Samenwerken met residentiële zorg

Wanneer doorverwijzen naar de residentiële setting?

Hoewel veel jongeren met overgewicht en obesitas baat zullen hebben bij een ambulante behandeling, kunnen er momenten zijn dat een opname het meest verantwoord is. Opname wordt niet enkel overwogen vanuit medische redenen, maar ook om de jongere of het gezin een periode tot rust te laten komen of om de jongere zelf een duw in de rug te geven door de behandeling even te intensifiëren. Deze derde lijnszorg bestaat uit pediatrische expertisecentra voor obesitas (PEO) waar patiënten multidisciplinaire intramurale zorg aangeboden krijgen. PEO ’s hebben ook een adviserende functie ter ondersteuning van de eerste en tweede lijn.

Om deze ernstinschatting bij een individuele jongere met obesitas te maken, kan de EOSS-P als leidraad gebruikt worden. Als uit de ernstinschatting blijkt dat het kind of de adolescent in stadium 3 (zie tabel) zit, wordt doorverwijzing naar een derdelijns multidisciplinaire kinderobesitaswerking aanbevolen. Deze doorverwijzing gebeurt door de (huis)arts of pediater.

Tabel 25: EOSS-P stadium 3

De arts en/of andere hulpverleners schatten samen met de ouders en het kind in of een opname van meerwaarde kan zijn. Ze brengen hierbij ook in rekening of het kind een periode zonder zijn ouders kan zijn zonder dat het daarvan psychische klachten ondervindt [8].

Datum laatste aanpassing: 11 april 2024

Voorbereiding voor opname

Een goede voorbereiding van een opname kan bijdragen aan het algehele succes van de behandeling. Van zodra duidelijk wordt dat een residentiële behandeling geïndiceerd is, kan de diëtist de opname voorbereiden én ambulante opvolging van het diëtistisch luik voorzien totdat de opname effectief kan plaatsvinden.

Ook hier blijven de klassieke ingrediënten van motivatie belangrijk:

  • uitleg geven waarom deze stap nodig is;
  • betrokken blijven, de hulpverleningsrelatie hoeft niet te stoppen door de opname. Na de opname kan ambulante begeleiding verdergaan. Tijdens de opname verandert de ambulante diëtist van rol (supporter i.p.v. coach).

Informatieoverdracht

Bij transfer van de ambulante naar de residentiële zorg is een goede communicatie tussen de betrokken hulpverleners belangrijk. Voor meer informatie: zie informatieoverdracht.

Diëtistische begeleiding tijdens residentiële opname

In België zijn er 2 residentiële behandelcentra voor kinderen en adolescenten met obesitas. Voor Vlaanderen is dit het Zeepreventorium, gelegen in De Haan aan de Belgische kust (jongeren van 0 tot 18 jaar). In Wallonië is er Clairs Vallons, gelegen in Ottignies (jongeren van 9-18 jaar).

De diëtistische begeleiding tijdens de residentiële opname verschilt wat met de ambulante begeleiding en gebeurt volgens deze principes:

  • Er wordt steeds vertrokken vanuit de revalidatienoden van de patiënt. Welke de belangrijkste revalidatienoden zijn, wordt bepaald door de doorverwijzer(s) uit de ambulante hulpverlening;
  • Daarnaast wordt ook de hulpvraag van de patiënt zelf en zijn context in kaart gebracht;
  • Na een eerste observatieperiode en op basis van de revalidatienoden en de hulpvraag, wordt door het interdisciplinair team een trajectplan opgesteld;
  • Het interdisciplinair team bestaat uit een arts, verpleegkundigen, kinesitherapeut, opvoedkundigen, psycholoog, maatschappelijk werker, diëtist en eventueel logopedist;
  • Tijdens de revalidatieperiode wordt verder gewerkt aan en geoefend op de vaardigheden en kennis die reeds aangeleerd werden gedurende de ambulante hulpverlening;
  • Het eetpatroon wordt individueel afgestemd op de noden en behoeften van het kind of de jongere;
  • De diëtist begeleidt het kind of de jongere richting een gezonde leefstijl via individuele gesprekken, door het geven van educatie en kooktherapie (individueel en in groep) en door het begeleiden van maaltijdmomenten tijdens de revalidatieperiode;
  • Tijdens het weekend kan het kind of de jongere de aangeleerde gezonde leefstijl oefenen in de thuissituatie;
  • De context van het kind of de jongere wordt nauw in het leerproces betrokken via individuele ouder- en/of gezinsgesprekken, door het geven van educatie (individueel en in groep) en eventueel door huisbezoeken;
  • Afhankelijk van de leeftijd van het kind of de jongere kan extra worden ingezet op zelfstandigheidstraining.

Nazorg in de ambulante setting (na residentiële opname)

Bij welke gespecialiseerde ambulante diëtist kan men terecht voor opvolging? 

Diëtisten met een specialisatie in de behandeling van jongeren met overgewicht en obesitas zijn terug te vinden via de verwijshulp van Eetexpert: www.eetexpert.be/eethulp

Informatieoverdracht vanuit de residentiële setting

Een tijdige informatieoverdracht zorgt ervoor dat de behandeling en ondersteuning niet in het gedrang komen en dat alle hulpverleners op de hoogte zijn van de zorgbehoeften van de jongere en van de plannen voor opvolging.

Bij de informatie-uitwisseling wordt rekening gehouden met de wettelijke kaders (Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)ofGeneral Data Protection Regulation(GDPR)) en het medisch beroepsgeheim. Dit impliceert o.a. dat specifieke toestemming van de cliënt voor het uitwisselen van informatie noodzakelijk is.

Informatie die voor de ambulante diëtist interessant kan zijn:

  • relevante (medische) voorgeschiedenis;
  • traject dat doorlopen werd tijdens de opname:
    • eetgeschiedenis (eetpatroon, eetgedrag) en gewichtsevolutie tijdens de opname;
    • waaraan werd gewerkt tijdens de opname?
    • wat waren de bevindingen van het behandelteam?
  • gemaakte afspraken en doelstellingen bij ontslag;
  • handvaten met betrekking tot terugvalpreventie.

Nazorg op maat

Na een residentiële behandeling is het belangrijk om de nieuw aangeleerde gedragspatronen (bv. het eetpatroon en eetgedrag) aan de individuele context van het kind of de adolescent aan te passen en te bestendigen in het dagelijks leven. Het gezamenlijk met de jonge cliënt opstellen van een terugvalpreventieplan, kan herval vermijden.