Vroegdetectie van eetproblemen bij de oudste ouderen (+75 jaar)

Een groot deel van de oudste ouderen is ondervoed en dit veroorzaakt een verlaagde immuniteit met meer infecties, trager herstel van ziekte en een groter sterfterisico tot gevolg. Er is ook vertraagde wondheling door eiwittekort. Verminderde spierkracht en vermoeidheid veroorzaken moeilijkere revalidatie, meer valpartijen, immobiliteit, bedlegerigheid, langer verblijf in ziekenhuizen en een verminderde levenskwaliteit.

Ook treden vocht- en elektrolytenstoornissen, apathie en depressie op. Veel ouderen beginnen zich onvoldoende te voeden wanneer zij alleen komen te staan of wanneer zij in een ziekenhuis of woonzorgcentrum worden opgenomen. Ook onvoldoende lichaamsbeweging is gevaarlijk voor de ouderen, omdat daardoor snel spierafbraak ontstaat.

Aandachtspunten om ondervoeding te detecteren

  • gewicht en BMI
    • onvrijwillig gewichtsverlies van 5% in 1 maand tijd of 10% in 6 maanden tijd
    • BMI < 23
  • eetlust en eetgedrag
    • verminderde eetlust
    • ¼ van voedsel niet opeten bij meeste maaltijden
    • medicatie:
      • polyfarmacie (combinatie van geneesmiddelen)
      • geneesmiddelen die invloed hebben op het eetgedrag
    • verandering in het algemeen functioneren

Risicofactoren voor ondervoeding

  • alleen wonen
  • fysieke handicap
  • dementie en cognitieve problemen
  • gebrek aan financiële middelen
  • slechte staat van het gebit, droge mond, pijn en ongemak bij het kauwen
  • slikproblemen
  • verminderde smaak en geur bij toenemende leeftijd
  • emotionele en psychische problemen: depressie, angst, dysforie (onrust, prikkelbaarheid)
  • medicatie die beperkte eetlust of droge mond veroorzaakt
  • algemene aandoeningen: kanker, hartfalen, infecties, diabetes, chronische ziekten
  • andere fysieke oorzaken: artrose, krachtverlies, complicaties van osteoporose, spieratrofie, zwakke handvaardigheid, apathie, gebrek aan lichaamsbeweging, tremoren, verminderde zintuiglijke waarnemingen (reuk, zicht en smaak)