens een tijdelijke hapering door in het eetgedrag, die te plaatsen is binnen een normaal ontwikkelingstraject en specifieke uitdagingen binnen dit traject. Fluctuaties in de voedselinname zijn eigen aan de ontwikkeling van het kind. Deze beschouwen we in deze tekst niet als eetproblemen of -stoornissen.
Een eetprobleem is een verstoring in het gezonde eetgedrag, waardoor het eetgedrag niet meer ontspannen en natuurlijk verloopt. Voorbeelden zijn lijngedrag, maaltijden overslaan en overeten. Een eetprobleem kan op zichzelf staan maar ook kaderen binnen een eetstoornis.
Een eetstoornis bevat verschillende componenten. Hierbij is er niet alleen sprake van een verstoring in het eetgedrag (een eetprobleem), maar ook dikwijls van problemen in sociale omgang, in gedachten en gevoelens (bv. een laag zelfbeeld), fysieke problemen (zoals een te laag of te hoog lichaamsgewicht) en een negatief lichaamsbeeld. Uit onderzoek van Sciensano (2018) blijkt dat 7,2% van de Belgische bevolking van 15 jaar en ouder signalen rapporteert van een eetstoornis. Bij de jongste leeftijdsgroep die ze opnamen, personen tussen 15 en 24 jaar, ligt de prevalentie van eetstoornissignalen het hoogst, met 13,7% in deze leeftijdsgroep. Het onderzoek werd uitgevoerd met een screeningsvragenlijst (de SCOFF), het aantal personen dat in aanmerking komt voor een daadwerkelijke diagnose ligt een stuk lager [8].
Eetstoornissen zijn ernstige stoornissen met risico op ingrijpende fysieke en psychologische gevolgen. In klinische settings, bij patiënten die hulp zoeken voor hun probleem, blijkt de gemiddelde duur van de stoornis verschillende jaren te bestrijken. In de algemene populatie ligt dat lager, met een beschrijving van eetstoornisepisodes van een aantal maanden bij jongeren, maar met een hoge kans op herval [9].
De DSM-5 [10] beschrijft volgende eetstoornissen:
Anorexia Nervosa
Boulimia Nervosa
Eetbuistoornis
Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis
Pica
Ruminatiestoornis
Andere gespecificeerde voedings- of eetstoornis
Ongespecificeerde voedings- of eetstoornis
Deze eetstoornissen kennen doorgaans een aanvang in de adolescentie (m.u.v. ARFID dat doorgaans start in de kinderleeftijd, en waarbij er sprake is van ondervoeding, zoals bij AN, maar niet van een verstoord lichaamsbeeld als drijvende kracht), hoewel er gevallen zijn die een vroegere of latere start kennen. Een persoon kan in de loop van de tijd evolueren van het ene naar een ander type eetstoornis, maar de basisproblematiek blijft dezelfde ook al veranderen de uiterlijke kenmerken. Hieronder volgt een beschrijving van de eetstoornissen die deel uitmaken van dit stappenplan. Ruminatie en PICA, die doorgaans in de kindertijd starten, worden beschreven in het document ‘Andere eetstoornissen’. De lichamelijke gevolgen van deze eetstoornissen kunnen raakvlakken hebben met de lichamelijke gevolgen van anorexia nervosa of boulimia nervosa.
Verder worden in het dagelijks leven ook eetstoornissen beschreven die niet vallen onder een specifieke DSM-categorie. Denk bijvoorbeeld aan orthorexia nervosa. Ook dit lichten we toe in het document ‘Andere eetstoornissen’.