Verkenning van de hulpvraag

Kernwoorden
ICE 
Dagelijks functioneren 
Concretiseren klachten 
Eetstoornis bespreekbaar maken 

De hulpvraag van de patiënt betekent niet automatisch het verlichten of verdwijnen van de aanmeldingsklacht. Deze laatste kan slechts het “entreekaartje‟ zijn, terwijl de echte hulpvraag met iets heel anders te maken heeft. In de praktijk blijkt ook dat de hulpvraag die de patiënt zelf formuleert, kan verschillen van de hulpvraag van de omgeving. Waarvoor wenst de patiënt hulp; waar heeft hij last van? Hoe moet deze hulp eruit zien? En wat wil hij bereiken met de hulp? Hierbij probeert de arts dus zicht te krijgen op de ICE: ideeën (Ideas), bezorgdheden (Concerns) en verwachtingen van de patiënt (Expectancies).  

Vervolgens wordt een brede verkenning uitgevoerd van het dagelijks functioneren. Wat gaat goed en wat gaat moeilijk in het dagelijkse leven? Dit zal later cruciale informatie geven bij het inschatten van de ernst van het probleem. Concreet inventariseren hoe de patiënt een doorsnee dag invult, geeft erg relevante informatie over sterktes en steunpunten enerzijds en uitdagingen en vaardigheidstekorten anderzijds. Bevraagde topics zijn dan leefomstandigheden, sociaal netwerk, dagactiviteit (studies, werk), dag-nachtstructuur en vrijetijdsbesteding. Zeker de aan- of afwezigheid van een sociaal netwerk (steunsysteem) speelt een belangrijke rol bij het inschatten van de draagkracht van de patiënt. Er wordt nagegaan of er vertrouwenspersonen zijn, hoe de band met de ouders is, hoe de eventuele partnerrelatie verloopt, enz. 

Besteed ook aandacht aan het gebruik en de mogelijke impact van sociale media, omdat personen met een eetstoornis ook online steun kunnen zoeken, maar daar evengoed gevaarlijke inhoud kunnen vinden​ [50]​. Meer info vind je hier

Na de verkenning van het dagelijks functioneren zal de hulpverlener overgaan tot de concretisering van de klachten en problemen die aanleiding waren tot aanmelding. Hierbij hoort eveneens een terugblik op het verleden: Wat zijn de huidige klachten (problemen)? Wanneer en hoe zijn deze volgens de patiënt ontstaan? Welke evolutie ziet de patiënt in de klachten? Zijn er al eerdere therapeutische trajecten geweest?  

De huisarts is vaak het eerste aanspreekpunt voor problemen, een belangrijke vertrouwensfiguur voor de patiënt, en de hulpverlener die het best op de hoogte is van het welzijn en de evolutie van de patiënt. Wanneer de arts een eetstoornis vermoedt, is het voornaamste doel om het probleem bespreekbaar te maken. Dit kan meerdere consulten in beslag nemen. Pas als het probleem bespreekbaar is en de patiënt voldoende vertrouwen heeft in de arts, zijn stappen naar behandeling mogelijk ​[4]​.