Hieronder worden handvatten gegeven voor de ruimere gezondheidsinschatting binnen de eerstelijn. Deze inschatting kan gebeuren door de huis- of kinderarts, maar hiervoor kan ook de hulp ingeschakeld worden van andere hulpverleners, zoals de praktijkverpleegkundige, de diëtist, de klinisch psycholoog of orthopedagoog, de kinesitherapeut.
Indien uit het medisch onderzoek reeds blijkt dat er een metabool risico is dat voldoet aan EOSS-P stadium 2 of meer (zie Ernstinschatting en behandelindicatie), kan de ruimere gezondheidsinschatting ook plaatsvinden binnen een PMOC.
De leefstijlthema’s in kader van (preventie van) problemen met eten en gewicht worden samengebracht onder het acroniem A.L.L.E.S.:
Evenwichtig leren eten vraagt de ontwikkeling van 4 competenties [84]. Maak een inschatting van de ontwikkeling van deze competenties via een bevraging van de 4G’s van evenwichtig eetgedrag, Gestructureerd, Gevarieerd en Genoeg en Genieten.
Voorbeeldvragen afwisselend eten
Probeer zicht te krijgen op de mate van lichaamsbeweging van het kind/de jongere. Denk daarbij niet alleen aan intensieve sporten maar breng ook het dagelijkse beweeggedrag, de functie van het beweeggedrag, de hoeveelheid sedentair gedrag en barrières voor bewegen in kaart.
Anamnese:
Tabel 11. Hoeveel moeten kinderen bewegen?
Baby’s (0-1 jaar) | Peuters en kleuters (1-5 jaar) | Kinderen en jongeren (6-17 jaar) | |
---|---|---|---|
richtlijn | Zoveel mogelijk, in een veilige context | Minstens 3u per dag (van lichte, matige of hoge intensiteit) | Lichte activiteit: zo veel mogelijk. Matige en hoge intensiteit: minstens 1u per dag. Hoge intensiteit: 3x/week. Spier- en bot versterkende oefeningen: 3x/week. |
tips | – voorzie voldoende bewegingsruimte – werk beweging in in de verzorgings-momenten (spelen met de handjes en voetjes, laten bewegen) – laat je baby in verschillende posities bewegen (buiklig, ruglig…) – laat je baby tijdens verhaalmomentjes zelf opzitten (in de mate van het mogelijke) | – verplaats je samen actief – laat je kind niet te lang in de buggy zitten – laat je kind meehelpen in de dagelijkse activiteiten thuis – speel samen spelletjes (kan binnen en buiten) – probeer veel te variëren en geef het goede voorbeeld | – stimuleer actief transport – stimuleer actieve hobby’s – laat kinderen en jongeren variëren en ontdekken – geef nog steeds het goede voorbeeld |
Tabel 12. Wat zijn de richtlijnen rond sedentair gedrag?
Baby’s (0-1 jaar) | Peuters en kleuters (1-5 jaar) | Kinderen en jongeren (6-17 jaar) |
---|---|---|
schermtijd (bv. televisie kijken) wordt sterk afgeraden | max. 1u per dag schermtijd in de vrije tijd | max. 2u per dag schermtijd in de vrije tijd |
Tips:
Verder wordt aandacht gevraagd voor ononderbroken stilzitten bij jonge kinderen (0-5 jaar), bv. in een kinderwagen of autostoel: zorg voor beweegmogelijkheid na maximaal 1 uur ononderbroken stilzitten.
Voorbeeldvragen rond fysieke activiteit
Ondersteuningsmateriaal
Recent komt het belang van lichaamstevredenheid steeds meer in de aandacht bij gezondheidsinschatting. Lichaamsontevredenheid zou leiden tot meer gezondheidsklachten, en een hogere psychologische kwetsbaarheid. Een gezonde leefstijl zet ook in op het lief zijn voor zichzelf en zijn/haar lichaam. Iemand met een gezond lichaamsbeeld en gezonde zelfwaarde heeft een duidelijk zicht op wat fysiek en psychologisch goed gaat, maar kan ook minder goede kanten accepteren. Dit leidt tot vertrouwen in zichzelf en in zijn mogelijkheden om moeilijkheden te overwinnen. Lichaamstevredenheid en een gezonde zelfwaarde beschermt tegen heel wat psychische problemen o.a. de ontwikkeling van eet- en gewichtsproblemen. Meer informatie staat er op onze fiche “Lief zijn voor je lichaam”.
Voorbeeldvragen in kader van zelf- en lichaamsbeeld
Idealiter wordt de copingstijl afgestemd op de aard van het probleem. Wanneer één copingstrategie systematisch op de voorgrond staat kunnen problemen ontstaan. Let dus op de mate van variatie in het coping gamma en heb bovendien aandacht voor het gebruik van mogelijke maladaptieve copingstrategieën. Meer informatie staat op onze fiche “Emoties hanteren”.
Voorbeeldvragen rond emotieregulatie
Naast evenwichtig eten en beweging is ook slaap een belangrijk onderdeel van een gezonde leefstijl. Slecht slapen kan zorgen voor een verminderd functioneren doorheen de dag zoals prikkelbaarheid en concentratieproblemen maar heeft ook een invloed op o.a. ons hormoonsysteem en kan op die manier op lange termijn overgewicht in de hand werken. Het is dus essentieel om ook eventuele problemen bij het slapen te bevragen. Daarnaast hebben kinderen met obesitas een verhoogd risico op slaapapneu.
Voorbeeldvragen rond slapen
Tabel 13. Hoeveel slaap hebben kinderen en jongeren nodig? [85]
Leeftijd | Slaaptijd |
---|---|
Baby’s (0-3m) | 14-17 uur |
Baby’s (4-11m) | 12-16 uur |
Peuters (1-2j) | 11-14u |
Kleuters (3-5j) | 10-13 uur |
Kinderen (6-13j) | 9-11 uur |
Jongeren (14-17j) | 8-10 uur |
Meer info vind je in onze infofiche rond slaap en op de themapagina Slaap van gezond Leven.
In lijn met de psychologische modellen van verstoord eetgedrag proberen we zicht te krijgen op volgende vragen:
Bij een eetbui is het essentieel dat je peilt naar het gevoel van controleverlies. De hoeveelheid die het kind eet kan al dan niet objectief groot zijn. Controleverlies heeft een sterke emotionele impact.
Praktijktip: het gevoel van controleverlies kan beschreven worden als van een helling fietsen, en merken dat je remmen niet meer werken
Onvoldoende voedselinname en lijngericht denken kunnen leiden tot overeten. Uit een grootschalige studie bij Vlaamse jongeren blijkt dat lijngedrag toeneemt met de leeftijd en het meest voorkomt bij jongeren met overgewicht of obesitas [86].
Lijngericht eten hangt ook vaak samen met lichaamsontevredenheid.
Maladaptieve manieren om met negatieve emoties om te gaan worden gelinkt aan verstoord eetgedrag: bv. emotioneel eten.
Kinderen die gevoelig zijn voor de beloningswaarde van voedsel hebben vaker een externe eetstijl.
Meer info
Voorbeeldvragen
Eetbuien:
– Heb je vaak het gevoel dat je geen controle hebt over wat of hoeveel je eet? (uit SDE – Screen for Disordered Eating; Maguen et al., 2018) [104]
Lijngericht eten:
– Probeer je vaak tussendoor niet te eten omdat je op je gewicht let? (item uit NVE [105])
– Probeer je soms minder te eten, ook al heb je nog honger, omdat je op je gewicht let?
Lichaamsontevredenheid:
– Heeft je gewicht invloed op hoe je je voelt? (item uit ESP [106])
– Ben je vaak bezig met het verlangen om slanker te worden? (item uit SDE [104])
Emotioneel eten:
– Heb je vaak zin om te eten als je van streek, overstuur of gespannen bent? (uit SDE – Screen for Disordered Eating; Maguen et al., 2018) [104]
– Krijg je zin om te eten als je angstig, bezorgd of gespannen bent (item uit NVE [105])
Extern eten:
– Als je anderen ziet eten, heb je dan ook zin om te eten? (item uit NVE [105])
– Als je lekker eten ziet of ruikt, heb je dan ook zin om te eten, ook als je buik al gevuld is?
Signalen van controlerende voedingspraktijken
In onderstaand overzicht worden een aantal signalen opgesomd die kunnen aangeven dat ouders (of andere zorgfiguren) gebruik maken van controlerende voedingspraktijken. Uiteraard kunnen deze signalen ook andere oorzaken hebben [107, 108]:
1. “Het kind lijkt de hele dag door te eten, en eet systematisch grote hoeveelheden.”
Ga na of er sprake is van restrictie, of het kind bv. om genetische of biologische redenen (inhaalgroei, groeispurt, … ) een verhoogde energiebehoefte heeft.
2. “Het kind heeft geen belangstelling voor de maaltijden, verzet zich ertegen of blijft zeer lang aan tafel.”
Ga na of er sprake is van druk tijdens de maaltijden, directe of indirecte restrictie.
3. “Het kind vertoont aanhoudende weerstand om nieuwe voeding te proeven.”
Ga na of er sprake is van druk om te eten, maar denk ook aan neofobie, onaantrekkelijk (bv. vetarm, ongekruid) voedsel, negatieve ervaring in het verleden (bv. verslikking), intolerantie, ….
4. “Het kind eet stiekem en verstopt voedsel”.
Ga na of er sprake is van restrictie, druk tijdens de maaltijden, portie controle, onaantrekkelijk voedsel, het strikt vermijden van “verboden voedsel”.
5. “Het kind denkt vaak aan eten en vraagt er vaak naar: het kind zegt voortdurend ‘ik heb honger’, praat over eten, vraagt naar eten, …
Ga na of er sprake is van onregelmatige tijdstippen voor maaltijden/snacks, voedselrestrictie, emotioneel eten. Het kan ook zijn dat het kind gewoon enthousiast is over eten.
De leefomgeving en context heeft een grote invloed op het eetgedrag en de eetgewoonten van kinderen en adolescenten. Een duidelijk beeld krijgen van de leefomgeving van de jongere is helpend bij het opstellen van een haalbaar behandelplan op maat. Volgende factoren kunnen hierbij aan bod komen: