Stappenplan basiskennis eetstoornissen en gewichtsproblemen
Dit stappenplan brengt verschillende basiselementen samen bij de preventie en aanpak van eetproblemen en gewichtsproblemen.
Dit stappenplan brengt verschillende basiselementen samen bij de preventie en aanpak van eetproblemen en gewichtsproblemen.
De diëtist heeft een belangrijke functie op vlak van probleemverkenning en inventarisatie (voedingsgewoonten, gedrag, motivatie), grondige voedingseducatie en persoonlijke begeleiding van patiënten.
De diëtist kan helpen bij:
De diëtist begeleidt de patiënt in het uitbreiden van de nodige vaardigheden (cf. vier aspecten van ‘food literacy’) [9]. Indien een dieet nodig is, kan de diëtist op basis van de uitgebreide voedingsanamnese een dieet op maat voorschrijven, dat eenvoudig en verstaanbaar is, haalbaar, veilig en met goede resultaten op korte en lange termijn. De diëtist kan de patiënt begeleiden bij het volgen van dit dieet. De diëtist kan ook intensief begeleiden bij heel specifieke diëten: bijv. diëten aangewezen bij diabetes, hartfalen, nierinsufficiëntie,…
De diëtist is regelmatig de eerste contactpersoon van de patiënt die hulp wenst rond zijn of haar gewicht. Patiënten hebben vaak uitgesproken verwachtingen voor wat betreft het te bereiken gewichtsverlies en de te volgen methode. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de diëtist in het bijsturen van die verwachtingen evenals het motiveren van patiënten om permanente leefstijlveranderingen door te voeren.
Het is eigen aan de problematiek dat het lichamelijk functioneren in belangrijke mate verstoord kan zijn. Dit vereist dan ook bijzondere aandacht in het behandelplan. Er is een verhoogde morbiditeit en mortaliteit. Een goede (somatische) screening en medische opvolging door de huisarts is van cruciaal belang bij de behandeling. De huisarts zorgt daarbij ook voor de medicamenteuze opvolging van comorbiditeiten, waarbij aandacht besteed wordt aan het al dan niet obesogene karakter van de medicatie. Tot slot is een inschakeling van de huisarts noodzakelijk in het kader van (het overwegen van) bariatrische chirurgie en/of specifieke diëten.
Verder is de huisarts een belangrijke schakel in de multidisciplinaire samenwerking. De huisarts heeft vaak reeds een vertrouwensrelatie met de patiënt opgebouwd en is de eerste contactpersoon voor gezondheidsgerelateerde problemen. De huisarts kan coördinator zijn van de multidisciplinaire samenwerking, waarbij deze – gezien het levenslang contact met de patiënt – de aangewezen persoon is voor het bewaken van de continuïteit van het zorgtraject.
Bij overgewicht en obesitas moet enerzijds het sedentaire gedrag worden beperkt en anderzijds meer lichaamsbeweging (met handhaving van medische veiligheid) worden ingebouwd in het dagelijkse leven. Het beweeggedrag inventariseren en opvolgen is dan ook essentieel. Beweging bevordert de algemene gezondheid, zowel fysiek als psychologisch. Het helpt bovendien om behaalde gezondheids- en gewichtsresultaten te behouden. Cruciaal is het volhouden van de actievere leefstijl. De slaagkans hiervan is hoger bij plezierige activiteiten.
Een kinesitherapeut kan aangepaste begeleiding voorzien indien er sprake is van osteo-artritis, gewrichtspijnen, immobiliteit van de gewrichten, (chronische) vermoeidheid, functionaliteitsverlies, (urinaire) incontinentie of kortademigheid. Ook kan de kinesitherapeut bewegingsbegeleiding voorzien bij personen die omwille van obesitas te maken hebben met hypertensie, type 2 diabetes, hartziekten, CVA of astma. Daarnaast kan een kinesitherapeut de connectie van de patiënt met het eigen lichaam verbeteren/herstellen via psychomotorische oefeningen (bijv. via yoga, dans). Lichamelijke oefeningen kunnen het psychologisch herstel ondersteunen.
Aangezien bij de aanpak van overgewicht en obesitas een verandering van leefstijl cruciaal is, kan samenwerking met deze discipline een meerwaarde geven. De psycholoog heeft expertise om vanuit verschillende invalshoeken te werken aan gedragsverandering. Het opnemen van componenten van cognitieve gedragstherapie bevordert de therapietrouw [2, 4].
Bij de aanwezigheid van eetproblemen heeft de psycholoog een cruciale rol [12]. Het is belangrijk een eventuele eetstoornis te behandelen vooraleer te starten met eventuele gewichtsreductie. Dit betekent niet dat de andere disciplines ‘on hold’ staan, wel dat de doelstellingen hierop afgestemd worden door alle betrokken disciplines.
Ook bij andere psychische klachten is de inbreng van een psycholoog soms aangewezen, onder andere bij depressieve klachten of ernstige stemmingswisselingen, een negatief zelfbeeld, verstoord lichaamsbeeld, angsten en vermijdingsgedrag, sterke stigmatisering of sociaal isolement.
Een eerstelijnspsycholoog kan, naast het begeleiden van de patiënt, een belangrijke rol spelen als “back office” advisering aan huisartsen, diëtisten, kinesitherapeuten of bewegingsdeskundigen,… zonder daarom direct patiëntencontact te hebben. De psycholoog kan teamleden adviseren rond hun motiverende en oplossingsgerichte tussenkomsten.
Bij ernstige medische complicaties of bij ernstige comorbiditeit is het aangewezen de patiënt te verwijzen naar een geneesheer-specialist: psychiater, endocrinoloog, pneumoloog (slaapapneu), cardioloog, orthopedist,… Verder is samenwerking nodig wanneer geopteerd wordt voor bariatrische chirurgie.
De arts-psychiater kan een therapeutische rol hebben, maar wordt ook ingeschakeld voor diagnostiek en mediamenteus beleid.
Het is essentieel dat cliënt (mee) aan het stuur blijft van zijn eigen herstelproces. De patiënt volgt zelf het eigen zorgtraject op en informeert de betrokken zorgverstrekkers zo volledig mogelijk. Hij kan mee beslissen en mee denken over de aanpak van het gewichtsprobleem. Het is belangrijk om maximale verantwoordelijkheid voor de gedragsverandering bij de patiënt te laten [13].
Belangrijk in de houding van de hulpverlener is dat de cliënt niet als een probleem beschouwd wordt, maar als een persoon met een probleem. De cliënt heeft zelf heel wat groei afgelegd op diverse terreinen die best intact gehouden worden. Als we beslissen i.p.v. de cliënt geven we onrechtstreeks de boodschap dat cliënt dit zelf niet kan. Vaak onterecht.
Meer info voor de patiënt en het gezin
volgt