Werken rond eetproblemen en gewichtsproblemen als psycholoog of orthopedagoog

Welkom op de infopagina voor klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen.

Als psycholoog of orthopedagoog kom je vroeg of laat rechtstreeks of onrechtstreeks in aanraking met eetproblemen en gewichtsproblemen. Niet elke bezorgdheid rond eten of gewicht wijst op een groot probleem. Bezorgdheden kunnen bij de ene cliënt betekenen dat er vragen zijn rond bepaalde groeithema’s, terwijl dezelfde vragen bij een andere cliënt kunnen wijzen op een eetstoornis. Als psycholoog of orthopedagoog heb je een belangrijke rol in de diagnostiek en behandeling van cliënten met een eetstoornis of gewichtsprobleem. Bovendien speel je ook een rol in preventie, vroegdetectie en vroeginterventie.  

Eetproblemen en eetstoornissen

Basiszorg bij eetproblemen

Eetstoornissen komen voor op een continuüm van haperend eetgedrag,  beginnend eetprobleem tot complexe eetstoornissen. Een hapering in het eetgedrag of het ontstaan van een eetprobleem is vaak een signaal dat er haperingen zijn in de groei van het kind, de jongere of (jong)volwassene. De eerste basiszorg bij haperend eetgedrag zal zich daarom richten  op het versterken van deze zogenaamde groeithema’s. Bij het groeiversterkend werken in de eerste lijn zal de psycholoog of orthopedagoog  zich vooral richten op de leefstijlthema’s of de A.L.L.E.S thema’s: Afwisselend eten, Leuk Bewegen, Lief zijn voor jezelf, Emotieregulatie en Slaap. Hiervoor verwijzen we graag naar het stappenplan voor de eerstelijnspsycholoogTrain-de-trainer – groepsbegeleiding eetproblemen – ELP en de ALLES infofiche

Gespecialiseerde zorg bij eetstoornissen

Bij eetproblemen en eetstoornissen is gespecialiseerde ambulante zorg de voorkeursbehandeling. Er wordt zoveel mogelijk gekozen voor de minst ingrijpende vorm van hulp voor cliënt, zo dicht mogelijk bij het gewone leef-, leer- of werkmilieu. Wanneer de lichamelijke, psychologische of sociale gezondheid in gevaar is of wanneer de ambulante zorg  onvoldoende  resultaat heeft, zal intensifiëring van de zorg overwogen worden, bv. via een opname in een ziekenhuis of deelname aan een gespecialiseerd dagprogramma  (3e lijn).

Voor de ambulante behandeling van cliënten met een eetstoornis kan de gespecialiseerde  psycholoog/orthopedagoog een individuele en/of groepstherapie aanbieden.   

Afhankelijk van je werksetting kunnen verschillende materialen daarbij inspirerend of ondersteunend zijn:

Hieronder vind je verdieping bij enkele thema’s rond de eigenheid van eetstoornissen.

Wat is de impact van eetstoornissen?

Eetstoornissen hebben een impact op de psychologische en sociale ontwikkeling en bredere context van de cliënt. Er is altijd een somatisch luik.

Uitgebreide info

Diagnostiek: wat zijn handige tools?

Cliënten melden zich vaak aan met een andere klacht dan een eet- of gewichtsprobleem. Daarnaast kunnen ouders, huisartsen (of andere verwijzers) zich vaak afvragen of er een eet-of gewichtsprobleem of –stoornis aanwezig is.

Uitgebreide info


Behandeling: wat zijn specifieke aandachtspunten?

We maakten een overzicht van de elementen die aan bod komen in de behandeling van eetstoornissen (AN, BN, BED, subklinische eetstoornissen). Waar wetenschappelijke consensus over is, geven we concrete handvatten mee. We werken een basissjabloon uit waar iedere therapeut vanuit zijn eigen therapeutisch kader mee aan het werk kan. Vanuit de verschillende therapeutische stromingen zijn hier heel wat publicaties voor voorhanden.

Uitgebreide info

Multidisciplinaire samenwerking

Een eetstoornis vraagt om een geïntegreerde en multidisciplinaire aanpak. De arts, diëtist en psycholoog spelen een centrale rol. Maar ook andere disciplines kunnen betrokken worden. Afhankelijk van de setting, kan multidisciplinair samenwerken een andere aanpak krijgen.

Setting CGG

Ambulante setting

Ook onze verwijshulp kan hierbij een handige tool zijn.

Geconventioneerde hulp

Bij haperende eetgedrag of een beginnend eetprobleem kan een jongere of (jong)volwassene terecht voor terugbetaalde (vanaf 24 jaar) of gratis (t/m 23 jaar) hulpverlening bij een eerstelijnspsycholoog (ELP)(meer info). Die zorg is vrij toegankelijk voor iedereen (dus er is geen verwijzing van de huisarts nodig). Ondersteunend materiaal voor de basis ELP psycholoog/orthopedagoog zijn het  stappenplan voor de ELPTrain-de-trainer – groepsbegeleiding eetstoornissen – ELP en de ALLES infofiche

Wanneer er sprake is van een eetstoornis, is er nood aan gespecialiseerde zorg. Kinderen, jongeren en (jong)volwassenen kunnen hiervoor terecht bij een gespecialiseerde (eerstelijns)psycholoog (G-ELP). )  Ondersteunend materiaal voor de G-ELP psycholoog/orthopedagoog zijn  het stappenplan voor G-ELP en Train-de-trainer groepsbegeleiding eetstoornissen – (G-)ELP.

Psychologen en orthopedagogendie zich willen conventioneren als ELP of G-ELP specifiek voor eetstoornissen kunnen zich aanmelden bij de netwerken geestelijke gezondheid.  Meer informatie over de zorgorganisatie en de conventie eetstoornissen vind je hier.

Ambulante therapeuten die nood hebben aan ondersteuning bij een moeilijker lopend behandeltraject van een jongere t/m 23 jaar kunnen terecht voor advies en ondersteuning bij een provinciaal MAST team.

Meer informatie rond het zorgtraject eetstoornissen vind je op onze infopagina rond Zorgorganisatie.

Overgewicht en obesitas

Basiszorg bij overgewicht

De eerste basiszorg bij overgewicht richt zich op het versterken van zogenaamde groeithema’s. Bij het groeiversterkend werken in de eerste lijn zal de psycholoog of orthopedagoog  zich vooral richten op de leefstijlthema’s of de A.L.L.E.S thema’s: Afwisselend eten, Leuk Bewegen, Lief zijn voor jezelf, Emotieregulatie en Slaap. Hiervoor verwijzen we graag naar het stappenplan voor de eerstelijnspsycholoogTrain-de-trainer – groepsbegeleiding eetproblemen – ELP en de ALLES infofiche

Gespecialiseerde zorg bij overgewicht en obesitas

Overgewicht en obesitas grijpen erg in op het fysiek functioneren, wat ook een weerslag heeft op het psychosociaal functioneren van deze cliënten. Daarom is kennis van deze fysieke klachten voor psychologen erg belangrijk.

Op psychologisch vlak kunnen overgewicht en obesitas gepaard gaan met een reeks problemen die op hun beurt de toestand kunnen instandhouden of verergeren: stemmingsstoornissen, angststoornissen, verstoord lichaamsbeeld en negatief zelfbeeld, eetstoornissen, middelenmisbruik…

In zeldzame gevallen wordt obesitas veroorzaakt door erfelijke ziekten, hormonale stoornissen of aandoeningen van het centraal zenuwstelsel. Van enkele medicijnen is bekend dat ze overgewicht kunnen veroorzaken. Het zijn echter vooral onze eet- en leefgewoonten die leiden tot gewichtstoename.

Men onderstreept het belang van heel wat psychologische factoren die tot overeten kunnen leiden, zoals extern eetgedrag, emotioneel eetgedrag en lijngericht eten.

Naar schatting 1/3 van de mensen met obesitas heeft een ernstig eetprobleem of eetstoornis (overeten, eetbuien). Eetstoornissen kunnen op elke leeftijd voorkomen, maar ontstaan het vaakst in de adolescentie. De eetbuistoornis start meestal tussen 16-25 jaar maar kan ook al vóór de puberteit beginnen.

Geconventioneerde hulp

ELP-conventie

Bij overgewicht of bij obesitas met beperkte impact (EOSS-P 0 of 1) kan een jongere of (jong)volwassene terecht voor terugbetaalde (vanaf 24 jaar) of gratis (t/m 23 jaar) hulpverlening bij een eerstelijnspsycholoog (ELP)(meer info). Die zorg is vrij toegankelijk voor iedereen (dus er is geen verwijzing van de huisarts nodig). Ondersteunend materiaal voor de basis ELP psycholoog/orthopedagoog zijn het  stappenplan voor de ELPTrain-de-trainer – groepsbegeleiding eetstoornissen – ELP en de ALLES infofiche

Kinderen en jongeren tot en met 23 jaar kunnen beroep doen op 10 gratis sessies eerstelijnspsychologische zorg. Volwassenen krijgen 8 sessies maar betalen remgeld.

Conventie obesitas bij kinderen en jongeren

Voor wie? Kinderen en jongeren tussen 2 en 18 jaar, met obesitas met significante gezondheidsimpact.

De huisarts of behandelend arts zorgt eerst voor ernstinschatting via inschaling op de EOSS-P. Op basis van de inschaling op de EOSS-P wordt het verdere zorgtraject vormgegeven. Deze inschatting kan door de arts alleen gebeuren en/of in een multidisciplinaire samenwerking met een diëtist en/of psycholoog.

Kinderen en jongeren met obesitas met significante gezondheidsimpact (EOSS-P vanaf stadium 2) krijgen gratis gespecialiseerde zorg binnen erkende Pediatrische Multidisciplinaire Obesitascentra (PMOC). Meer info vind je via: Zorgtraject obesitas bij kinderen: multidisciplinaire zorg voor een betere behandeling van uw jonge patiënten | RIZIV (fgov.be). Dit is de lijst met PMOC.

Infofiche – Wegwijs in het zorgtraject obesitas kinderen – Alle zorgverleners

Als zorgverlener wegwijs in het zorgtraject obesitas bij kinderen.

Infofiche

– 99 KB

Stappenplan eetproblemen en eetstoornissen – Eerstelijnspsycholoog (ELP)

Eet- en gewichtsproblemen voor de eerstelijnspsycholoog (ELP)

Stappenplan

– 990 KB

Infofiche niet-stigmatiserend praten over eten en gewicht

Tips voor niet-stigmatiserend communiceren voor zorgverleners.

Infofiche

– 812 KB

Basiskennis

Alle basiskennis over eetproblemen, eetstoornissen en gewichtsproblemen kan je vinden in het stappenplan basiskennis eetstoornissen en gewichtsproblemen. Er is ook een stappenplan basiskennis specifiek bij kinderen.

Stappenplan basiskennis eetstoornissen en gewichtsproblemen

Hier vind je het algemene stappenplan met basiskennis rond eetstoornissen en gewichtsproblemen.

Stappenplan

Stappenplan basiskennis eetstoornissen en gewichtsproblemen kinderen

Hier vind je het algemene stappenplan met basiskennis rond eetstoornissen en gewichtsproblemen.

Stappenplan

Datum laatste aanpassing: 2 oktober 2024

Materialen

Materialen waarmee je aan de slag kunt als psycholoog of orthopedagoog.

Stappenplan eetproblemen en eetstoornissen -CGG

Wat is er zo eigen aan het werken met personen met een eetstoornis?

Materialen en tools

– 1.8 MB

Stappenplan eetstoornissen – Ambulante gezinsgroepstherapie

Praktische leidraad voor ambulante praktijken en CGG’s.

Stappenplan

– 2.9 MB

Stappenplan eetproblemen en eetstoornissen – Eerstelijnspsycholoog (ELP)

Eet- en gewichtsproblemen voor de eerstelijnspsycholoog (ELP)

Stappenplan

– 990 KB

Stappenplan eetstoornissen – Gespecialiseerde psycholoog

Herkenning en behandeling van mensen met signalen van een eetstoornis.

Stappenplan

– 1.7 MB

Train-de-trainer groepsbegeleiding eetstoornissen – (G-)ELP

Groepsbegeleiding aanbieden aan clIënten met een eetstoornis.

Train-de-trainer

– 2.7 MB

Train-de-trainer – groepsbegeleiding eetstoornissen – ELP

Groepssessies door eerstelijnspsychologen jongeren met eet- en gewichtsproblemen.

Train-de-trainer

– 2.0 MB

Train-de-trainer oudertraining

Groepsbegeleiding aanbieden aan ouders van een kind met een eetstoornis.

Train-de-trainer

– 1.6 MB

Infofiche – Wegwijs in het zorgtraject obesitas kinderen – Alle zorgverleners

Als zorgverlener wegwijs in het zorgtraject obesitas bij kinderen.

Infofiche

– 99 KB

Stappenplan overgewicht – Psycholoog obesitasteam

Aanbevelingen voor het werk van psychologen in een obesitasteam.

Stappenplan

– 311 KB

Vraag en antwoord

Wat is er zo eigen aan het werken met personen met een eetstoornis? arrow

In het stappenplan voor je discipline gaan we dieper in op deze vraag.

Voor de diëtist: stappenplan Eetstoornissen voor diëtisten vind je antwoord op deze vraag.
Voor de psycholoog/orthopedagoog: stappenplan Eetproblemen en eetstoornissen voor psychologen en CGG

Is preventief informatie geven over de gevaren van overgewicht effectief om gewichtsproblemen te voorkomen? arrow

Interventies die enkel focussen op de risico’s van overgewicht kunnen schadelijke effecten hebben.  Ze zijn stigmatiserend, kunnen lichaamsontevredenheid uitlokken, en kunnen aanzetten tot ongezonde gewichtscontrolestrategieën. Te eenzijdige focus op gewicht is bij de preventie (en aanpak) van overgewicht en obesitas te vermijden. Het bevorderen van een gezonde leefstijl, met inbegrip van gezond en evenwichtig eten, plezierige fysieke activiteiten op maat en een gezond lichaamsbeeld zijn te verkiezen uitgangspunten. Gezond eetgedrag is veel ruimer dan de ‘juiste’ voedingsmiddelen eten, het gaat over een regelmatig eetpatroon waarbij gevarieerd wordt gegeten binnen verhoudingen die in lijn zijn met de voedingsaanbevelingen (bv. van de voedingsdriehoek). Hierbij bestaat een ontspannen houding tegenover eten en bewegen (zie eetcompetentie).  Het halen van de doelstellingen op vlak van gewicht aan de hand van ongezonde methoden moet ten zeerste worden ontmoedigd (bv. maaltijden overslaan, restrictieve diëten op vlak van calorieën of het weglaten van bepaalde voedingsgroepen, extreem bewegen…). (zie pagina de risico’s van lijnen). 

Hoe communiceer je dan wel best rond eten en gewicht?
Je vindt info en handvatten op de infopagina rond Stigmatisering en communicatie

Hoe kan ik vermijden dat ik stigmatiseer als hulpverlener? arrow

Interventies bij hulpverleners die inzetten op empathie en kennisverhoging rond (diversiteit in) oorzaken en (beperkte) “controleerbaarheid” van gewicht, hebben een gunstige impact op destigmatisering  Verder kan de EOSS(-P) kan hulpverleners ondersteunen in het kijken naar en praten over obesitas. Daarnaast zijn heel wat handvatten voor de-stigmatisering van eet- en gewichtsproblemen (en psychische problemen) te vinden in technieken binnen motiverende gesprekvoering: de patiënt benaderen als persoon in al zijn facetten en niet als “stoornis”; toestemming vragen om het gewicht te bespreken; negatieve termen zoals “dik” en “mager” vermijden; aansluiten bij de nood aan autonomie, verbondenheid en competentie van de patiënt. 

De bevinding dat stigmatisering prevalent is onder hulpverleners, zelfs onder zij die veel ervaring hebben met de doelgroep, roept ons allen op om onze eigen mogelijke vooroordelen onder de loep te nemen. Stigmatisering zit ook in “kleine” dingen: modemagazines met enkel slanke modellen en stoelen met smalle armleuningen in de wachtkamer, weeg- of onderzoeksmateriaal dat niet afgestemd is op personen met obesitas, minder tijd besteden aan de consultatie, en minder alternatieve hypotheses onderzoeken bij gezondheidsklachten van personen met een gewichtsprobleem. Kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken in de zorgkwaliteit.   

Enkele handvatten om een steunende, niet-beoordelende omgeving te scheppen: 

  • Pas de gespreksprincipes toe van motiverende gespreksvoering 
  • Bedenk dat patiënten negatieve ervaringen ten opzichte van hun gewicht gehad kunnen hebben bij andere hulpverleners en benader patiënten tactvol. 
  • Erken de complexe etiologie van obesitas en communiceer dit met collega’s en patiënten om het stereotype te vermijden dat obesitas te wijten is aan een gebrek aan wilskracht. 
  • Exploreer alle oorzaken van de overgewicht, niet enkel eet- en beweeggedrag. 
  • Erken dat veel patiënten al herhaaldelijk geprobeerd hebben om af te vallen. 
  • Benadruk gedragsveranderingen eerder dan enkel het getal op de weegschaal. 
  • Erken de moeilijkheid van het doorvoeren van leefstijlveranderingen. 
  • Erken dat kleine veranderingen in gewicht (5 à 10%) kunnen resulteren in significante gezondheidsvoordelen. 
  • Creëer een steunende omgeving bijvoorbeeld door gepaste stoelen (stevig, zonder armleuning) en materiaal te voorzien in de praktijkruimte. 

Check ook de infofiche Niet-stigmatiserend praten over eten en gewicht voor hulpverleners.

Is preventief informatie geven over eetstoornissen effectief om ze te voorkomen? arrow

Interventies die enkel focussen op de gevaren van eetstoornissen hebben geen preventief effect. Bovendien zijn er heel wat bezorgdheden rond deze aanpak: informeren over de kenmerken van eetstoornissen kan kwetsbare jongeren ‘op ideeën brengen’ en het kan verstoord gedrag normaliseren. Ook is de adolescentie een periode waarin aandacht zoeken een normaal ontwikkelingsthema is. Dit maakt het heel belangrijk om niet enkel probleemgedrag onder de aandacht te brengen, maar vooral te focussen op gezonde groeithema’s. Hoewel er tot heden weinig rechtstreeks bewijs is dat informatie geven over de risico’s van eetstoornissen schadelijke effecten heeft, moet er toch heel voorzichtig omgesprongen worden met het informeren van jongeren rond gevaarlijke methoden om gewicht te verliezen. Onderzoek toont ook dat preventieprogramma’s die psycho-educatie rond eetstoornissen bevatten, minder effectief zijn.

Wat dan wel?
Zet in op een gezonde leefstijl.

Wat zijn handvatten voor de behandeling van eetproblemen bij iemand met ASS?  arrow

Enkele kernpunten zijn: 

  • Verhelderen  
  • Visualiseer verwachtingen  
  • Verhoog voorspelbaarheid en breng meer structuur  
  • Besef dat kleine veranderingen een groot verschil kunnen maken  
  • Zorg voor rust en een positieve sfeer aan tafel  
  • Leren eten
  • Werk stap voor stap, hap voor hap  
  • Leg de lat laag 

Meer handvatten vind je in de infofiche Eetproblemen en autisme

Wat doen de provinciale zorgpunten eetstoornissen? arrow

De provinciale zorgpunten eetstoornissen brengen het bestaande zorgaanbod in kaart. Daarbij staan ze de CGG-medewerkers bij in hun zorgaanbod bij eetstoornissen. Ook ondersteunen ze de gespecialiseerde ambulante psychologen uit het lokale netwerk. Bovendien werken ze een bijkomend innovatief zorgaanbod uit voor eetstoornissen? Voorbeelden hiervan zijn groepsaanbod en familiegroepen. Deze uitwerking gebeur op basis van de bestaande noden, in samenwerking met Kenniscentrum Eetexpert en de netwerken Geestelijke Gezondheid. 

De provinciale zorgpunten vind je hier.

Wat zijn handvatten voor de behandeling van overgewicht bij personen met een mentale beperking? arrow

Overgewicht bij personen met een mentale beperking komt vaker voor. Maar het onderzoek naar factoren en behandeling is beperkt.  Je kan dezelfde basis gebruiken voor behandeling als bij de algemene populatie. Focus dus op eetgedrag, beweging en gedragstherapie. Verder kan je het taalgebruik aanpassen aan het begripsniveau van de persoon met een beperking. Concrete gedragsdoelen stem je af op de context waarin de persoon leeft. 
 
Maak de inhoud van de behandeling concreet en visueel. Help de persoon met een beperking om een duidelijke structuur op te bouwen. Zo kan je maaltijden voorspelbaar maken en eetmomenten inplannen tussen de dagelijkse activiteiten. 
De inhoud van de behandeling komt dus overeen met die voor de algemene populatie. Daarom kan je inspiratie vinden in de algemene protocollen rond behandeling van overgewicht.  


Tips om iets eenvoudig en concreet te maken kan je bijvoorbeeld vinden in protocollen voor kinderen (bv. protocollen van Caroline Braet). En via Sclera kan je zelf visualisaties en pictogrammen maken.  
 
Meer info
Indien er ook sprake is van een autismespectrumstoornis 

Wie loopt risico om overgewicht te ontwikkelen? arrow

Er zijn verschillende factoren die het risico op overgewicht bepalen. 

  • Genetische verschillen
  • Medische aandoeningen
  • Medicatiegebruik
  • Leefstijl

Een gezonde leefstijl is meer dan ‘gezonde’ voeding eten en veel bewegen. Het gaat ook over op regelmatige tijdstippen eten, minder lang stilzitten, voldoende slapen, rust en ontspanning inbouwen, ons goed voelen in ons eigen lichaam, onze omgang met alcohol en medicatie… Bovendien zijn extremen nooit goed: té gezond, té actief…. Ontspannen omgaan met eten en bewegen is ook belangrijk om gezond te blijven.  
 
Ook zijn er heel wat omstandigheden die het moeilijk kunnen maken om een gezonde leefstijl op te bouwen of vast te houden. Zo bepaalt onze eetstijl mee ons eetgedrag: Sommige personen voelen zich vaak angstig of verdrietig en zoeken troost in eten. Anderen voelen meer verleiding door lekkere smaken en geuren die op ons afgestuurd worden, zoals in de winkel, via reclame, op feestjes, …  
 
Soms proberen mensen krampachtig op hun voeding te letten, en krijgen net daardoor verstoord eetgedrag en een hoger gewicht.  
 
Meer en meer wijst men ook op het belang van de context waarin we leven: sommige personen leven in gezinnen waar dringende bezorgdheden de overhand halen op doelen rond leefstijl, bijvoorbeeld in gezinnen waar er veel stress is, door persoonlijke of economische omstandigheden.  Ook onze fysieke leefomgeving kan het makkelijker maken om gezond te leven of net moeilijker. Woon je bijvoorbeeld in een groene omgeving waar je naar hartelust kan wandelen en veilig kan fietsen, of in een drukke stad? 
 

Waarom moeten we aandacht besteden aan obesitas bij kinderen? arrow

Behandeling van obesitas bij kinderen is belangrijk. Zowel voor de gezondheid en het welzijn van het kind nu, als voor de gezondheid van de volwassene later. 
 
Obesitas behandelen betekent niet dat het kind ‘op dieet’ gaat. Maar wel dat we de oorzaken van obesitas in kaart brengen. En dat we kind en gezin ondersteunen in het opbouwen en behouden van een gezonde leefstijl. Daarnaast is een goede opvolging van groei en gezondheid essentieel. 
 
Kinderen met obesitas zijn kwetsbaarder. Ze zijn vaak sneller moe, blijven soms achter bij sport en spel, en ondervinden vaker pesterijen door leeftijdsgenoten. Dit heeft een grote impact op het zelfbeeld en welbevinden.  Daarnaast lopen kinderen met obesitas meer risico om een eetstoornis te ontwikkelen. Factoren die hierbij meespelen zijn een focus op gewicht en uiterlijk, wat kan leiden tot zelfstigma en stigma vanuit de omgeving.  


Bij de preventie en aanpak van obesitas is het dus belangrijk om versterkend te werken om het risico op eetstoornissen en andere psychische problemen te verminderen.   
 
Meer info  
Overgewicht bij kinderen

Heel wat patiënten zijn bang voor opname. Wat helpt om die drempel te verminderen? arrow

Een opname wordt vaak gezien als laatste kans of noodmaatregel. Dat is het niet. Een opname kan tijdelijk deel uitmaken van het behandeltraject.  

Er kunnen momenten zijn dat een opname het meest verantwoord en minst risicovol is. Verder wordt opname niet enkel overwogen vanuit medische redenen, maar ook om de patiënt of het gezin een periode tot rust te laten komen of om de betrokkene een duwtje in de rug te geven. Onderdompelen in een ‘bad’ van behandeling kan snelle verandering geven.   

Heel wat ambulante behandelaars maken vooraf afspraken rond wanneer opname aangewezen is. Dit betekent dat de patiënt en het gezin op de hoogte zijn van de redenen tot opname en mee verantwoordelijkheid dragen deze stap te zetten wanneer de situatie het vraagt.   
 
Ook hier blijven de klassieke ingrediënten van motivatie belangrijk: 

  • Uitleg geven waarom deze stap nodig is. 
  • Waar mogelijk keuze geven in behandelcentra. 
  • Betrokken blijven, de hulpverleningsrelatie hoeft niet te stoppen door de opname. Na de opname kan ambulante begeleiding verdergaan. 

Moet een patiënt met een eetstoornis en ondergewicht eerst bijkomen voor psychotherapie kan starten? arrow

Ernstig ondergewicht kan gepaard gaan met meer striktheid en een afgevlakte stemming. Dit kan het werken rond de oorzaken van de eetstoornis moeilijker maken in therapie. 
Toch zijn psychotherapie en werken aan gewicht geen aparte stukjes. Bij de behandeling van een eetstoornis wordt zowel gewerkt rond een gezond gewicht als rond oorzaken en factoren die de eetstoornis in stand houden. Motiverend werken aan de angst voor toename in gewicht is ook een psychologisch aspect van de behandeling.
 
Meer info  
Behandelaspecten en zorg op maat bij eetstoornissen 

Wat kan ik als psycholoog/orthopedagoog doen voor ouders van een jongere met een eetstoornis? arrow

Je kan ouders best zoveel mogelijk betrekken in de behandeling. Ze kunnen heel veel doen als natuurlijk steunwerk bij herstel. Maar ze voelen vaak onmacht en vragen richting en hulp: Je kan ouders toeleiden naar ons specifiek informatiepakket eetstoornissen voor ouders en de toolkit voor ouders. Op verschillende plaatsen in Vlaanderen starten momenteel groepen voor ouders van jongeren met een eetstoornis.

Wat is het gewichtsdoel bij een eetstoornis met ondergewicht? arrow

Dat is geen exacte wetenschap. Het is belangrijk dat de patiënt een gewicht bereikt dat terug binnen de gezonde grens ligt. Dus bij volwassenen zou je naar BMI 20 kunnen streven. Maar als de BMI voor de eetstoornis hoger lag, kan het doel hoger liggen. Er wordt ook voorgesteld om een range te geven van enkele kilo’s waarbinnen het gewicht ligt dat men wil bereiken, in plaats van een specifiek getal.

Bij jongeren is het belangrijk dat de normale groei en ontwikkeling  zich herstelt. Daarom houdt het gewichtsdoel rekening met de  groeicurven  (gewicht, lengte, BMI) vóór de eetstoornis, de leeftijd waarop de  puberteit  startte, en het huidige stadium van de puberteit. Verder is het belangrijk om bij jongeren die nog groeien het gewichtsdoel regelmatig aan te passen (elke 3 à 6 maanden).   
 
 
Meer info  
Medische opvolging van eetstoornissen – herstel van eetgedrag en gewicht
Voor de huisarts: het stappenplan Eetproblemen en eetstoornissen voor huisartsen 

Wat als het gewicht van een patiënt met ondergewicht niet stijgt tijdens de behandeling? arrow

Een gezond gewicht bereiken is een behandeldoel bij een eetstoornis met ondergewicht. De snelheid van deze toename zal afhangen van de behandelcontext en de specifieke situatie van de patiënt.  

Het proces van stofwisseling en verandering in gewicht zit complex in elkaar. De ene patiënt zal meer moeten eten dan de andere om dezelfde hoeveelheid gewicht te winnen. En er kan een periode zijn waarin het lichaam de extra calorieën omzet in warmte, waardoor gewichtstoename nog niet optreedt.

Eerst moet men natuurlijk zeker zijn dat er voldoende calorieën gegeten worden. Uiteraard speelt het verbruik door fysieke inspanning ook een rol. Vele patiënten onderschatten hun bewegingsdrang en neiging om voortdurend ‘bezig’ te zijn. Verder kan er ook sprake zijn van (stiekem) braken of het gebruik van laxeermiddelen.   

Bij de behandeling van een eetstoornis is het belangrijk een arts te betrekken. Deze kan de gezondheid van de patiënt opvolgen en nagaan of er medische problemen zijn die ‘energie’ vragen en gewichtstoename belemmeren.   

Het niet bereiken van een gewenste gewichtstoename kan betekenen dat er intensievere zorg nodig is. Heel wat ambulante behandelaars maken vooraf concrete afspraken met hun patiënt rond gewicht en purgeergedrag om een ambulante behandeling te volgen.    

Als er bezorgdheid is rond het verloop van de behandeling, bij de patiënt zelf, het gezin, of leden van het behandelteam, is het goed dit te bespreken met de behandelaar of het team. 

Vanaf welk BMI is opname nodig bij een eetstoornis? arrow

Hoewel de BMI een belangrijke parameter is, houdt de behandelaar ook rekening met de snelheid en manier van gewichtsverlies. 
 
Voorbeeld
Iemand kan lang op BMI 16 staan en enig evenwicht bereikt hebben. Dit is minder risicovol dan iemand die op BMI 16 terecht is gekomen door heel snel te vermageren.  
Bovendien verhoogt purgeergedrag (braken, laxeer- of plasmiddelen gebruiken) het risico, los van gewicht.  
 
In de praktijk  
Iemand met BMI lager dan 16 krijgt vaak het advies om fysieke inspanningen te beperken (sport, fietsen, turnen)  
BMI 15 is vaak een ondergrens voor ambulante therapie (of percentiel 30 bij onvolgroeide jongeren).  
Maar BMI en lichamelijke gezondheid zijn niet de enige factoren die meespelen in een opname. 
 
Meer info  
Infofiche Eetstoornissen – Zorg op maat en ernstinschatting 
Stappenplan Eetproblemen en eetstoornissen voor huisartsen 

Hoe kan een eetstoornis opgespoord worden en welk testmateriaal bestaat er?   arrow

Er zijn verschillende elementen in de detectie van eetstoornissen.  
Een hulpverlener die alert wil zijn voor een eetstoornis bij een patiënt, heeft een goede kennis nodig van symptomen, en risico- en beschermende factoren. Zo kan bij een persoon die verhoogd risico loopt, of in kader van een algemeen psychiatrisch basisonderzoek, een screeningsvragenlijst afgenomen worden. De SCOFF en de ESP zijn voorbeelden van screeningsvragenlijsten.  

Bij een vermoeden van een eetstoornis, zullen de verschillende domeinen van een eetstoornis in kaart gebracht worden, zoals gewichtsgeschiedenis, verstoord eet- en beweeggedrag, lichaamsbeeld, gedragingen om het gewicht onder controle te proberen houden zoals purgeergedrag en lichamelijke klachten.  

Om een diagnose te stellen, is een gestructureerd klinisch interview de “gouden standaard”, zoals de SCID die de verschillende DSM-5 symptomen van een eetstoornis bevraagt. Daarnaast zijn er heel wat vragenlijsten die kunnen helpen om een beeld te vormen van de symptomen, en van andere klachten die personen met een eetstoornis kunnen hebben (denk aan angst, depressie).   
 
Meer info
Infofiche Eetstoornissen – Signalen van een (beginnende) eetstoornis 
Infofiche Eetproblemen en gewichtsproblemen – risicoprofiel 
Screeningsvragenlijsten   
Domeinen van een eetstoornis   
Testmateriaal

Vormingen

Relevante vormingen voor klinisch psychologen en orthopedagogen.

Basisopleiding eetstoornissen voor geconventioneerde psychologen en orthopedagogen (G-ELP)

Basisopleiding eetstoornissen voor niet-geconventioneerde psychologen en orthopedagogen

Basisopleiding obesitas voor psychologen en orthopedagogen

Workshop geweldloos verzet bij eetstoornissen

E-learning – Basisbehandeling bij eetstoornissen

Op eigen tempo – Webinar – Opleiding jongeren met eetproblemen en eetstoornissen voor eerstelijnspsychologen (ELP)

Op eigen tempo – Webinar – Opleiding jongeren met eetproblemen en eetstoornissen voor gespecialiseerde eerstelijnspsychologen (G-ELP)

Op eigen tempo – Infomoment nieuwe conventie eetstoornissen

Op eigen tempo – Webinar – Workshop gezinsbegeleiding bij eetstoornissen

Op eigen tempo – Webinar – Workshop werken rond perfectionisme als transdiagnostische factor bij eetstoornissen

Op eigen tempo – Webinar – Workshop ambulant groepsaanbod voor ouders bij eetstoornissen

Op eigen tempo – Webinar – Workshop Eating Disorder Examination (ch-)EDE

Op eigen tempo – Webinar – Workshop terugvalpreventie bij anorexia nervosa

Op eigen tempo – Webinar – Masterclass eetproblemen aanpakken bij autisme