Anamnese

Kernwoorden 
Gewicht 
Zelfbeeld 
Eetpatroon en ruimere leefstijl
Compensatiemechanismen 
Fysieke klachten 
Middelengebruik 
Psychiatrisch risico 

Download hier de samenvattingsfiche.

Na positieve screening, en/of bij (het vermoeden van) een eet-/gewichtsprobleem worden systematisch de kernsymptomen van een eetstoornis geïnventariseerd​ [5, 60]​: 

Gewicht:
huidig gewicht (in verhouding tot lengte: BMI9), gewichtsevolutie (denk aan gewichtsschommelingen, overgewicht in het verleden10

Betekenis en beleving van eigen uiterlijk en gewicht:
overbezorgdheid, sterke preoccupatie, angst om dik te worden, ontkenning van magerheid 

Leefstijl:

  • Afwisselend eten: eetvaardigheden (genoeg, gevarieerd, gestructureerd, genieten), frequentie van maaltijden, selectief eten (vermijden van vetten en zoetigheden), voedingsrituelen, eetbuien of controleverlies tijdens het eten (en drinken), wordt er nog samen in groep gegeten (met familie of vrienden?), overschakeling naar vegetarische of veganistische eetgewoonten?, regelmatige vochtinname, overmatig (water) drinken (waterloading)
  • Leuk bewegen: welke beweging, hoeveel, drijfveer, zorg voor het lichaam,…
  • Lief zijn voor je lichaam (lichaamsbeleving): angst om dik te worden, belang van gewicht en lichaamsvormen in zelfwaardering,…
  • Emoties hanteren: emoties herkennen, emoties verdragen, flexibiliteit in copingstrategieën
  • Slapen: slaappatroon, slaapkwaliteit,…

Compenserende maatregelen om het gewicht onder controle te houden:
overmatig bewegen, zelf opgewekt braken, gebruik van laxeermiddelen, diuretica (plaspillen) afslankmiddelen, eetlustremmende medicatie (bv. stimulerende medicatie (bv. ADHD-medicatie) of bv. GLP-1-analoog zoals Ozempic®) en eetlustremmende drugs (bv. Cocaïne, XTC en speed) 

Lichamelijke tekenen of klachten:
duizeligheid, syncopes, hartkloppingen, pijn op de borst, kortademigheid, gezwollen enkels, snel koud hebben/koud aanvoelen, vermoeidheid, fysieke zwakte, onregelmatige of uitblijvende menstruatie, tandbederf, hamsterwangen, infra-orbitale petechiën, gastro-intestinale klachten, groeiafwijkingen bij jongeren ​[14, 36]​ 

Symptomen van uitdroging en hypoglycemie (zweten, beven, duizeligheid, verwardheid, droge mond, plots hevig hongergevoel [3]) moeten zeker bevraagd worden.

Middelen:

  • Gebruik van alcohol en/of drugs
  • Medicatie: anticonceptie, nazicht op QT-verlengende medicatie (zie tabel

Psychiatrisch risico: depressieve klachten, (gebrek aan) hoop op beterschap, automutilatie, suïciderisico11

Psychosociale impact: 

  • Cognities: zijn er dwingende ‘gedachten’ of ‘stemmen’ over eten, gewicht, lichaam?   
  • Zelfbeeld en comorbiditeiten: angst, slaapstoornissen, depressie, zelfverwonding, suïcidaliteit,…  
  • Dagelijks functioneren: impact op hobby’s, school, relaties,… 

In het gesprek kunnen verschillende signalen aan bod komen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een eetstoornis [61]​. Patiënten hebben echter de neiging klachten te verzwijgen of minimaliseren. Het kan wenselijk zijn om hetero-anamnestische informatie te verzamelen bij gezinsleden van de patiënt​ [5]​.     

Infofiche eetstoornissen – signalen van een (beginnende) eetstoornis

Checklist signalen van een (beginnende) eetstoornis.

Infofiche

– 682 KB

Het intakegesprek en eventuele aanvullende diagnostiek proberen een breed beeld van de patiënt te creëren voor correcte probleeminschatting en advies. Gezien de verwevenheid van eet- en gewichtsproblemen op lichamelijk en psychosociaal vlak, is een ruime benadering wenselijk. Daarbij moet ook tijdig beoordeeld worden of het nodig is een beroep te doen op (informatie van) andere disciplines/hulpverleners dan de eigen discipline (bijv. psychologisch consult, voedingsadvies). Het is evenwel belangrijk om hierbij het ritme te volgen van de patiënt en niet overhaast verschillende disciplines in te schakelen om verlies van vertrouwen en afhaken te vermijden. 

 
Belangrijke personen uit het patiëntsysteem kunnen bij het intakegesprek betrokken worden. Jongeren vanaf twaalf jaar bepalen mee of en wanneer ouders/voogd/andere naaste betrokken worden, als ze bekwaam zijn tot een redelijke beoordeling van hun belangen ​[62]​. Patiënten met een partnerrelatie kunnen voorstellen om hun partner bij het intakegesprek te betrekken, maar kunnen ook opteren om dat net niet te doen​ [5]​.  

9 Bij kinderen en jongeren zijn er leeftijds- en geslachtsspecifieke BMI grenzen. Zie hier

10 Sommige patiënten verglijden vanuit (ernstig) overgewicht in een gedragspatroon dat overeenkomt met Anorexia Nervosa (~atypische AN). Zij kunnen nog een normaal gewicht hebben bij aanmelding, maar recent zeer veel zijn afgevallen en soms ook biochemische of klinische afwijkingen hebben (zeker indien er purgeergedrag is).

11 Voor een concreet stappenplan rond suïcidepreventie, zie Domus Medica